Jan Paul van Soest en de Zwarte Zwadderneel
Zondag 16 november 2014
De wind is in de bomen,
De regen op ’t struweel.
Nu zal hij weldra komen;
De Zwarte Zwadderneel!
Deze laatste is een figuur in de verhalen van Bommel die straf en verdoemenis predikt om schuldgevoelens op te wekken zonder feitelijke grond.
Heer Zwadderneel is namelijk een gelovige. Straf, boete, verdoemenis en schuld zijn vaststaande feiten voor hem, al weet hij niet of er sprake is van samenhang of enige reden. Overal waar deze bleke in zwart pak gestoken figuur rondwaart, regent het. Zijn paraplu is dan ook een onafscheidelijk attribuut. Aan deze Zwadderneel doet de rampenprediking van klimaatalarmisten denken. Sinds Arrhenius in 1896 heeft men nog steeds amper idee van de werking van het broeikaseffect. Laat staan welke rol CO2 hierin speelt.
Desondanks valt er een gestage regen aan rampen uit de hemel waar klimaatpredikers verschijnen. “Onderwerp u aan de AGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte opwarming) en kom tot Al Gore en zijn apostelen, want alleen zo zult u gered worden”.
Gered waarvan? Hoe komt men aan die wijsheid? Is Van Soest een apostel als Petrus? Kom tot mij, want ik ben de Waarheid, de Weg en het Leven. Is dit wel zo?
De parallel met bekeerdrift aan de deur dringt zich op wanneer de gepredikte klimaatrampen als Apocalyptische Ruiters ons huis binnendenderen; mythische figuren, ontsproten aan geëxalteerde fantasieën galoperend op de wolken van demagogie en PR.
Van Soest spreekt over cognitieve dissonantiereductie. Een waar woord, want het ontkennen van het falen van alle klimaatmodellen bij het niet voorzien van de temperatuurstop sinds 1998 is zeker cognitieve dissonantiereductie.
Hetzelfde geldt voor Climate Gate en de ontmaskering van het Hockeystickmodel.
De Zwaddernelen die worstelen met deze cognitieve dissonantiereductie kunnen/willen zich blijkbaar geen voorstelling maken van een gedachtewereld anders dan de hunne, de sceptische gedachtewereld die vraagt naar de onderbouwde kans welke de klimaatpredikers niet kunnen geven door gebrek aan feitelijke ondersteuning.
Dit verklaart hun klassiek psychologisch te duiden dedain en etaleren van morele verhevenheid om hun kennishiaat te verdoezelen.
Manipulatie aan de hand van postmodern aan emotie appellerend en door uitgekiende desinformatie gedomineerd denken heeft in het klimaatdebat de bedreigende wetenschap opzettelijk naar het tweede plan gedegradeerd. In het debat tussen Hans Labohm en Van Soest dat thans via de NRC is gestart, dient de lezer zich dit cruciale onderscheid, wetenschap i.c. feiten vs emotie i.c. niet op feiten gebaseerde fantasieën, terdege te realiseren.
We citeren: ‘Mijn huis ligt ruim boven NAP. Als de ijskap op Groenland gaat smelten, houden we het hier net droog.’ U leest het goed: als.
‘Als’ beheerst het niet op feiten gebaseerde klimaatgeloof, maar wekt de suggestie van feit door demagogie. Niemand van hen kan echter een onderbouwde kans geven waarop een dergelijke uitspraak is gebaseerd rekening houdend met alle, ook niet menselijke, invloeden. Als de wereldtemperatuur 4 graden zakt, daalt de zeespiegel met 3 meter.
Welk verschil in kans bestaat er voor beide scenario’s? Niemand kan het zeggen. Scenario’s zijn daarom geen feiten, slechts veronderstellingen (de falende klimaatmodellen), die als feiten worden gepredikt. Als alle modellen gefaald hebben bij de projectie van de opwarmingstop, dan is er een, op een ongedefinieerde fractie na, 100% kans dat de uitspraak dat het 95% zeker is dat de opwarming na 1950 voor de helft door de mens is veroorzaakt, onjuist is.
Hoe groot die ongedefinieerde fractie is, weet niemand. Maar hier gaat het juist om. Alle modellen hebben immers gefaald. Dit is een feit. Ergo …. De conclusie dat de rol van CO2 overschat is of: ….hier doet cognitieve dissonantiereductie zijn intrede met alle morele implicaties van dien. We krijgen niet de indruk dat de klimaat-Zwaddernelen zich hun morele en ethische verantwoordelijkheid in het debat voldoende realiseren.
Sommigen gaan hierin ver. Vooral met de bewering dat sceptici een wereldwijd complot hebben gesmeed met de fossiele industrie. Op het eerste gezicht lijkt dit koddig, maar bij nader inzien moet men bedenken dat alle dictatoriale regiems hun toevlucht namen, en nemen, tot soortgelijke gefantaseerde complotten.
Dit eeuwenoude beproefde patroon van demoniserende fantasieën heeft catastrofale altijd, meestal mensonterende, gevolgen gehad. Niet de fantasieën waren, en zijn, de ramp, maar de bestrijding ervan. Manfred Kets schreef hier een aanbevelenswaardig boek over: Worstelen met demonen.
Het lijkt in eerste instantie strelend dat sceptici zulk een mondiale invloed zouden hebben, maar in tweede instantie is het verstandiger om zich van dergelijke fantasieën te distantiëren, omdat zij een twijfelachtige bijdrage vormen aan een gezond debat. Het gaat immers om wetenschap en aangetoonde feiten vs. een gedachtewereld die buiten de werkelijkheid staat en die het moet hebben van charisma, drogreden, demonisering, eigenbelang en hang naar persoonlijke erkenning.
De Zwarte Zwadderneel sjokt intussen voort onder zijn paraplu in zijn miskende wereld los van de werkelijkheid en gebukt onder zijn fantasieën. Wij zijn niet van hem verlost.