Op 10 april publiceerde de TU Delft op haar website het document TU Delft Klimaatactie, waarin uiteengezet wordt waarom en hoe de universiteit veel van haar activiteiten in het teken stelt van – wat wij hier maar zullen noemen – het klimaatparadigma: het idee dat de moderne mens in aanmerkelijke mate verantwoordelijk is voor enig optredende klimaatverandering en dat dit verregaande prioriteit verleent aan tal van activiteiten boven en ten koste van andere activiteiten: voor de universiteit betreft dit ondermeer het ontwikkelen van CO2 reducerende technologieën ter ondersteuning van mitigatie en daarnaast adaptatie.
De Rekenmeesters van De Groene Rekenkamer beschouwen dit als een zeer belangrijk document omdat hier een rechtvaardiging wordt gegeven, een onderbouwing die expliciet is en die in essentie waar moet zijn, wil dit thema – tevens het thema van de Dies Natalis 2019 – op zijn plaats zijn als leidraad. Immers, de universiteiten verbonden zich in het verleden wel wel vaker aan thema’s van de Verenigde Naties, maar dat betrof altijd redelijk objectieve en evidente streefdoelen zoals adequate waterhuishouding en energievoorziening. Nu echter, berust een geheel programma op de vermeende afhankelijkheid van klimaat als zodanig van menselijke uitstoot van broeikasgassen.
Wij analyseren daarom stap voor stap de punten die in de betreffende brochure zijn verwoord en letten daarbij in het bijzonder op vaag en dubbelzinnig taalgebruik en ook halve waarheden die in de weg kunnen staan van waarheidsvinding. Het gaat om feitelijke onderbouwing en overeenkomst met observaties. Het gaat zeker om correlatie, maar vooral ook om causatie, met erkenning van onvolledigheid van kennis. De commentaarsectie willen we graag gebruiken om uw mening te polsen over de argumentatie. Onze eigen voorlopige commentaren hebben wij in de rechter kolom weergegeven, maar zullen wij aanpassen aan onze eigen voortgang van de analyse en de aangereikte inzichten, waarvoor bij voorbaat dank.
Aldus ontstaat een begin van een debat. Wij hopen dat deze vorm en inhoud in brede kring in goede aarde zullen vallen.
De punten uit het “klimaat-actieplan”
GRK Analyse
- De aarde warmt op. Er zijn talrijke metingen die dit aantonen, van weerstations over de hele wereld, van weerballonnen, van boeien in de oceaan en meer recentelijk van satellieten.
- In de afgelopen decennia is de uitstoot van broeikasgassen flink toegenomen, merendeels door het gebruik van fossiele brandstoffen.
- De waargenomen stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde sinds het pre-industriële tijdperk is overtuigend toe te schrijven aan de toename van broeikasgassen. Andere verschijnselen, zoals veranderingen in zonnestraling of concentratie van stofdeeltjes in de atmosfeer, hebben een veel geringer effect. Geologische veranderingen of veranderingen van de baan van de aarde gaan te traag om als verklaring te dienen voor de huidige snelle temperatuurstijging.
- De opwarming blijkt ook uit andere signalen dan de toename van de temperatuur in de atmosfeer en de oceaan. De zeespiegel stijgt in toenemende mate, gletsjers krimpen en de hoeveelheid poolijs neemt snel af. Regionale neerslagpatronen veranderen en ook extreme weersomstandigheden, zoals hittegolven, komen steeds vaker voor.
- Teneinde de opwarming van de aarde terug te dringen moet de uitstoot van broeikasgassen worden verminderd. Naast CO2 (koolstofdioxide) gaat het daarbij om CH4 (methaan), N2O (distikstofmonoxide of lachgas) enfluorkoolwaterstoffen (hfk’s).
- Als we de opwarming tot maximaal 2°C willen beperken, moeten de wereldwijde CO2-emissies in de tweede helft van deze eeuw tot nul worden gereduceerd. Als we de emissies willen beperken tot een opwarming van 1,5 °C, moet dit halverwege de eeuw al zijn gebeurd.
- Om zinvolle uitspraken over de toekomst te kunnen doen, zijn klimaatmodellen nodig in combinatie met scenario’s voor ontwikkelingen in onder andere de wereldeconomie, bevolkingsgroei, technologie, politiek, levensstijl en levensstandaard.
- De huidige klimaatmodellen, zoals gepresenteerd door de IPCC, het VN-platform voor klimaatwetenschappers uit de hele wereld, kunnen de wereldwijd waargenomen temperatuurtrends reproduceren, en worden gebruikt als basis voor het klimaatbeleid.
- Naleving van de Klimaatovereenkomst van Parijs is een noodzakelijke maatregel om de samenleving te behoeden voor de schadelijke gevolgen van de opwarming van de aarde. De plannen zouden echter wel eens ontoereikend kunnen zijn om de opwarming te beperken tot 2 graden. Hoewel het mogelijk is de opwarming van de aarde tot veiliger niveaus terug te dringen via de Klimaatovereenkomst van Parijs en mogelijk aanvullend beleid, zullen we ons ook moeten voorbereiden op wereldwijde aanpassing aan de effecten van de klimaatverandering.
- De Klimaatovereenkomst van Parijs wijst ook op de noodzaak van negatieve emissies: de verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer. Intensieve inspanningen op dit gebied zijn nodig, omdat bestaande technieken nog onvoldoende ontwikkeld zijn voor grootschalige toepassing en er ook nieuwe technieken moeten worden ontwikkeld.
- Als op enig moment in de toekomst de effecten van de klimaatverandering extreem uitpakken, moeten er nieuwe technieken beschikbaar komen die als ‘veiligheidsklep’ de aarde tijdelijk kunnen afkoelen. De hiervoor vereiste technieken moeten nog worden ontwikkeld. Ook zal een grondige afweging van risico’s, kosten en baten moeten worden gemaakt.
- Wij concluderen dat zowel klimaatmitigatie (preventie van klimaatverandering door reductie van broeikasgasemissies) als klimaatadaptatie (aanpassing aan huidige en toekomstige veranderingen in het klimaat) absoluut noodzakelijk zijn om onze planeet op de lange duur leefbaar te houden. Dat geldt zeker ook voor Nederland. De transitie naar een duurzame en veerkrachtige samenleving is echter complex en brengt technische, maatschappelijke en ethische uitdagingen met zich mee.
- Deze transitie vergt dat een breed scala van verschillende actoren en beleidsmakers hun huidige werkwijzen veranderen. Deze veranderingen werpen vragen op, bijvoorbeeld wat in een specifieke context, op een specifiek moment of op een specifieke plaats de beste technologische oplossing is. Over welke kosteneffectieve, praktische mogelijkheden beschikken we, en wat zijn de bijbehorende maatschappelijke en ethische opgaven? Wie heeft er voordeel van en wie niet, en hoe moeten we daarmee omgaan?
