Het boek De Twijfelbrigade, wetenschap of manipulatie
Zaterdag 20 december 2014
Klimaatbeleid maakt meer kapot dan je lief is
Het is al weer een paar maanden geleden dat het jongste boek van Jan Paul van Soest uitkwam onder de titel De Twijfelbrigade waarmee hij de sceptici bedoelt van de gedachte dat wij mensen overheersend verantwoordelijk zijn voor de Moderne Opwarming. In dit boek deed hij een tweetal negatieve uitspraken over de Groene Rekenkamer. Men kan er voor kiezen deze te negeren zoals in eerste instantie gebeurde. In tweede instantie echter, mede gezien de discussie tussen Hans Labohm –deze geheel handelend op persoonlijke titel overigens- en Van Soest, en in derde instantie na aanvullende informatie, is het toch gewenst onderstaand commentaar te geven.
De titel komt natuurlijk enigszins eigenaardig over. Wat wil de auteur zeggen? Wil hij een georganiseerde groep sceptici benoemen? Al lezende lijkt dit er wel op. Hij lijkt te doelen op de twijfelaars aan de aanbevelingen van met name het VN-klimaatpanel (IPCC). Zoals concreet: de mens is sinds 1950 voor 50% verantwoordelijke voor de opwarming van de aarde, met een 95% betrouwbaarheid.
Dit is een misleidende uitspraak, want het gaat niet om een causale zekerheid, maar om de vaststelling dat een parameter in 95% van de gevallen binnen het betrouwbaarheidsinterval zou liggen. We kunnen echter niet zeggen dat er 95% kans is dat deze parameter bij elke steekproef in dat interval ligt. Immers: deze ligt er in of niet in, een van beide. Dus de causaliteit zal nog moeten worden aangetoond. Maar de suggestieve formulering door het IPCC zonder deze correcte wetenschappelijke bewoording is misleidend voor beleidsmakers die immers ten onrechte concluderen dat het 95% zeker is dat de mens voor 50% verantwoordelijk is voor de Moderne Opwarming. Een politiek correcte formulering. Laten we immers niet uit het oog verliezen dat het IPCC een politiek instituut is, een administratiekantoor, en allesbehalve een wetenschappelijk instituut. De discutabele ‘regels’ over peer-review die het IPCC erop na houdt, spreken boekdelen. De vraag die rijst, is: was die formulering opzet of toevallige slordigheid? Ook die slordigheid past opmerkelijk goed in de reeks eerdere slordigheden door het IPCC die wel alle alarmistisch waren. Toeval?
Ziehier de eerste van suggestieve manipulaties die de lezer van het boek van Van Soest op het verkeerde been zetten, en waar de sceptici bezwaren tegen maken. Juist twijfel is immers door alle eeuwen heen de motor achter wetenschappelijk vooruitgang en het weerleggen van foutieve veronderstellingen. Gezien de nog jonge kennis van de complexiteit van het klimaat, is er extra behoefte aan gerede twijfel. Immers, de gelovigen in de inmiddels weerlegde AGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming) lopen politiek onterecht op de muziek vooruit. Dit wordt onderstreept door o.a. de volgende feiten:
· het falen van alle IPCC-klimaatmodellen in het voorspellen van de huidige opwarmingsstop.
· Het feilen –zo niet de fraude- van de hockeystickgrafiek gegeven de gedocumenteerde klimaatontwikkelingen van de afgelopen 3.000 jaar,
· De alleszeggende manipulatie door Climate Gate waaruit bleek dat gelovigen moedwillig trachtten twijfelpunten te verdonkeremanen, en
· Het falende ‘adding circles’. Dit is een Angelsaksische term voor slechte wetenschap die zijn oorsprong vindt in het tegen beter weten in stand houden van een falend model (dat van Ptolemaeus: de aarde is het middelpunt en alles draait er in volmaakte cirkels omheen). Men paste dit aldoor haperende model steeds aan door nieuwe subcirkels (37 uiteindelijk) toe te voegen. Het model sneuvelde in de 16e eeuw door de scepticus Copernicus. In het geval van de haperende catastrofale opwarming als wereldbeeld haalt men er ook van alles bij, maar het strookt telkens onvoldoende met de metingen (feiten).
Er is dus geen afdoende verklaring en er is gegronde reden om eerder aan manipulatie dan aan wetenschap te denken. Is dit niet genoeg reden voor gerechtvaardigde twijfel aan het klimaatbeleid?
