Een bijdrage van Jeroen Hetzler.
Gezichten van het Overheidsbeleid. Onder deze titel heeft Dr. Pieter Lukkes, em. hoogleraar geografie, een zeer aanbevelenswaardig boekje geschreven. In dit boekje belicht Lukkes de oorzaken en de nefaste gevolgen voor de democratie en de koopkracht van de burger van het huidige energie- en klimaatbeleid.
De vermaarde Amerikaanse historica Barbara Tuchmann schreef een studie over bestuurlijke prestatie en wanprestaties door de eeuwen heen. Daarin schrijft zij: “Een verschijnsel dat wij overal en altijd in de geschiedenis tegenkomen is dat de regeringen een beleid volgen dat tegen hun eigen belang indruist. Overal heeft de mens wonderen verricht, behalve op bestuurlijk gebied”.
Als de waarneming van Tuchmann juist is dan ligt hier een groot probleem. Overheden gaan immers over belangrijke zaken, te belangrijk om ernstige fouten te begaan.
Zo begint Lukkes. De Overheid schept thans aantoonbaar zelf de voedingsbodem voor ernstige politieke, financiële en democratie ondermijnende fouten zoals uit dit boekje blijkt:
Bij impopulaire maatregelen verstoppen beleidspersonen zich vaak achter elkaar. Dan wordt gezegd dat die maatregelen moeten vanwege afspraken met- en opdrachten uit- Parijs (klimaatakkoord), de EU of Den Haag. Verwijzen naar hogere machten vormt natuurlijk geen bewijs voor de juistheid van de maatregelen.
Hoe vaak horen en lezen wij niet dat grote heilige ‘moeten’ want anders wachten ons de vreselijkste rampen? Wie zijn degenen die dit heilige ‘moeten’ propageren? Zie hier:
Blijkbaar ontbreekt het aan capaciteit om het natuurbeheer naar behoren uit te voeren. Daarvan proberen genoemde belangenpartijen zonder enige democratische legitimatie te profiteren.
Het is velen al jaren een doorn in het oog dat niet gekozen personen en organisaties steeds intensiever de dienst uitmaken, ook bij het klimaatbeleid. Ook de groeiende kloof tussen burger en Overheid is ergerlijk.
Mannheim (het zijn de jaren 30 van de vorige eeuw) zou dit probleem [bureaucratische regelzucht JH] het liefst oplossen door middel van “planning for freedom” maar vreest totalitaire maatregelen. Zijn vrees is terecht geweest. Sindsdien heeft geen overheid serieus werk gemaakt van planning for freedom. Des te meer hebben zij hun best gedaan om meer macht naar zich toe te trekken. Ook onze overheid doet daar nu al enige decennia volop aan mee onderwijl de grote afstand tussen het volk een de overheid betreurend.
De auteur beschrijft vervolgens het mechanisme van het afromen van het ca. € 320 miljard besteedbaar inkomen van de huishoudens met als werktuig de energievoorziening.
Talloos veel partijen willen graag op de gemakkelijke stoel van de overheid zitten. Dus streven zij naar politieke invloed en (economische) macht. Als je die hebt dan kun je net als de overheid de markt -lees huishoudens- bewerken en komen de revenuen vanzelf.
Het verwerven van die status lukt individuele organisaties of leden van het midden- en kleinbedrijf in geen 100 jaar. Daar zijn coalities voor nodig. Zo zijn er coalities ontstaan die enkele decennia geleden voor onmogelijk werden gehouden. Pool (bedrijfsleven) en tegenpool (milieuorganisaties) hebben elkaar gevonden. Niet vanwege een wederkerige liefde maar ter wille van het smeer, dat men in gezamenlijkheid uit de bevolking wil persen. Als werktuig heeft men daarvoor onze energievoorziening gekozen. Die is voor 100% van de bevolking van levensbelang. Dus mist men niemand als men probeert langs die weg de bevolking aflaten op te dringen. Daarbij komt het goed uit dat de fossiele energie ooit eindig zal zijn. Hand in hand met de overheid heeft onze coalitie kans gezien om het gros van de mensheid te laten geloven dat die energietransitie urgent is, des te meer omdat het verbruiken van fossiel slecht zou zijn voor het klimaat. Helaas valt er aan het klimaat geen cent te verdienen, dus spitsen alle maatregelen zich toe op (profitabele) projecten op energiegebied.
Op bekwame wijze zijn de geesten rijp gemaakt voor die energie-/klimaatprojecten. Die projecten zullen de bevolking de komende decennia vele honderden miljarden euro’s kosten. Van een degelijke onderbouwing van die ingrepen is geen sprake. Die onderbouwing kan ook niet worden bijgeleverd, omdat het volstrekt onmogelijk is om de juistheid van de ingrijpende maatregelen te bewijzen. In dit geval wordt de bewijslast omzeild door de inzet van machtsmiddelen. Als je daarover beschikt hoeft je zelfs in een geëmancipeerd land als het onze blijkbaar niets te bewijzen.