- Hoe zorgen we ervoor dat de energietransitie eerlijk en inclusief is? Wat voor beleid is er nodig om de oplossingen duurzaam te maken? Het vereist een toekomstgerichte vorm van besturen en plannen, met het vermogen om structurele onzekerheden het hoofd te bieden, waarmee overheid en publiek weloverwogen keuzes kunnen maken tussen uiteenlopende technische, ecologische, economische, ethische en sociale consequenties. Het is de taak van de klimaatwetenschap om dit proces te ondersteunen en begeleiden door de samenleving te informeren met nieuwe kennis over de klimaatverandering.
- Inderdaad, dat klopt.
Niet onvermeld mag blijven dat de stijging begon ruim vóórdat menselijke CO2 emissies een rol konden spelen. - De CO2 concentratie stijgt inderdaad, en een verband met menselijke uitstoot wordt breed geaccepteerd, ofschoon er nog een aantal serieuze vragen over deze aanname onbeantwoord zijn.
- Er is geen enkel bewijs voor deze stelling. Dat men voor de recente opwarming geen andere verklaring kan verzinnen, wil niet zeggen dat een vrij willekeurige aanname als deze daarom waar is. Waarom warmde de aarde op in het eerste deel van de vorige eeuw? Waarom daalde de temperatuur in de Kleine IJstijd daarvoor tot een in duizenden jaren ongekend dieptepunt? Dat kan ook niet met de klimaatmodellen, door de CO2 concentratie of anderszins verklaard worden.
Het is misschien aanlokkelijk om de stijgende CO2 concentratie in de tweede helft van de vorige eeuw te correleren aan de temperatuurstijging, maar dat is onwetenschappelijk. Temeer daar de sterke toename van de CO2 uitstoot na de oorlog juist gepaard ging met een opvallende 20 jaar temperatuurstabiliteit of zelfs -daling. Onze kennis van de werking van het klimaat staat nog ver af van een goed onderbouwde verklaring van de temperatuurschommelingen op de aarde. - Het historisch verloop van enige van de hier genoemde ‘signalen’ (beter is indicatoren) is in overeenstemming met het feit dat er sprake is van mondiale opwarming als behandeld bij punt 1).
Maar ondermeer de recente Deltares studie is in tegenspraak met de hier geclaimde versnelling van de zeespiegelstijging: die versnelling is niet terug te vinden in de Nederlandse metingen, en is ook niet af te leiden uit peilingen in de rest van de wereld.
Verder liet het IPCC in het SREX rapport weten dat niet gesteld kan worden dat ‘extreem weer’ (bijvoorbeeld orkanen en droogtes) toeneemt. Op basis van elementaire fysica kan zelfs beredeneerd worden dat de drijvende kracht achter fenomenen als orkanen afneemt (het temperatuurverschil tussen polen en tropen).
Tot slot zijn de IPCC-SREX uitspraken over toenemen van hittegolven uiterst genuanceerd: “… there is medium confidence that the length or number of warm spells or heat waves has increased”. - Dit punt betreft een conclusie die vooralsnog niet aan de orde is zolang het wetenschappelijk debat over de hoofdzaken nog onbeslist is. Overigens zijn het voorkomen van methaan in de atmosfeer en de effecten daarvan op klimaat zo mogelijk nog minder begrepen dan die van CO2.
- Deze aannames vloeien voort uit de projecties van klimaatmodellen, waarvan aangetoond is dat de voorspellende waarde laag is.
Wanneer niet de klimaatmodellen van het IPCC maar de waarnemingen uit de IPCC rapporten als uitgangspunt genomen worden, blijkt de opwarming zelfs nog onder de 2 graden te blijven als er pas vanaf 2080 CO2 gereduceerd gaat worden (Lewis & Curry). De door de TU gesuggereerde urgentie van de CO2 reductie heeft geen wetenschappelijke basis. - Ieder model waarvan geclaimd wordt dat het van nut is, dient gevalideerd te zijn conform de ingenieursmethode. Een model dat onvoldoende overeenkomt met de waarnemingen kan dan ook niet als geldig beschouwd worden. Een dergelijke audit omvat fouten-propagatie-analyse en uitgebreide validatie ten aanzien van de uitkomsten op globaal en lokaal niveau, voor temperaturen in de hydrosfeer en in diverse lagen van de atmosfeer, wolkenbedekking en precipitatie.
Vanaf het IPCC AR5 rapport zijn de projecties van de klimaatmodellen niet meer in lijn met de observaties. Van betrouwbare gekoppelde modellen en scenario’s kan tot het moment van validatie geen sprake zijn.
Daarentegen dient het positieve effect van goedkope energie op de levensstandaard erkend en gekwantificeerd te worden. Zodat duidelijk wordt wat de desastreuze invloed op de wereldeconomie zal zijn van onbezonnen beleid dat leidt tot hogere energieprijzen. - Dit is onjuist: de huidige klimaatmodellen zijn niet in staat om het klimaat uit het verleden te reproduceren. Ze hebben ook dusdanig veel parameters dat er geen sprake is van unieke oplossingen. Bovendien is een beroep op compleetheid ten aanzien van de fysische mechanismes en factoren in deze modellen op zijn zachtst gezegd misleidend: ze zijn niet op exact berekende fysische processen in de atmosfeer gebaseerd, maar op benadering daarvan met behulp van subjectieve parametrisaties.
- Uit berekeningen van het PBL volgt dat alle beloofde CO2 reducties van het Parijs akkoord bij elkaar ca 35Gton aan CO2 reductie opleveren. Uit de carbon budget methode van het IPCC volgt dat voor de 2 graden doelstelling echter een reductie van 2000 tot 4000 Gton CO2 nodig is t.o.v. van het huidige beleid (van voor Parijs). De opmerking dat Parijs wel eens ontoereikend zou kunnen zijn is zeer misleidend: Parijs doet niet 1% van wat het IPCC noodzakelijk acht voor de 2 graden doelstelling.
Dat leidt dus tot een veel sterkere conclusie van punt 4: tenzij een honderd maal grotere wereldwijde reductie dan die is voorgenomen in Parijs financieel, technisch en maatschappelijk aantoonbaar haalbaar is, moet de aandacht en de besteding van middelen verplaatst worden van mitigatie naar adaptatie.
Er zit geen logica achter de conclusie dat beide noodzakelijk zijn.
Dat de mensheid er goed aan doet om zich voor te voorbereiden op “wereldwijde aanpassing aan de effecten van de klimaatverandering” is even evident als triviaal. De moderne mens is er met name in geslaagd zich te wapenen tegen ongunstige klimaten door beheersing en benutten van praktisch bruikbare en betaalbare energie. - De argumentering voor negatieve emissies is afhankelijk van de uitkomst van het wetenschappelijk debat over de effecten van CO2, derhalve geldt hetzelfde als voor punt 1-5.
De bepleite verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer kost bovendien zeer veel geld en energie en is totdat het tegendeel is bewezen, nutteloos en eigenlijk zelfs ongewenst vanwege de bewezen positieve effecten van CO2 op organisch leven en onze voedselproductie. - De opmerkingen over de ‘veiligheidsklep’ tonen dat er bij de opstellers van deze argumentatie gebrekkige klimaatkennis aanwezig is: er bestaat niet één aanleiding om te veronderstellen dat het klimaat instabiel zou kunnen worden.