Nu dan, Van Soest ontkent alle 4 voornoemde punten, maar volhardt in geen andere ‘verklaring’ dan een met bluf en dedain omklede stelligheid dat de mens verantwoordelijk is voor een vermeende catastrofale opwarming. Scepsis beoogt juist te wijzen op inmiddels na decennia volop beschikbare aanvullende informatie zoals satellietmetingen, temperatuurreeksen et cetera. Wat is er na al die jaren nog over van het oorspronkelijke alarmisme? Niet veel. Van Soest gaat hieraan voorbij en probeert desondanks dat oorspronkelijke kromme alarmisme, door ‘adding circles’, op te dringen en recht te praten. Wetenschappelijk schiet de auteur hierin dus gewoon te kort.
Laat ik in dit verband bijvoorbeeld ook noemen de veelgenoemde 97% van alle wetenschappers die de AGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming) onderschrijven. In de betreffende steekproef onder ca. 10.000 wetenschappers bevonden zich slechts 77 klimaatwetenschappers van wie 75 de hypothese onderschreven: de zogenaamde 97%. De steekproef omvatte 10.000 wetenschappers van wie ca. 3.000 respondeerden waaronder dus die 77 en 75. Zie:
http://sppiblog.org/news/the-97-consensus-is-only-75-self-selected-climatologists
In het gunstigste geval zou men kunnen claimen dat van de 3000 respondenten er 75 de stelling zonder voorbehoud ondersteunden. Dat is dan nog maar een magere 2,5%. Er zijn ca. 6 miljoen wetenschappers. Het is moeilijk voor te stellen in het licht van het voorafgaande dat 5,8 miljoen van hen de AGW-hypothese zouden ondersteunen. Zie ook:
http://scienceandpublicpolicy.org/originals/climate_qconsensusq_opiate_the_97_solution.html
Alleen in dictaturen kan men een dergelijk ongeloofwaardig hoog percentage verwachten. Dit schermen met die 97% ondermijnt derhalve niet alleen de geloofwaardigheid van het boek De Twijfelbrigade. Maar het is ook een voorbeeld van manipulatie ad verecundiam: vermeend (wetenschappelijk) gezag om de argumentatie kracht bij te zetten, niet alleen om de argeloze lezer te misleiden, maar ook de beleidsmakers die op wetenschap hopen te kunnen vertrouwen.
Voorts vindt er een afzwakkende ontwikkeling plaats in de stelligheid waarmee het IPCC zijn boodschap verkondigt, een ontwikkeling die bekend staat als regressie ofwel tenderen naar minder alarmistische waarden op grond van voornoemde aanvullende informatie. Hier is de gemiddelde persoon, in dit geval de fervente aanhanger van het alarmistische gedachtegoed, niet altijd toe bereid omdat het gezichtsverlies inhoudt. Een maar al te menselijke reactie. Dit is iets waar Van Soest gebruik van maakt door de mythe van catastrofale opwarming levend te houden: de 2-voor-12-obsessie. Met wetenschappelijke analyse heeft dit niets uitstaand, wel met psychologisch manipulatie.
Zoals concreet: in de loop van de tijd heeft het IPCC de verwachtingen over opwarming, zeespiegelstijging, weersextremen et cetera steeds verder naar natuurlijke gemiddelden bijgesteld (en zelfs voorzichtige erkenning van natuurlijke factoren). In zijn laatste rapport heeft het IPCC verzwegen dat deze bijstelling zelfs heeft geleid tot een verwacht temperatuureffect vallend binnen de natuurlijke variantie van de afgelopen 10.000 jaar en ironisch genoeg niet toevallig vallend binnen de vigerende klimaatdoelstelling. Zie voor details:
https://www.groene-rekenkamer.nl/download/Een-gevoelige-kwestie-05-03-2014.pdf
De kans op opwarming na een natuurlijke periode van lagere temperatuur zoals de Kleine IJstijd, is vanzelfsprekend hoog. Men zal echter van goeden huize moeten komen om deze kans op de Moderne Opwarming toe te wijzen aan uitsluitend menselijke invloed, de schuldige dus!, zonder in de valkuil te trappen, die ook wel bekend is als the prosecutor’s fallacy: ontkenning van relevante aanvullende informatie. Zie:
http://en.wikipedia.org/wiki/Prosecutor’s_fallacy
Dit is de logische fout om op grond van één gegeven iemand, de menselijke CO2-emissie in dit geval, schuldig te verklaren, aan catastrofale opwarming in dit geval, zonder rekening te houden met de grote hoeveelheid relevante andere verklarende factoren zoals de effecten van de zon (Milankovic-cycli), atmosferische effecten door kosmische straling op wolkenvorming, et cetera . Dit laatste is wat het IPCC niet doet en Van Soest in het kielzog.
