Windenergie duurder dan nodig

Donderdag 24 april 2014

Windenergie is onnodig duur. De bouw van windparken kost veel geld, doordat de pachtprijzen voor grond onevenredig hoog zijn. Grondprijzen voor windparken zijn daardoor soms wel tien keer zo hoog als die voor kolencentrales.

Na vele waarschuwingen van wetenschappers en andere experts, komt de overheidsdienst Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (ROVB) nu eindelijk ook tot die conclusie, meldt de NOS.

Hoge pachtprijzen

Uit de tarieven blijkt dat exploitanten van windturbines ruim 10 keer zo veel aan pacht kwijt zijn als uitvoerders van kolencentrales. Exploitanten van windmolens betalen particuliere grondeigenaren voor iedere windmolen elk jaar tussen de 35.000 en de 50.000 euro aan pacht.

Dit zijn geen prijzen die door de grondeigenaren zijn verzonnen, maar die zijn afgeleid van de pacht die het Rijk rekent voor windmolengrond. Een groot deel van de subsidies voor windmolens gaat naar de pacht die door de overheid extreem hoog is vastgesteld. GroenLinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren vindt dat de overheid de prijs van windenergie onnodig opdrijft en eist een onderzoek van minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD).

Geen nieuws

Dat windmolens in werkelijkheid veel duurder zijn dan het kabinet voorspiegelt, is geen nieuwe informatie. In oktober vorig jaar schreven elf wetenschappers een brief aan minister Kamp om zijn ministerie te waarschuwen voor de rooskleurige cijfers die het hanteert als het gaat om prijzen voor windmolenparken.

Volgens de wetenschappers moet er, mede door de hoge pachtprijzen, veel meer en veel langer worden geïnvesteerd in de parken dan het kabinet denkt. Er moet worden gerekend op een kostenstijging van 40 procent voor iedere vijf jaar.

Laag rendement

Daarnaast zou het Centraal Planbureau een veel te optimistische raming hebben gemaakt van de verwachte inkomsten uit windenergie. Het rendement zou zeker 40 procent lager zijn dan waar het kabinet op rekent.

Naast de hoge kosten vrezen wethouders en burgemeesters in de kustgemeenten dat de lelijke windmolens leiden tot minder inkomsten uit toerisme en een verlies van bijna zesduizend banen.

In opstand

Intussen komen ook steeds meer Nederlandse burgers in opstand tegen de windmolenbouwzucht van dit kabinet. Door heel het land zijn er al meer dan honderd actiegroepen die proberen te voorkomen dat er nog meer windmolens worden gebouwd.

De vele waarschuwingen en protestklanken lijken tegen dovemansoren gericht. Het kabinet heeft in het Energieakkoord immers al afgesproken dat het aandeel duurzame energie tussen 2013 en 2020 van 4 naar 14 procent moet gaan. Dit moet gebeuren door meer zonnepanelen te laten bouwen maar vooral ook door meer windmolenparken te bouwen.

Burger betaalt

Dat voelt de belastingbetaler in de portemonnee. Om alles te kunnen bekostigen, heeft het ministerie van Financiën een nieuwe belasting ingevoerd: de Opslag Duurzame Energie.

Van de redactie van DGRK

Het is duidelijk dat wanneer de pachtprijs verlaagd gaat worden de acceptatiegraad bij landbouwers en andere profiteurs aanzienlijk lager wordt om stukken grond te verpachten, dus laat mevrouw van Tongeren maar vragen aan de minister stellen, wat ze inmiddels vanmorgen ook gedaan heeft. In haar poging de pachtprijzen te verlagen graaft ze onwillekeurig het graf voor de windsector.
Eén ding is duidelijk dat elk Nederlandse huishouden door dit soort speculeren met pachtprijzen de rekening gepresenteerd krijgt.

Overigens vergeet iedereen erbij te vertellen dat de grondeigenaar behalve de € 35.000 tot € 50.000 pacht die hij per molen per jaar ontvangt, ook een deel van de opbrengst van de windmolen krijgt. Per windmolen wordt dan totaal tussen de € 100.000 en € 120.000 aan de eigenaar van de grond betaald. Dat geld wordt door het energiebedrijf netjes bij u in rekening gebracht.

De overheid moet verplicht worden gesteld alle kosten en baten van windenergie transparant aan haar bevolking te communiceren. Dat gebeurt niet, ook niet door mevrouw van Tongeren, want dan zou ze aan haar kiezers moeten uitleggen dat de zwakste groepen in de samenleving het zwaarst getroffen worden door de extra energieheffingen en -belastingen die de huishoudens tot minstens 2023 op hun maandelijkse energienota zullen vinden.
Het bedrag loopt tot 2023 op naar meer dan € 1.500 per jaar of € 125 per maand.