- De absolute noodzaak om te mitigeren is in het voorgaande niet overtuigend onderbouwd en kan dus ook niet als conclusie gelden. Als er iets uit het voorgaande blijkt, dan is het wel dat de keuze voor adaptatie de enige no-regret aanpak is.
Wij van de GRK concluderen dan ook dat de “leefbaarheid van de planeet” zoals altijd bepaald wordt door menselijk vernuft en aanpassingsvermogen, bekrachtigd door de beschikbaarheid van aanzienlijke hoeveelheden vraaggestuurde energie. De bewoording ‘duurzaam’ is dan ook misleidend zodra deze wordt losgekoppeld van een rationele discussie omtrent de gewenste inhoud en snelheid van een toekomstige energietransitie. - Hier wordt de energietransitie als premisse gehanteerd, terwijl in het voorgaande juist duidelijk geworden is dat het Parijs-klimaatbeleid, dat op gebied van kosten en draagvlak waarschijnlijk al meer vergt dan haalbaar zal blijken te zijn, maar 1% van de reductie oplevert die volgens het IPCC voor 2 graden nodig is. Hieruit volgt dat het streven om in 30 jaar het gebruik van fossiele brandstoffen uit te bannen een utopie is, en dat het voortzetten van het beleid in die richting alleen maar negatieve gevolgen heeft voor de samenleving. In de academische benadering is geen plaats voor een dogmatische opstelling maar dient een pragmatische kosten/baten analyse bepalend te zijn voor de besluitvorming.
- Bezorgdheid over de consequenties van het “klimaatbeleid” is zeer legitiem. Onze welvaart en welzijn zijn op dit moment zeer afhankelijk van goedkope en vrij beschikbare energie. De voorgenomen overhaaste nationale energietransitie in 30 jaar zal gegarandeerd zeer grote gevolgen hebben voor productiviteit, welvaart en welzijn in Nederland; de wereld doet er goed aan dit voorbeeld niet te volgen.
- De aarde warmt op. Er zijn talrijke metingen die dit aantonen, van weerstations over de hele wereld, van weerballonnen, van boeien in de oceaan en meer recentelijk van satellieten.
- In de afgelopen decennia is de uitstoot van broeikasgassen flink toegenomen, merendeels door het gebruik van fossiele brandstoffen.
- De waargenomen stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde sinds het pre-industriële tijdperk is overtuigend toe te schrijven aan de toename van broeikasgassen. Andere verschijnselen, zoals veranderingen in zonnestraling of concentratie van stofdeeltjes in de atmosfeer, hebben een veel geringer effect. Geologische veranderingen of veranderingen van de baan van de aarde gaan te traag om als verklaring te dienen voor de huidige snelle temperatuurstijging.
- De opwarming blijkt ook uit andere signalen dan de toename van de temperatuur in de atmosfeer en de oceaan. De zeespiegel stijgt in toenemende mate, gletsjers krimpen en de hoeveelheid poolijs neemt snel af. Regionale neerslagpatronen veranderen en ook extreme weersomstandigheden, zoals hittegolven, komen steeds vaker voor.
- Teneinde de opwarming van de aarde terug te dringen moet de uitstoot van broeikasgassen worden verminderd. Naast CO2 (koolstofdioxide) gaat het daarbij om CH4 (methaan), N2O (distikstofmonoxide of lachgas) enfluorkoolwaterstoffen (hfk’s).
- Als we de opwarming tot maximaal 2°C willen beperken, moeten de wereldwijde CO2-emissies in de tweede helft van deze eeuw tot nul worden gereduceerd. Als we de emissies willen beperken tot een opwarming van 1,5 °C, moet dit halverwege de eeuw al zijn gebeurd.
- Om zinvolle uitspraken over de toekomst te kunnen doen, zijn klimaatmodellen nodig in combinatie met scenario’s voor ontwikkelingen in onder andere de wereldeconomie, bevolkingsgroei, technologie, politiek, levensstijl en levensstandaard.
- De huidige klimaatmodellen, zoals gepresenteerd door de IPCC, het VN-platform voor klimaatwetenschappers uit de hele wereld, kunnen de wereldwijd waargenomen temperatuurtrends reproduceren, en worden gebruikt als basis voor het klimaatbeleid.
- Naleving van de Klimaatovereenkomst van Parijs is een noodzakelijke maatregel om de samenleving te behoeden voor de schadelijke gevolgen van de opwarming van de aarde. De plannen zouden echter wel eens ontoereikend kunnen zijn om de opwarming te beperken tot 2 graden. Hoewel het mogelijk is de opwarming van de aarde tot veiliger niveaus terug te dringen via de Klimaatovereenkomst van Parijs en mogelijk aanvullend beleid, zullen we ons ook moeten voorbereiden op wereldwijde aanpassing aan de effecten van de klimaatverandering.
- De Klimaatovereenkomst van Parijs wijst ook op de noodzaak van negatieve emissies: de verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer. Intensieve inspanningen op dit gebied zijn nodig, omdat bestaande technieken nog onvoldoende ontwikkeld zijn voor grootschalige toepassing en er ook nieuwe technieken moeten worden ontwikkeld.
- Als op enig moment in de toekomst de effecten van de klimaatverandering extreem uitpakken, moeten er nieuwe technieken beschikbaar komen die als ‘veiligheidsklep’ de aarde tijdelijk kunnen afkoelen. De hiervoor vereiste technieken moeten nog worden ontwikkeld. Ook zal een grondige afweging van risico’s, kosten en baten moeten worden gemaakt.
- Wij concluderen dat zowel klimaatmitigatie (preventie van klimaatverandering door reductie van broeikasgasemissies) als klimaatadaptatie (aanpassing aan huidige en toekomstige veranderingen in het klimaat) absoluut noodzakelijk zijn om onze planeet op de lange duur leefbaar te houden. Dat geldt zeker ook voor Nederland. De transitie naar een duurzame en veerkrachtige samenleving is echter complex en brengt technische, maatschappelijke en ethische uitdagingen met zich mee.
- Deze transitie vergt dat een breed scala van verschillende actoren en beleidsmakers hun huidige werkwijzen veranderen. Deze veranderingen werpen vragen op, bijvoorbeeld wat in een specifieke context, op een specifiek moment of op een specifieke plaats de beste technologische oplossing is. Over welke kosteneffectieve, praktische mogelijkheden beschikken we, en wat zijn de bijbehorende maatschappelijke en ethische opgaven? Wie heeft er voordeel van en wie niet, en hoe moeten we daarmee omgaan?
- Hoe zorgen we ervoor dat de energietransitie eerlijk en inclusief is? Wat voor beleid is er nodig om de oplossingen duurzaam te maken? Het vereist een toekomstgerichte vorm van besturen en plannen, met het vermogen om structurele onzekerheden het hoofd te bieden, waarmee overheid en publiek weloverwogen keuzes kunnen maken tussen uiteenlopende technische, ecologische, economische, ethische en sociale consequenties. Het is de taak van de klimaatwetenschap om dit proces te ondersteunen en begeleiden door de samenleving te informeren met nieuwe kennis over de klimaatverandering.