Zie voor een voorbeeld van het weglaten van relevante factoren de voetnoot onderaan het artikel.
Echter, klimaatverandering vindt al sinds onheuglijke tijden plaats en menselijke invloed is dus op zijn best één van de vele (wel natuurlijke) oorzaken van klimaatverandering. De menselijke invloed als zo allesoverheersend bestempelen zou betekenen dat vóór de Industriële Revolutie niet significante klimaatschommelingen hadden moeten voorkomen. Dit hebben de Hockeystick grafiek en Climate Gate geprobeerd daadwerkelijk te laten zien. Zoals bekend hebben beide hun wetenschappelijke Waterloo beleefd ondanks de ontkenning door Van Soest. Het is derhalve onlogisch, en redelijkerwijs niet vol te houden, een hogere kans toe te schrijven aan de invloed van menselijke CO2 alleen boven alle factoren tezamen. Deze logische fout is ook het gevolg van het fundamentele manco van het IPCC krachtens haar eenzijdige mandaat: de menselijke invloed op het klimaat beschrijven met voorbijgaan aan de natuurlijke factoren.
In deze beschrijving is men dan ook niet geslaagd. Ook Van Soest niet. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de auteur in ontwijkend gedrag vlucht om zijn persoonlijke geloofsfiasco recht te praten door zich voorstander te verklaren van CO2 als vervuiler. Dit is demonisering zonder wetenschappelijk grond zoals elke middelbare scholier u kan vertellen. Deze demonisering is dan ook niets minder dan associatieve manipulatie waarvan elke dictator gebruik maakt om een zondebok aan te wijzen. Dit ondermijnt mede het wetenschappelijk gehalte van het boek De Twijfelbrigade.
Een tweede vorm van associatieve manipulatie is het vluchtgedrag door de auteur in een complottheorie over sceptici met gevestigde bedrijven als Shell, Exxon et cetera. De opgeblazen negatieve associatie (‘groen’ is moreel superieur als impliciete associatieve manipulatie) met deze bedrijven is ons decennialang voorgehouden. Het is een manipulatief argument dat evenzeer door de eeuwen heen door dictators wordt gehanteerd bij gebrek aan op feiten gebaseerde overtuigingskracht. Het is dan ook veruit het zwakste argument van het boek De Twijfelbrigade. Deze zwakte vertaalt zich in het emotionele disrespect van de auteur voor sceptici mede door zijn ad hominem uitspraken aan het adres van de Groene Rekenkamer als zijnde een zondebok. Ook hier is wetenschap ver te zoeken.
De conclusie is dan ook dat ernstig getwijfeld mag worden aan de wetenschappelijke waarde van het boek De Twijfelbrigade. Het is een knap staaltje tegen logica en wetenschappelijke ontwikkeling (zelfs die van het IPCC), indruisende veronderstellingen. Van Soest cultiveert de illusie dat we het grotendeels nog onbekende klimaatsysteem tot in de verre toekomst kunnen voorspellen en zelfs kunnen beheersen. Een pijltjes gooiende aap presteert niet beter zoals Kahneman in zijn boek Ons feilbare brein aantoont. Van Soest wil dat doen door een klimaatbeleid, dat een zodanige hoge prioriteit heeft dat het economisch en maatschappelijk wel catastrofaal móét uitpakken, (behalve voor ‘groene’ bedrijven misschien?). Bovendien is dit voorgestelde beleid gestoeld op inmiddels weerlegde veronderstellingen die misschien wel “een goed gevoel geven”, maar toch tegen elke vorm van logica indruisen. Desondanks tegen elke logica in, blijft hij doen alsof die weerleggingen niet bestaan. Kortom, hij scheept ons op met een soort woekerpolis die nooit tot uitkering zal komen.
