Huishoudens betalen hoogste prijs voor het energiebeleid, 250 tot 400 euro per maand erbij
Vrijdag 20 juni 2014
De Groene Rekenkamer heeft een nieuw rapport geschreven. Ditmaal over de kosten per huishouden die zullen moeten worden opgebracht om de huidige subsidieregelingen plus die welke in het Nationale Energieakkoord zijn neergelegd. De belangrijkste reden voor het schrijven van dit rapport is het feit dat de kosten van het Nederlandse energiebeleid stelselmatig worden verzwegen of veel te optimistisch worden voorgesteld. Eerst was sprake van slechts € 3,7 miljard, vervolgens was er een rekenfout gemaakt van € 14 miljard. Na een brief aan de minister om openheid van zaken te geven volgde diep stilzwijgen. In juli 2013 kwam de Groene Rekenkamer met het volgende bericht:
https://www.groene-rekenkamer.nl/1371/energieakkoord-welk-energieakkoord/
Daarna bogen anderen zich erover om langs een eigen rekenmethode met min of meer het zelfde resultaat te komen. Dit zegt veel over de robuustheid van de gehanteerde rekenmethoden. Onlangs is op particulier initiatief een brief, die door velen is ondertekend, naar de leden van de Eerste en Tweede Kamer gestuurd waarin opnieuw aandacht wordt gevraagd voor het democratische recht op openheid over de kosten die het Nederlandse huishouden boven het hoofd hangen.
Welke zijn nu die kosten?
In dit rapport kunt u lezen dat de kosten van het totale Nederlandse energiebeleid alleen voor wind op zee en op land op bijna € 100 miljard zullen uitkomen. Dit betekent voor een gemiddeld huishouden meer dan € 80 extra per maand. Is het hiermee klaar? Nee, want de bijdrage van wind aan het totale energiegebruik zal door dit beleid uitkomen op 3%. En dit terwijl het doel is 16% in 2023 door hernieuwbare energiebronnen te dekken. In het slechtste geval zou de energierekening dus naar liefst 400 euro per maand kunnen stijgen.
Het rapport gaat ook in op onafhankelijkheid van het buitenland. Gidsland Denemarken is voor ruim 50% onafhankelijk van energie-import. Echter, van deze 50% komt 48% uit eigen gas en olie en de resterende 2% uit wind en zon. Voor Nederland is thans de eigen bijdrage van gas de helft van dat van Denemarken. Er is dan ook geen schijn van kans op substantiële onafhankelijk van energie-import en fossiele brandstoffen door hernieuwbare energiebronnen zonder de gehele Nederlandse economie, te beginnen bij de petrochemische industrie, weg te vagen.
Tot slot wordt in dit rapport ingegaan op de fysische beperkingen van hernieuwbare energiebronnen waaruit de wanverhouding tussen kosten en prestaties van deze energiebronnen blijkt.
Stichting de Groene Rekenkamer wenst u geen leesplezier; wel het democratische recht op openheid over de kosten en baten dat de politiek u weigert te geven.
Download hier
Het complete rapport in Word formaat
Het complete rapport in PDF formaat