- De aarde warmt op. Inderdaad, dat klopt.
Niet onvermeld mag blijven dat de stijging begon ruim vóórdat menselijke CO2 emissies een rol konden spelen. - …uitstoot… De CO2 concentratie stijgt inderdaad, en een verband met menselijke uitstoot wordt breed geaccepteerd, ofschoon er nog een aantal serieuze vragen over deze aanname onbeantwoord zijn.
- …toe te schrijven… Er is geen enkel bewijs voor deze stelling. Dat men voor de recente opwarming geen andere verklaring kan verzinnen, wil niet zeggen dat een vrij willekeurige aanname als deze daarom waar is. Waarom warmde de aarde op in het eerste deel van de vorige eeuw? Waarom daalde de temperatuur in de Kleine IJstijd daarvoor tot een in duizenden jaren ongekend dieptepunt? Dat kan ook niet met de klimaatmodellen, door de CO2 concentratie of anderszins verklaard worden.
Het is misschien aanlokkelijk om de stijgende CO2 concentratie in de tweede helft van de vorige eeuw te correleren aan de temperatuurstijging, maar dat is onwetenschappelijk. Temeer daar de sterke toename van de CO2 uitstoot na de oorlog juist gepaard ging met een opvallende 20 jaar temperatuurstabiliteit of zelfs -daling. Onze kennis van de werking van het klimaat staat nog ver af van een goed onderbouwde verklaring van de temperatuurschommelingen op de aarde. - …andere signalen… Het historisch verloop van enige van de hier genoemde ‘signalen’ (beter is indicatoren) is in overeenstemming met het feit dat er sprake is van mondiale opwarming als behandeld bij punt 1).
Maar ondermeer de recente Deltares studie is in tegenspraak met de hier geclaimde versnelling van de zeespiegelstijging: die versnelling is niet terug te vinden in de Nederlandse metingen, en is ook niet af te leiden uit peilingen in de rest van de wereld.
Verder liet het IPCC in het SREX rapport weten dat niet gesteld kan worden dat ‘extreem weer’ (bijvoorbeeld orkanen en droogtes) toeneemt. Op basis van elementaire fysica kan zelfs beredeneerd worden dat de drijvende kracht achter fenomenen als orkanen afneemt (het temperatuurverschil tussen polen en tropen).
Tot slot zijn de IPCC-SREX uitspraken over toenemen van hittegolven uiterst genuanceerd: “… there is medium confidence that the length or number of warm spells or heat waves has increased”. - …uitstoot… Dit punt betreft een conclusie die vooralsnog niet aan de orde is zolang het wetenschappelijk debat over de hoofdzaken nog onbeslist is. Overigens zijn het voorkomen van methaan in de atmosfeer en de effecten daarvan op klimaat evenmin volledig begrepen als die van CO2.
- …tot 2º beperken… Deze aannames vloeien voort uit de projecties van klimaatmodellen, waarvan aangetoond is dat de voorspellende waarde laag is.
Wanneer niet de klimaatmodellen van het IPCC maar de waarnemingen uit de IPCC rapporten als uitgangspunt genomen worden, blijkt de opwarming zelfs nog onder de 2 graden te blijven als er pas vanaf 2080 CO2 gereduceerd gaat worden (Lewis & Curry). De door de TU gesuggereerde urgentie van de CO2 reductie heeft geen wetenschappelijke basis. - …klimaatmodellen…levensstandaard… Ieder model waarvan geclaimd wordt dat het van nut is, dient gevalideerd te zijn conform de ingenieursmethode. Een model dat onvoldoende overeenkomt met de waarnemingen kan dan ook niet als geldig beschouwd worden. Een dergelijke audit omvat fouten-propagatie-analyse en uitgebreide validatie ten aanzien van de uitkomsten op globaal en lokaal niveau, voor temperaturen in de hydrosfeer en in diverse lagen van de atmosfeer, wolkenbedekking en precipitatie.
Vanaf het IPCC AR5 rapport zijn de projecties van de klimaatmodellen niet meer in lijn met de observaties. Van betrouwbare gekoppelde modellen en scenario’s kan tot het moment van validatie geen sprake zijn.
Daarentegen dient het positieve effect van goedkope energie op de levensstandaard erkend en gekwantificeerd te worden. Zodat duidelijk wordt wat de desastreuze invloed op de wereldeconomie zal zijn van onbezonnen beleid dat leidt tot hogere energieprijzen. - …reproduceren… Dit is onjuist: de huidige klimaatmodellen zijn niet in staat om het klimaat uit het verleden te reproduceren. Ze hebben ook dusdanig veel parameters dat er geen sprake is van unieke oplossingen. Bovendien is een beroep op compleetheid ten aanzien van de fysische mechanismes en factoren in deze modellen op zijn zachtst gezegd misleidend: ze zijn niet op exact berekende fysische processen in de atmosfeer gebaseerd, maar op benadering daarvan met behulp van subjectieve parametrisaties.
- …Parijs… Uit berekeningen van het PBL volgt dat alle beloofde CO2 reducties van het Parijs akkoord bij elkaar ca 35Gton aan CO2 reductie opleveren. Uit de carbon budget methode van het IPCC volgt dat voor de 2 graden doelstelling echter een reductie van 2000 tot 4000 Gton CO2 nodig is t.o.v. van het huidige beleid (van voor Parijs). De opmerking dat Parijs wel eens ontoereikend zou kunnen zijn is zeer misleidend: Parijs doet niet 1% van wat het IPCC noodzakelijk acht voor de 2 graden doelstelling.
Dat leidt dus tot een veel sterkere conclusie van punt 4: tenzij een honderd maal grotere wereldwijde reductie dan die is voorgenomen in Parijs financieel, technisch en maatschappelijk aantoonbaar haalbaar is, moet de aandacht en de besteding van middelen verplaatst worden van mitigatie naar adaptatie.
Er zit geen logica achter de conclusie dat beide noodzakelijk zijn.
Dat de mensheid er goed aan doet om zich voor te voorbereiden op “wereldwijde aanpassing aan de effecten van de klimaatverandering” is even evident als triviaal. De moderne mens is er met name in geslaagd zich te wapenen tegen ongunstige klimaten door beheersing en benutten van praktisch bruikbare en betaalbare energie. - De argumentering voor negatieve emissies is afhankelijk van de uitkomst van het wetenschappelijk debat over de effecten van CO2, derhalve geldt hetzelfde als voor punt 1-5.
De bepleite verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer kost bovendien zeer veel geld en energie en is totdat het tegendeel is bewezen, nutteloos en eigenlijk zelfs ongewenst vanwege de bewezen positieve effecten van CO2 op organisch leven en onze voedselproductie. - De opmerkingen over de ‘veiligheidsklep’ tonen dat er bij de opstellers van deze argumentatie gebrekkige klimaatkennis aanwezig is: er bestaat niet één aanleiding om te veronderstellen dat het klimaat instabiel zou kunnen worden.