De auteur gaat ook voorbij aan de rol van het toeval. Onder toeval wordt datgene gerangschikt wat wij niet kunnen verklaren. En juist is ironisch genoeg binnen de klimaatwetenschap heel, heel veel dat wij (nog) niet kunnen verklaren. In plaats hiervan wuift de auteur de rol van het overweldigende nog onverklaarde ten onrechte weg. Het is een gevestigd psychologisch gegeven (zie weer Kahneman) dat gelovigen niet bewezen, of zelfs niet bestaande, causale verbanden zoeken om hun geloof achteraf te rechtvaardigen. Beter bekend als Kerkelijke dogma’s. Zo werkt de menselijke intuïtie. Alleen, het gaat hier om wetenschapsbeoefening en verstrekkend beleid, niet om intuïtie en dogma’s.
Het debat tussen Hans Labohm en Van Soest is in deze zin wetenschappelijk dat Hans Labohm wijst op de solide gerechtvaardigde kritische kanttekeningen en aldus wetenschap bedrijft zoals die behoort te zijn. Men hoeft hier geen gespecialiseerde klimaatwetenschapper voor te zijn. Van Soest, als evenmin klimaatwetenschapper, doet dit niet. Dit maakt het debat fundamenteel asymmetrisch: wetenschap vs. religie.
Kortom een boek dat de zaak van verstandig beleid niet dient. Maar het wordt heel lezenswaard als u er dit soort kanttekeningen naast legt en uw eigen conclusies trekt. Wat krom is wordt niet recht gepraat door voos aplomb. Doordat beleidsmakers dit niet doorzien, maakt hun klimaatbeleid meer kapot dan u en mij lief is.
Voetnoot
Een voorbeeld van het weglaten van relevante factoren:
Een DNA-profiel uit bloedsporen op glas na een inbraak. De aanklager kan dan de volgende redeneerstappen te berde brengen:
1. De kans dat het profiel overeenkomt terwijl het bloed toch niet van J. Jansen is, bedraagt één op de miljoen.
2. Het profiel komt overeen, dus de kans dat het bloed niet van J. Jansen is bedraagt één op de miljoen.
3. De kans dat het bloed wel van J. Jansen is bedraagt dus 99,9999%.
Vanzelfsprekend gaat de aanklager hier de mist in als hij (2) concludeert uit (1). Immers, de kans op overeenkomst gegeven dat het bloed niet van J. Jansen is, is niet gelijk aan de kans dat het bloed niet van J. Jansen is, gegeven de overeenkomst. Toch blijkt uit de literatuur dat deze fout op grote schaal in de praktijk gemaakt wordt. De consequenties kunnen groot zijn in gevallen waarin de ‘match-kans’ relatief groot is en er vrijwel geen overig bewijs is.
De verdediging kan in dezelfde zaak als volgt redeneren:
1. Er zijn in Nederland nog zo’n 16 miljoen andere personen dan J. Jansen.
2. Naar verwachting zijn er dus 17 personen, inclusief J.Jansen, met hetzelfde DNA-profiel.
3. De kans dat het bloed van J. Jansen is, bedraagt dus circa 1 op 17, ofwel circa 6%.
Deze redenering is op zich correct, maar er liggen verzwegen aannamen aan ten grondslag. Bijvoorbeeld dat de dader een Nederlander is, en dat alle Nederlanders (inclusief alle vrouwen, baby’s, bejaarden, gehandicapten enz.) a priori met even grote waarschijnlijkheid de dader zijn. Ook deze redenering wordt wel eens in Nederlandse rechtszalen gebruikt. In de literatuur wordt dit de defense fallacy genoemd.
Dus zal men deze beperkingen, maar ook aanvullende bewijsvoering, moeten verdisconteren om tot een correcter oordeel te komen. Hier lijkt geen sprake van te zijn bij het door alarmisten eenzijdig aanwijzen van de schuldige, namelijk de menselijke CO2-emissie. Maar de sceptici, defense, zullen evengoed moeten komen tot een correct oordeel over de rol van de overige factoren. Dit nu is volop onderwerp van de studies naar andere verklarende factoren zoals de effecten van de zon (Milankovic-cycli), atmosferische effecten door kosmische straling op wolkenvorming, et cetera. Dit laatste is wat het IPCC negeert en Van Soest in het kielzog. Dit leidt onvermijdelijk tot een vertekend beleidsadvies.
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Forensische_statistiek