Provincie Friesland in de windhandel? Slecht plan!

Zaterdag 12 maart 2016

Een gastbijdrage van Gert-Jaap van Ulzen

In de Leeuwarder Courant van 5 maart j.l. doet Hans Willems een hartstochtelijke oproep aan de Provincie Friesland om met belastinggeld (€127 miljoen!) te participeren in het voorgenomen windpark Fryslan. Die 89 turbines (hoogte Achmeatoren) komen er toch en dan ligt ervan mee profiteren voor de hand.

Wat Dhr. Willems onvermeld laat, is dat Provinciale participatie in dit windpark ook fenomenale risico’s met zich meebrengen. Het is niet aan de overheid (de belasting betaler) om die risico’s van ondernemers over te nemen. Daarentegen staat het logischerwijze iedereen wel vrij – om voor eigen rekening en risico – een stukje Friese windhandel te kopen. De politieke voorstanders (met name de PvdA en GroenLinks) mogen daar hun partijkas rustig voor aanwenden – graag zelfs, maar anderen daartoe niet dwingen.

Business cases voor windindustrie terreinen hebben de onhebbelijke eigenschap om nogal enthousiast creatief dicht gesmeerd te worden met misplaatst optimisme. Het kan minder waaien dan verwacht of de turbines slijten toch sneller dan gedacht.

De productiefactor van wind op land (en reken het IJsselmeer daar ook maar toe) ligt op maximaal 24% en door slijtage van de windmolens daalt dat na 15 jaar tot circa 20%. Het is daarbij opvallend dat het CBS de werkelijke windproductie factoren na 2014 niet meer publiceert en ook het vergelijkbare windpark Urk geen openheid van zaken wenst te geven. Elke procent daling van de productiefactor heeft een negatief gevolg van circa €3 miljoen per jaar op de exploitatie.

Ook kunnen de stroom opbrengsten per KiloWattUur tegenvallen. De marktprijs voor stroom bevindt zich al jaren in een vrije val, juist door een overaanbod aan ‘groene’ stroom. Met enige regelmaat zijn die marktprijzen al negatief, waardoor de geproduceerde windstroom letterlijk waardeloos is. Voor elke cent dat de marktprijs voor stroom daalt, verliest dit windpark per jaar nog eens € 6 miljoen.

Dan zijn er nog de risico’s voor maatschappelijke schade, gezondheids- en milieuschade. Uw woning met zicht op een windturbine verliest deels haar waarde (zo’n 5%). Ook de potentiële schade voor de gezondheid van mens en dier wordt steeds evidenter. Verder is het windpark nota bene ingekleurd in een Natura2000 gebied.

De schadeloosstellingen dienaangaande zullen eveneens betaald moeten worden uit de exploitatie van het windpark Fryslan. Het introduceren van een omgevingsfonds ter hoogte van een paar ton als goedmakertje, kan bij lange na niet de schade dekken welke ontstaat door waardeverlies van onroerend goed of de gezondheidsschade. Dat die laatste bepaald geen fictie is, wijzen circa 120 recente wetenschappelijke onderzoeken aan.

Nu in de mijnbouwwet de omkering van bewijslast wordt geïmplementeerd inzake de schade door gaswinning in Groningen, ligt diezelfde omkering van bewijslast voor windparken voor de hand. Ik zou niet weten hoe de tegenstanders van fossiele energie diametrale spelregels zouden kunnen hanteren voor hernieuwbare vormen daarvan. Hetzelfde geldt voor milieu- en natuurschade als weigeringsgrond voor de vergunning.

Sommige van die risico’s zijn groter dan andere, maar overall is een jaarlijks verlies van tientallen miljoenen voor ons Friese windpark niet bepaald ondenkbaar. Voor de Friezen ligt er – bij participatie door de Provincie – nog een ander risico op de loer. Geen bank of pensioenfonds kan het zich permitteren al die risico’s te dragen en die worden dus ook keurig afgewenteld op de aandeelhouders.

Die aandeelhouders zullen worden verplicht eventuele verliezen zelf aanvullend te financieren middels de zogenaamde 403 verklaring. De aandeelhouders van de firma Eneco (allemaal overheden) kunnen u daar van alles over vertellen, het heeft ze een slordig miljard gekost. Menige duurzame private participant in Duitsland is daaraan ten onder gegaan, het regent daar vooral duurzame faillissementen. De 75.000 deelnemers in het Duitse Prokon bijvoorbeeld, raakte zo €1,4 miljard kwijt.

Provinciale participatie in groene wind plannen is dan ook een slecht idee. Bij windparken is er geen sprake van ‘marktfalen’, maar van domweg onrendabele groene strapatsen. Wanneer er een stevige en sluitende businesscase ligt, zal de markt ook bereid zijn om te investeren en is de Provincie niet nodig.

Wanneer de Provincie Friesland wel nodig is, zijn blijkbaar voornoemde risico’s te hoog voor de markt. Dan wordt met Provinciaal aandeelhouderschap de Friese belastingbetaler de dupe. De groene windlobby strooit uw spaargeld uit over het IJsselmeer. Letterlijk.

Dit artikel verscheen ook op: http://gertjaap.van-ulzen.nl/blog/?p=1609