- De absolute noodzaak om te mitigeren is in het voorgaande niet overtuigend onderbouwd en kan dus ook niet als conclusie gelden. Als er iets uit het voorgaande blijkt, dan is het wel dat de keuze voor adaptatie de enige no-regret aanpak is.
- Wij van de GRK concluderen dan ook dat de “leefbaarheid van de planeet” zoals altijd bepaald wordt door menselijk vernuft en aanpassingsvermogen, bekrachtigd door de beschikbaarheid van aanzienlijke hoeveelheden adequate energie. De bewoording ‘duurzaam’ is dan ook misleidend zodra deze wordt losgekoppeld van een rationele discussie omtrent de gewenste inhoud en snelheid van een toekomstige energietransitie.
- Hier wordt de energietransitie als premisse gehanteerd, terwijl in het voorgaande juist duidelijk geworden is dat het Parijs beleid, dat op gebied van kosten en draagvlak waarschijnlijk al meer vergt dan haalbaar zal blijken te zijn, maar 1% van de reductie oplevert die volgens het IPCC voor 2 graden nodig is. Hieruit volgt dat het streven om in 30 jaar het gebruik van fossiele brandstoffen uit te bannen een utopie is, en dat het voortzetten van het beleid in die richting alleen maar negatieve gevolgen heeft voor de samenleving. In de academische benadering is geen plaats voor een dogmatische opstelling maar dient een pragmatische kosten/baten analyse bepalend te zijn voor de besluitvorming.
- Bezorgdheid over de consequenties van het “klimaatbeleid” is zeer legitiem. Onze welvaart en welzijn zijn op dit moment zeer afhankelijk van goedkope en vrij beschikbare energie. De voorgenomen overhaaste nationale energietransitie in 30 jaar zal gegarandeerd zeer grote gevolgen hebben voor productiviteit, welvaart en welzijn in Nederland; de wereld doet er goed aan dit voorbeeld niet te volgen.
Gevolgen voor het “Klimaat actieplan” TU Delft
De bovenstaande punten betreffen reeds in het eerste deel het fundament van de vraag. Indien NIET “overtuigend is aangetoond” dat het temperatuurverloop ongewoon is en door de door de mens geproduceerde broeikasgassen wordt veroorzaakt, dan resteert er slechts een hypothese van willekeurige aard. Dan is het koppelen van “klimaat” aan een actieplan slechts relevant en gerechtvaardigd voorzover het klimaatgerelateerde dreiging voor de mens betreft in de klassieke zin. Daarmee is echt niets nieuws onder de zon.
Het 1%-99% argument in de analyse van punt 2-4 is wellicht het meest pregnante argument dat adaptatie aan welk klimaatfenomeen dan ook de prioriteit verdient boven mitigatie.
Na het opwerpen van deze gepubliceerde argumenten bouwt de universiteit op deze fundatie voort met de formulering van een viertal onderzoeksvragen en daarna nog een bespreking van een zevental aandachtsgebieden. Deze worden later op een aparte pagina gepresenteerd om de discussie overzichtelijk te houden. Wel volgt hier een opsomming:
Onderzoeksvragen TU Delft:
- Hoe sterk is de klimaatgevoeligheid?
- Hoe zal het klimaat de bewoonbaarheid gaan beïnvloeden?
- Waar blijft de koolstof?
- In hoeverre kunnen extreme gebeurtenissen worden toegeschreven aan klimaatverandering en hoe zullen ze zich in de toekomst ontwikkelen?
Aandachtsgebieden TU Delft:
- Wat zijn de mogelijkheden voor mitigatie?
- Energietechnologie.
- Reductie van de primaire vraag, hergebruik en efficiency.
- Afvang, conversie en opslag van koolstof.
- Mobiliteit.
- Wat zijn de uitdagingen voor klimaatadaptie?
- Wat kan geo-engineering bijdragen?
En wat nu?
We nodigen u uit om hier uw commentaren te geven op het Klimaat actieplan TU Delft, bij voorkeur specifiek gericht op genoemde punten. Dat kan zowel positief kritisch commentaar zijn als negatief kritisch commentaar. Immers, we willen graag dat de casus vóór “klimaat-actie” zo sterk mogelijk wordt geformuleerd. Gebruikt u hiervoor graag de conventie #-# voor de argumentatienummering, aangezien op ieder tabblad de nummering begint bij #1. Bij voorbaat dank voor uw bijdrage!
Verantwoording: het analyse-panel van De Groene Rekenkamer voor dit artikel bestond uit de volgende alumni van de TU Delft:
ir. Cyril Wentzel, ir. Theo Wolters en ir. Evert Jesse.
Eindverantwoording: Cyril Wentzel
Het klimaat verandert als sinds het ontstaan van de aarde, de vraag is of en zo ja hoeveel de mens hieraan bijdraagt.
Als de TU-Delft een wetenschappelijk instituut wil zijn dan hoort daarbij ook een kritische instelling.
Het is jammer dat de TU-Delft zonder argumentatie voorbij gaat aan de vraag of CO2 wel de oorzaak is van de opwarming van de aarde en daarnaast klakkeloos de rapporten van het IPCC napraat (wetenschap is geen consensus en consensus is geen wetenschap).
Samengevat: het is nutteloos om kritiek te geven op maatregelen die niet aantoonbaar nodig zijn en/of waarvan het effect niet aantoonbaar is maar daarbij wel heel veel geld kosten.
Alarmisten en sceptici zullen zich er in kunnen vinden dat er in de komende decennia om verschillende redenen een energietransitie moet plaatsvinden.
Voor die transitie zal echter het in gebruik nemen van hernieuwbare energiebronnen nooit genoeg zijn voor de huidige en toekomstige energiebehoefte. Nederland bijvoorbeeld zal meer de het dubbele van haar bruto landoppervlak nodig hebben voor het plaatsen van windmolens en/of zonnepanelen, geen optie dus. De verwachting is dat we maximaal 15 – 20% van onze energiebehoefte kunnen winnen uit hernieuwbare energie. Dan blijft er nog 80% over. Olie en gas zijn eindig en bovendien in meerdere opzichten vervuilend.
Daarnaast nog niet gesproken over de kosten van windmolens en zonnepanelen en ook niet over de vervuilende afbraak van panelen en windmolens wanneer zij hun werk eenmaal hebben gedaan.
Opslag van energie, voor tijden dat er geen zon schijnt en er geen wind is, is bovendien bijzonder kostbaar en gecompliceerd.
Kernenergie heeft helaas geen goede pers… Toch is er een energiebron op basis van kernsplijting die inherent veilig is, namelijk de Gesmolten Zout Reactor op basis van Thorium. Er kan bijvoorbeeld nooit een zogenaamde melt-down situatie plaatsvinden. TH Delft, in samenwerking met Petten, doen hier onderzoek naar.
