Falend beleid nekt schaapherders

Zondag 6 december 2015

De financiële nood onder de Nederlandse schaapherders is zo groot dat ze een inzamelingsactie zijn begonnen om de winter door te komen.
Schaapherders moeten tegenwoordig vechten voor hun werk om heides te laten begrazen. Net als in de zorg is marktwerking op de sector losgelaten. Voor elke opdracht moeten gemeenten en provincies aanbesteden. Dit heeft tot gevolg dat er alleen nog maar op prijs wordt geselecteerd. Vooral de eenlingen onder de schaapherders zijn daar nu de dupe van.

Via de website volgdeherder (beslist even lezen en een klein bedrag doneren!) probeert een groep schaapherders nu geld in te zamelen om de winter door te komen. Initiatiefnemer Marcel van Silfhout zegt dat inmiddels vier schaapherderorganisaties het ministerie van Economische Zaken duidelijk hebben gemaakt dat vrijwel alle partijen af willen van de huidige vechtmarkt met kortlopende contracten en onderbetaling. „Veel herders kampen al jarenlang met een exploitatietekort van 30 procent en houden dat niet meer vol.”
Onderzoeksbureau Alterra, gelieerd aan de Wageningen University, legt de ernst van de problematiek bloot in een rapport dat nog voor kerst het levenslicht moet zien.
Van Silfhout: „De trieste balans van het Alterra-rapport is dat herders en hun zeldzame schapenrassen nu ook zelf moeite hebben met het overleven als ’levend erfgoed’. Wegbezuinigde of door aanbesteding verloren begrazingsopdrachten, te lage loonkostenvergoedingen en ieder jaar weer onzekerheid over voortzetting van de kortdurende contracten, zetten het voortbestaan van gehoede schaapkuddes met tussen de 250 en 500 oorspronkelijke heideschapenrassen op het spel.

Het gaat om zeldzame landbouwhuisdieren zoals het Drents, Veluws, Kempisch, -en Groot heideschaap, de Schoonebeeker en het Mergellandschaap.”
Het voorlopige Alterra-rapport is inmiddels gedeeld met de schaapherders. „Het rapport zal onderschrijven dat subsidies en vergoedingen voor dit levend erfgoed in heel het land veel te laag zijn. Het rapport heeft het over een combinatie van overheids- en marktfalen.”

Leven kan de Achterhoekse schaapherder Maarten van Baaren al lang niet meer van zijn werk. „Als gezin lukt het niet om er van rond te komen. Ik hou het vol omdat mijn vriendin een redelijk goede baan heeft. Ik hou vol omdat ik zo eigenwijs ben. Ik ga gewoon door. Dit werk is zo mooi en belangrijk om te doen. Ik heb er ooit al mijn spaargeld in gestoken. Maar als er op de lange termijn niks verandert, kan ik het ook niet meer volhouden. Zoals de situatie nu is, bouw je niks op. Geen pensioen. Geen buffer voor als je iets overkomt. En steeds, elk jaar, moet je maar hopen dat er bij je opdrachtgever voldoende budget is om de begrazing te betalen. Ik ben door de heftige prijsconcurrentie nog geen opdrachten kwijtgeraakt, maar ik ken uitstekende collega’s die dat wel overkomen is. En dat is triest.”

Het ministerie van Economische Zaken, die de opdrachtgever van het Alterra-rapport is, geeft nog geen commentaar op de noodkreet dat marktwerking niet de oplossing is voor de schaapsherders. „Wij hebben er rapport nog niet”, laat een woordvoerster weten. „Wel kan ik zeggen dat we hopen dat er nog lang schapen op onze heides grazen.”
Bron: de Telegraaf van zondag 6 december 2015 Richard van de Crommert