DGRK treedt op in rondetafelgesprek voor Tweede Kamer

Op uitnodiging van de vaste Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, traden wij op met een zogeheten “position paper”. Zie hier de videoregistratie in een compilatie van drie bijdragen, ook van Geesje Rotgers en Vogelaar, verbonden aan het Mesdag fonds.

Zoals vaak, zeker als je niet geoefend bent in dit soort zaken, zouden met de wijsheid van nu (het verloop van de zitting) meer stellige en ondubbelzinnig rake en ook filosofisch dieperliggende punten moeten worden geformuleerd. Ik noem er een paar:

Ik zou in de inleiding hebben kunnen zeggen dat onze leden (donateurs) niet alleen natuurliefhebbers zijn, maar tegelijk mens-liefhebbers en daarom ook de realiteit van een industriële beschaving omarmen. We zijn er trots op dat wij deel uit maken van de productieve as Nederland-Duitsland-Noord-Italie waaruit onze welvaart voortkomt, welvaart die ons in staat stelt qua vrije tijd en materiële middelen om van de natuur te genieten. Dat NOx-productie daarbij hoort, is een gegeven dat acceptabel is in het licht van almaar afnemende emissies, het onder de normen voor lokaal gezondheidsgevaar blijven en de natuurlijkheid van het fenomeen fertilisatie via de lucht (te vergelijken met dat van bliksem).
Meer puntsgewijs dan:

  • Schroom niet om de zeer lage depositienormen zelf aan te passen, al is het maar tijdelijk en baseer de norm zelf uiteindelijk op een kosten-baten analyse. Als het prijskaartje voor het bezoek aan een heideveld €1000,- kost, zullen er weinigen warm voor lopen.
  • Het gebruik van niet-gevalideerde rekenmethoden die niemand kan begrijpen dient per direct te worden vervangen te worden door op een volledige set van metingen. Dit is de enige basis voor toetsbare wetgeving.
  • Het RIVM gebruikt onbetrouwbare modellen maar zegt dat de verschil-benadering wel degelijk betrouwbaar is; als wij vliegtuigen met die logica zouden certificeren, zouden ze nooit van de grond komen, maar crashen aan het eind van de startbaan. Het RIVM faciliteert met deze kwalijke praktijk het misbruik van zogenaamd wetenschappelijke instrumenten voor wat wij zien als een ideologische strijd tegen boeren, mobiliteit en industrie.
  • Breng de Natura-2000 gebieden met de laagste depositienorm terug naar 1/3e van de huidige omvang. En geniet van de natuurlijke transitie van de andere gebieden tot natuur die beter past in een geïndustrialiseerd en welvarend land. Spreken van “de grenzen van het draagvermogen van de natuur” zoals dhr. Erisman deed, is misleidend zonder specificatie van welke voorkeursnatuur hij daarmee bedoelt.

Inhoud van de “position paper”

Aan: Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Betreft: Position paper aangaande Rekenmodel en meetmethoden Stikstof(-depositie) problematiek

Vanuit de lange betrokkenheid van onze stichting met het ammoniak-dossier en daarnaast een algehele kijk op milieuproblematiek vanuit wetenschappelijk-technische achtergrond, formuleren wij de volgende inleiding en daarop gebaseerde stellingen.

Achtergrond:

Iedere benadering of methodiek is zo goed als zijn uitgangspunten toelaten. De depositie van stikstofverbindingen wordt begrensd op basis van een niet gevalideerd rekenmodel waarbij vooral de droge depositie bepalend blijkt te zijn. Juist die depositie is louter een modelmatige rekengrootheid en hoeft, bij gebrek aan adequate metingen, geen enkele relatie tot de werkelijkheid te hebben.

Daarnaast zijn de ooit gestelde normen gebaseerd op het in stand houden van een bepaalde soort natuur die op vele plaatsen juist door menselijk handelen tot stand kwam (‘arme’ grond). Dit is dus gemaakte natuur, zoals nagenoeg alle natuur in Nederland ‘gemaakt’ is. De bedreiging vanuit de natuurlijke bemesting vanuit de atmosfeer, is een ‘bedreiging’ door een andere soort natuur (i.c. bomen). De normen in het Duitse Ruhrgebied zijn aanzienlijk ruimer, hetgeen in verband gebracht mag worden aan de letterlijk groene indruk die dat gebied tegenwoordig maakt.

Bij het interpreteren van rekenkundige modellen is het raadzaam altijd bewust te zijn van tekortkomingen ervan, in het bijzonder als deze zonder bevredigende validatiestatus worden ontwikkeld en gebruikt door uitvoerende organisaties. Het gevaar bestaat anders dat parlementair toezicht niet meer kan functioneren onder de intimiderende werking die van de autoriteit van deskundigen uit gaat, in het bijzonder als het complexe materie betreft die al of niet opzettelijk in nevelen gehuld wordt.

Wij constateren dat in de afgelopen decennia de uitstoot van de diverse stikstofverbindingen door de Nederlandse economische activiteit een sterke daling vertoont. Dit is te danken aan de inspanningen die de diverse sectoren hebben verricht.

De stellingen en aanbevelingen van de Groene Rekenkamer luiden nu:

  1. Heroverweeg de huidige strenge normen voor de stikstofdepositie.
  2. Doe dat heroverwegen in samenhang met het opzetten van een kosten-baten analyse: hoeveel kost natuur van type A als het dreigt op natuurlijke wijze te worden overwoekerd door natuur van type B. En daarna de vraag beantwoorden hoeveel dat mag kosten.
  3. Bevorder het ontwikkelen van experimentele methoden om droge depositie betrouwbaar te meten. Eis dat activiteit beperkende wetgeving primair toetsbaar is aan waarnemingen, aangevuld met gevalideerde modellen.

Namens de Stichting Groene Rekenkamer

Ir. C.M. Wentzel
Voorzitter


Stikstofadvies aan de Tweede Kamer Stikstof(-depositie) problematiek

Stichting De Groene Rekenkamer

is een door ingenieur-wetenschappers en journalisten opgerichte stichting met als missie: Cijfermatige controle van economische en/of wetenschappelijke aannames, berekeningen alsmede de daar aan gekoppelde conclusies … –> Lees hier verder …