Thoriumcentrales hebben in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw bewezen dat ze kunnen werken. Verdere ontwikkeling van deze technologie is toen stop gezet. De grootmachten kozen in die tijd voor Uraniumcentrales vanwege het feit dat deze centrales als afvalproduct Plutonium produceerden. Plutonium was nodig voor kernwapens in de tijd van de koude oorlog.
Een Thorium of Gesmolten Zout Reactor kan alle van de tot nu toe geproduceerde afvalproducten bij mengen in de brandstof en produceert vervolgens slechts een fractie van de gebruikelijke afvalstoffen zoals bij een Uraniumcentrale. Bovendien is de reductie van het radioactief materiaal voor 90% na tien jaar weer veilig en het hoger radioactief materiaal, dus 10%, is na driehonderd jaar weer veilig. Een heel ander tijdsbestek dan de meer dan 100.000 jaar of meer die het huidige afval van Uraniumcentrales nodig heeft om weer op een veilig niveau te komen.
Thorium is in ruime mate over de hele wereld op eenvoudige wijze te winnen in politiek stabiele regio’s. Het hoeft niet te worden verrijkt, zoals Uranium. Landen die beschikken over Thorium in hun bodem zijn niet voor niets bezig met het ontwikkelen van dit soort centrales,Noorwegen, Canada, India, China, etc.
Wanneer de Thoriumreactor eenmaal tot commerciële ontwikkeling is gekomen zullen de kosten van de daaruit voortkomende energie minimaal zijn vergeleken met de huidige energiekosten. We kunnen goedkoop ons huis verwarmen, langer dan 3 minuten douchen, een elektrische auto rijden, etc.
Laten we ophouden met de volstrekt gepolariseerde en gepolitiseerde discussie over het klimaat, deze levert niets op dan alleen tegenstellingen,terwijl we het eens zijn over de noodzaak van een energietransitie!
De thermische energie van de aarde bevindt zich vrijwel geheel in de oceanen.
De oceaanstromingen zorgen voor de distributie van warmte over onze planeet.
De oceaanbodem herbergt meer dan 1 miljoen vulkanen.
Wijzigingen in oceaanstromingen beslaan tijdsintervallen van tientallen tot honderden jaren.
Deze intervallen komen overeen met de tijdsduur van warmere en koudere perioden.
Tijd voor meer onderzoek.
Bij stelling 3 hierboven. Dat er ‘geen enkel bewijs’ is voor stelling 3 is te stellig en niet te verdedigen
Het broeikaseffect staat buiten kijf. Dat is onvervalste natuurkunde. Zie de voortreffelijke Science of Doom website. Het pure broeikaseffect geeft een klimaatgevoeligheid van 1,2 graad C bij een verdubbeling van de CO2 concentratie. In werkelijkheid spelen er ook mee- en tegenkoppelingen een rol. In de klimaatmodellen worden die in principe meegenomen en dat leidt dan tot een veel grotere klimaatgevoeligheid, gemiddeld rond de 3 graden per verdubbeling. Lewis en Curry (2018) komen op andere gronden, wat mij betreft zeer overtuigend, uit op een lagere waarde van rond de 1,5 graad C. Als je uitgaat van de L&C waarden dan is er geen sprake van een klimaatcrisis en dus ook geen reden voor de draconische maatregelen uit het Klimaatakkoord. Er is alle tijd om geleidelijk en geordend over te gaan op een fossielarme energievoorziening. Die moet er hoe dan ook komen omdat de fossiele voorraden eindig zijn. Helaas heeft het L&C verhaal nog weinig weerklank gevonden in de gevestigde klimaatwetenschap.
Het TUDelft onderzoek zou zich moeten concentreren op de lange termijn energievoorziening. Dat betekent een intensivering en uitbreiding van het huidige thorium onderzoek. Geen anderhalve man en een paardekop maar een volwaardig onderzoeksinstituut.
Klimaateconoom Wiliiam Nordhaus heeft berekend dat vasthouden aan een strikt mitigatieplan (nul uitstoot in 2050) grotere economische schade aanricht dan uitvoeren van een optimum scenario waarbij de uitstoot piekt in 2050 en dan geleidelijk afneemt. Daar is nog niet eens in meegenomen dat Richard Tol veel lagere schade berekent omdat arme landen rijker worden en zo resistenter worden voor klimaatschade. Nicholas Lewis voegt daar nog eens aan toe dat de klimaatgevoeligheid uit waarnemingen de helft lager is dan Nordhaus gebruikt in zijn DICE model. Als dan toch voor mitigatie wordt gekozen is een lage CO2-beprijzing de meest effectieve weg naar CO2-reductie. Kernenergie serieus meenemen in het energiedebat is daarnaast ook een vereiste want met wind en zon redden we het niet, zeker nu Urgenda ook de bijstook van biomassa heeft veroordeeld.
klimaathype.wordpress.com/2019/04/03/nordhaus-en-de-energietransitie/
klimaathype.wordpress.com/2019/02/23/een-kerncentrale-bouwen-kan-best-snel-en-goedkoop/
Graag plaats ik hieronder weer de wijze woorden van James Lovelock, die ik op de homepage van mijn website over energie heb geplaatst en voor mij de leidraad vormt in het denken . Ik volg al heel wat jaren de discussies op zowel deze site als die van Climate gate , maar ook Principia scientific ea . over het klimaat . Dat de C02 concentratie op aarde is opgelopen vanaf 1970 is duidelijk af te lezen aan de grafiek van Mauna Loa, maar wat dat precies zegt is niet duidelijk . Er is sprake van een ‘ pauze ‘ in de temperatuurstijging en de metingen van satellieten komen in de verste verte niet overeen met de modellen van het IPCC . Ik ben dan ook van mening dat wij mensen – en ik geloof dat ook de echte wetenschappers dat zo zeggen – helemaal niets kunnen begrijpen van het klimaat. Voor zover ik heb begrepen zou vooral waterdamp het belangrijkste ‘ broeikasgas’ zijn. Niet een gas, dat desastreus is voor het bestaan van de planeet, maar juist de temperatuur – regelaar, waardoor het leven op aarde mogelijk is/. ( daarover is een hele mooie video van de NASA) Maar waterdamp kon niet worden gekoppeld aan het verbranden van die vermaledijde fossiele brandstoffen die vervangen moesten worden en daarom werd het CO2 .
Maar áls dat CO2 dan zorgt voor die catastrofale opwarming van de atmosfeer, zeg ik altijd tegen de mensen ; dan moet je gewoon stoppen met verbranden van brandstoffen ! Niet alleen fossiel, maar vooral zogenaamd ‘ hernieuwbare brandstoffen – houtsnippers – waarvoor ze dan complete bossen kappen aan de andere kant van de wereld, hiernaartoe slepen en dan verbranden met 3 keer zo hoge uitstoot. De middelen zijn vele malen erger dan de kwaal en dát is, waar ik me pas écht zorgen over ben gaan maken: hoe het in godsnaam mogelijk is dat zelfs academici, van de TU en andere universiteiten van over de gehele wereld, dit soort oplossingen aandragen, ‘oplossingen’, die contrair zijn aan de doelstelling dat CO2 uit de atmosfeer zou moeten worden gehaald .