Hier is geen woord Chinees bij. Ziehier de gehele gang van zaken in een notendop.
Over de wetenschap stelt Lukkes vervolgens vast dat deze politiek is ingekapseld en slechts dient om waarheid op bestelling te leveren. Gekooide wetenschap van het CPB, PBL, TNO, RIVM, KNMI.
Namelijk gekooid om binnen de lijntjes van het politiek correcte te blijven. Terwijl de essentie van wetenschap juist is, dat het wél over de lijntjes kleurt. Deze ingesnoerde vrijheid van de onderzoeksbureaus reduceert hun potentiële betekenis voor de maatschappij.
Er zal bijvoorbeeld geen politicus zijn die onderzoek zal laten doen dat negatief zal uitpakken voor diens beleid. Inderdaad is de conclusie gerechtvaardigd:
dat het overheidsbeleid in dit land is gebaseerd op informatie, waaruit de onwelkome waarheid is weggefilterd.
Ook legt Lukkes de vinger op het ondemocratische gehalte van de Crisis- en Herstelwet en de Rijkscoördinatieregeling. Wat het Nationale Energieakkoord alsmede de Klimaatwet betreft, kunnen we eveneens vaststellen dat de burger nergens bij betrokken is. Hoe mondiger de burger, des te meer regels moeten er komen om die mondigheid te smoren. Over de wassen neus die MER heet, lezen we:
De Milieu Effect Rapportage (MER) biedt geen bescherming. Dat wordt pijnlijk duidelijk in de MER van het Windpark Noordoostpolder (Oktober 2009). De projectontwikkelaars willen niet dat de onderzoekers het 0-alternatief in de overwegingen nemen!!! Dat wil zeggen dat de onderzoekers niet mogen nagaan of het niet beter is om de bouw van het windpark achterwege te laten. Want dat is voor de initiatiefnemers geen reëel alternatief, zo staat er in het MER-rapport. (…)Aldus bieden de Crisis en Herstelwet alsmede de Rijkscoördinatieregeling de bevolking rechtszekerheid noch bescherming tegen de voornemens van agressieve belangengroepen.
Thans leven wij in een bureaucorporatieve Staat waarin niet gekozen personen en organisaties (de bedenkers van het eerder genoemde heilige ‘moeten’) toenemende invloed uitoefenen teneinde hun eigenbelang te dienen en waarin de media een niet geringe rol spelen. Opnieuw staat de burger buiten spel en moet het hebben van wat de media voorschotelen. Tekenend is bijvoorbeeld dat de voormalige baas van de NPO Hagoort herhaaldelijk stelde: geen objectieve verslaggeving na te streven over het klimaat. Eenzijdigheid is ook troef bij de media. (zie o.a. hier)
De funeste gevolgen van het Energieakkoord van 2013 zowel financieel als democratisch als wetenschappelijk zijn Lukkes treffend beschreven.
Omdat het onderschatten van de kosten een overheidskwaal is, is het verstandig de door hem geïndiceerde bovengrens aan te houden. Dat resulteert in een totaal kostenbedrag van € 20 miljard per jaar en ruim € 600 miljard in totaal. Dat is € 80.000 per huishouden. Dat bedrag dekt iets meer dan het gasloos maken van de gebouwde omgeving (Veenstra 2018) maar is natuurlijk slechts een deel van alle kosten die uit het Energie- en Klimaatakkoord voortvloeien. Waar we op voorbereid moeten zijn? Het dubbele?
Tot slot deze aanbevelingen:
Bij het energie- en klimaatbeleid is de fase van bezinning en onderzoek overgeslagen.
Hoe dat te herstellen? Om te beginnen: door de geldkranen dicht te draaien. Essentieel is ook dat de democratie wordt hersteld en dat er tijd en geld komt voor strikt onafhankelijk en fundamenteel onderzoek op de gebieden energie en klimaatontwikkeling. Deze nieuwe aanpak strookt niet met het te gemakkelijk ondertekenen van energie- en klimaatverdragen. Daar zit je jaren aan vast, ze helpen niet, kosten wel vrachten geld en zijn de start van veel ellende.
Lukkes geeft een angstaanjagend beeld van (bestuurlijke) incompetentie, misbruik van macht, misbruik van wetenschap, belangenverstrengeling, zucht naar macht en wat weinig anders genoemd kan worden dan grootscheepse afpersing van de burger. Dit laatste doet denken aan wat de Overheid deed met het pensioenfonds ABP. Laten we hopen op het wonder dat de Overheid tot inzicht komt.
Derhalve geldt onverminderd:
Ceterum censeo Legem Caeli delendam esse.