Kortom : voordat de – vermeende – opwarming agv verhoogde CO2 uitstoot zich zou manifesteren in de toekomst, zal dat- door henzelf gecreëerde- ‘probleem allang overruled zijn geworden door tekorten aan grondstoffen, vervuiling van het milieu, erosie agv van kappen van bossen én – last but not least : een exponentieel gestegen CO2 concentratie , want die blijft gewoon doorstijgen zolang de mens geen andere keus heeft haar economie aan te drijven met het verbranden van brandstoffen . ( Sisyphus en CO2 )
Ik kan me voorstellen dat er burgers, kamerleden en bestuurders zijn, die werkelijk ( zijn gaan ) geloven wat er wordt beweerd: maar niet van wetenschappers. Ikzelf ben een gewoon MTS ertje, dat vroeger heel veel achting had voor wetenschappers en die van de TU en technische universiteiten in het bijzonder, maar waarvan die achting omgekeerd evenredig afnam met mijn ‘ studie ‘ sinds 2007, toen bleek dat fysiek energie besparen kon worden vervangen door boekhoudkundig energie – besparen en zelfs omsloeg in pure woede toen ‘wetenschappers’, zonder blikken of blozen , durfden te beweren dat kostbare bossen omzetten in biodiesel en daarna gewoon rechtstreeks verbranden, zou behoren tot een van de meest nobele daden van de mensheid ooit. En dat, terwijl ik zoveel had gelezen over de verhouding die onze voorouders hadden met bossen in zowel positieve als negatieve zin. ( Segers van de CU rekent deze praktijk dan ook onder het ‘rentmeesterschap’ ) Sinds die tijd is mijn achting voor de wetenschap gedaald tot het absolute nulpunt en ben ik tot de ontdekking gekomen dat : hoe hoger de opleiding en de maatschappelijke status, hoe groter de leugens en hoe verder af van een werkelijke leefbare aarde, want verstrikt geraakt in de machinaties . Ik wist dat al, sinds ik me in dit kader meer verdiep in de geschiedenis en het wezen van de soort Homo. Het is niet anders. ( BBC serie: How art made the world ) Ik ben er dan ook van overtuigd geraakt dat de wetenschappers (van de TU ) het bedrijfsleven en bestuurders, ondanks waarschuwingen en bewezen onjuistheden, zullen persisteren in het uitvoeren van de nobele taak die ze op zich hebben genomen en de ingezette koers blijven volgen, totdat ….
” He contends that the end of the world as we know it began in 1712, the year the Devonshire blacksmith Thomas Newcomen invented the coal-powered steam engine. It was the first time that stored solar energy had been harnessed in any serious way, with effects that now “grip us and our world in a series of unstoppable events. We are like the sorcerer’s apprentice, trapped in the consequences of our meddling”. ( James lovelock )
http://www.bureaulesswatts.nl
Als we niet snel alsnog over te stappen op kernenergie (eerst kernsplijting, bij voorkeur snelle kweek, en zo snel als mogelijk kernfusie, als dat gaat lukken) zullen we het klimaat niet redden – voor zover dat nu nog kan. Tot nu toe heeft de fossiele energielobby met succes een angstpsychose weten te bouwen rond kernenergie. Als je alles optelt heeft alleen Tchernobyl een ernstig ongeluk opgeleverd. En dat was een inherent onveilige centrale, een oer-oud systeem dat nergens meer wordt toegepast (hoop ik). Zelfs Fukushima heeft de facto geen noemenswaardige schade opgeleverd. En daar zijn bouwkundige tekortkomingen er oorzaak van dat het fout ging. Maar met fossiele brandstoffen zijn helaas enorme geo-politieke belangen gemoeid: Amerika, Rusland. Iran, Lybië, Saoedie-Arabië, Argentinië, Noorwegen en nog zo een handvol landen zijn van olie-en gasinkomsten afhankelijk en willen graag die 90 miljoen vaten – met stip!- per dag blijven verkopen, dacht u niet? Je kunt op de achterkant van een bierviltje uitrekenen dat we er met zonne-en windenergie nooit komen. En bio-energie moeten we maar zo snel mogelijk vergeten: we verbruiken al meer fossiele energie als er in het verleden in één miljoen jaar is opgeslagen, ervan uitgaande dat er grofweg drie- tot vierhonderd miljoen jaar voor nodig is geweest om de totale voorraad te vormen.
Als donateur steun ik van harte het initiatief van de Groene Rekenkamer om het klimaatdebat rationeel te voeren. Ik ben echter bang dat dit maar beperkt mogelijk zal zijn. De reden is dat het klimaatdebat al jaren geleden gekaapt is door een coalitie van milieuactivisten, activistische wetenschappers, ambitieuze ambtenaren en politici.
De leden van deze coalitie hebben allemaal één ding gemeen: hun afkeer van het moderne liberale kapitalisme en de markteconomie. Het klimaatdebat is slechts een vijgenblad voor deze coalitie om een machtsgreep zonder precedent te plegen en tot een door het socialisme geïnspireerde commando economie te komen. Kijk naar de maatregelen die worden voorgesteld: zonder uitzondering zijn ze dwingend, beperkend en rantsoenerend. Met een zeer grote rol voor de overheid en door de overheid betaalde “experts”. Kernenergie blijft in de ban omdat dit niet in de strategie van het creëren van kunstmatige schaarste past. De geschiedenis leert dat het invoeren van een commando economie het makkelijkste gaat bij een situatie van nationale urgentie en schaarste. Dit is precies de situatie die dit voorgestelde klimaatbeleid tracht te scheppen.
Nogmaals, ik wil niet zeggen dat dit debat niet gevoerd moet worden, maar wees je ervan bewust wat de echte agenda van de klimaatactivisten is.
De GRK zal naast debat ook andere initiatieven ontplooien. Wat u hier teberde brengt, past zeker in een volgende stap van de filosofische analyse. Het verklaart een groot deel van de gretigheid waarmee pseudo wetenschap wordt omarmd en gecreëerd. Eerste prioriteit is om de wetenschap terug te claimen. Via debat. Niet iedereen die meegaat in het klimaatparadigma is te kwader trouw.
Ik neem aan dat u doelt op “Lenin’s nuttige idioten”.
Discussies zonder systeembeschrijving zijn vruchteloos.
Klimaatverandering gaat over de dynamica van een groot systeem met vele terugkoppelingen, niet-lineairiteiten, tijdvertragingen en zeer veel verschillende processen. Het is vergelijkbaar met systemen zoals in de economie en de biologie. Voor al die systemen bestaan tot nu toe maar heel bescheiden mathematische modellen die in de vorm van discrete wiskunde een redelijk beeld geven van de werking.
Om toch te voldoen aan de vraag naar een toekomstverwachting wordt geavanceerde statistiek gebruikt waarvoor tot grote verwarring ook het begrip model wordt gebruikt. Een andere belangrijke rede om tijdreeksachtige statistiek te gebruiken is het feit dat de beschikbare data meestal historisch en niet herhaalbaar zijn.
Dit resultaten van dit soort statistiek zijn bijna altijd uiterst glibberig en lokken meestal enorme discussies uit. Voorbeelden zijn de werkgelegenheidsvoorspellingen van het Centraal Planbureau en de epidemiologie voorspellingen van het gevaar voor GSM straling. Daarbij komt ook nog dat de definities van de gebruikte variabelen soms worden veranderd. De statistiek van de verkeersdoden is daar een fraai voorbeeld van maar ook de meetwaarden van de door het KNMI gebruikte data blijken daar gevoelig voor te zijn.
De onzekerheid in de voorspellingen uit dit soort statistische modellen leiden dan ook bijna altijd tot discussies in de vorm van “kan niet waar zijn” want “dit blijft toenemen”, “het komt steeds meer voor”, “in deze grafiek is duidelijk te zien”, “deze daling wordt veroorzaakt door”, “er is geen rekening gehouden met”.
Het resultaat is dikwijls dat er een soort consensus rond een bepaald statistisch resultaat ontstaat dat meestal niets te maken heeft met de werking van een systeem. Dit resultaat krijgt dan religieuze dimensies waarvoor men bereid blijkt zich grote opofferingen te getroosten. De klimaatverandering is daar een mooi voorbeeld van.
Voorbeelden van processen waar men zich echt niet zal bezondigen aan dit soort tijdreeksstatistiek zijn de procesindustrie en de ruimtevaart. Er bestaan vakgebieden zoals Control Systems Engineering die met wiskundige methoden zorgen voor een zorgvuldige systeem beschrijving van deze systemen en processen. Daarvan heeft de klimaatwetenschap nog bijna geen gebruik van gemaakt. Die is blijven hangen in ouderwetse statistiek.
Conclusie: een discussie zoals tussen TU Delft en De Groene Rekenkamer zonder een redelijk goede procesbeschrijving zal blijven rondtollen in “niet waar”, ” “wel waar” en is in feite de ene religieuze beleving tegen het andere geloof. Buiten de deur dus in de politiek en de media is eenzelfde discussie tussen klimaatgelovigen en klimaatontkenners op eenzelfde manier in en een vicieuze cirkel terecht gekomen. Rationele argumenten spelen er nauwelijks een rol meer want niemand weet goed hoe de dynamica van het klimaatsysteem in elkaar zit.
Wat dan wel te doen ?: Afwachten tot iemand of iets wel een bruikbare wiskundige beschrijving van de klimaatdynamica weet te produceren en daarmee veel van de verschijnselen, waarover nu iedereen ruzie maakt, kunnen verklaren.
Anekdote: Gelijk na de geboorte van een mens wordt voortdurend de bloeddruk gemeten. Op de 20ste verjaardag wordt aan de huisarts gevraagd om met een statistische tijdreeksanalyse een voorspelling te doen van de waarde van de bloeddruk op bijvoorbeeld de leeftijd van 50 jaar. Het antwoord wordt ongeveer hetzelfde als wat nu bij de klimaatvoorspellingen gebeurt: ONZIN.
Klimaat-schisma – Discussieavond met als spreker Kees le Pair
De attractie van de angst beïnvloedt de keus van de maatschappij over de oorzaak van klimaatverandering; niet de wetenschap. Rationaliteit qua maatschappelijke gevolgen is afwezig. Er is debat, maar de fundamenten voor de stellingnames ontbreken.
De ideologische tweespalt vertoont trekjes van controverses in het verleden. De aarde rond of plat, de zon die al of niet om ons heen draait, de bouw van kathedralen, de heksen, de intelligentie van natuurvolken, de aflaten van de kerk, de talloze voorspellingen van een naderend einde, de zure regen, de sneeuw op de Kilimanjaro, de geldigheid van de relativiteitstheorie. De lijst is eindeloos. Soms leidden ze tot geweld …
Discussieavond Klimaat-schisma
Datum: woensdag 15 mei 2019
Tijd: 19:00 – 21:00 uur (inloop vanaf 18:30 uur)
Locatie: Restaurant Se7en, Mariaplaats 7, 3511 LH Utrecht
U kunt zich aanmelden voor deze lezing via de KIVI-website:
https://www.kivi.nl/afdelingen/filosofie-techniek/activiteiten/activiteit/discussieavond-klimaat-schisma
“Niet onvermeld mag blijven dat de stijging begon ruim vóórdat menselijke CO2 emissies een rol konden spelen.”
Oh ja, en dat is gebaseerd op? De uitstoot van antropogene CO2 is begonnen met het verbranden van turf
” ofschoon er nog een aantal serieuze vragen over deze aanname onbeantwoord zijn.”
En welke vragen zijn dat? En van wie zijn die vragen? Zijn die op wetenschappelijke leest geschoeid?
” Onze kennis van de werking van het klimaat staat nog ver af van een goed onderbouwde verklaring van de temperatuurschommelingen op de aarde.””
Dat de kennis van de leden van de groenerekenkamer te kort schiet is evident, echter er is een goede verklaring voor het verloop van de temperatuur sinds het begin van de vorige eeuw. nature.com/articles/s41598-017-14828-5. Heb je goede redenen om aan de uitkosten van deze studie te twijfelen? Heb je daar een wetenschappelijke onderbouwing voor?
“is ook niet af te leiden uit peilingen in de rest van de wereld.” dat is het wel. Hystorisch gezien is 2mm per jaar heel veel (gekeken over de afgelopen 8000 jaar)
https://link.springer.com/article/10.1007/s10712-011-9119-1
Dus dat was blad 1. Ik neem aan dat het commentaar van de groene rekenkamer wordt aangepast aan de werkelijkheid.
Nee Hans, je kunt niet binnen 5 jaar een kerncentrale bouwen vanaf 0. Dat heel vaak herhalen maakt het nog niet waar (en nee ik ben niet tegen kerncentrales, wel tegen jouw voorstelling dat ze goedkope en snelle oplossing zullen zijn)
De statistiek van alle gebouwde kerncentrales zegt iets heel anders
https://inis.iaea.org/collection/NCLCollectionStore/_Public/42/105/42105221.pdf
Hans,
de doorlooptijd van een project begint niet als de spa de grond in gaat, maar als de eerste voorstudies gemaakt worden, daarna nog financiering, vergunningen, tenders etc. etc.
Alleen tussen de oren van Hans Erren hoef je daar geen rekening mee te houden.
Verder kwam jij hier met een project doorlooptijd van 5 jaar voor een project waar nog helemaal niets voor is
Sorry Hans
https://klimaathype.wordpress.com/2018/11/10/een-kernenergie-uitrolplan-voor-nederland/
1/3 1,2Het klimaat modelleren.
Wetenschap bedrijven is meer dan herkauwen wat je leermeester jou heeft voorgekauwd, want op zijn beurt herkauwde hij, wat zijn leermeester hem voor kauwde, zo als ‘t studenten- dom, en niet alleen zij!, tegenwoordig wordt geleerd/ voorgekauwd. Dat was in onze tijd toch wel anders! Voor wat mijn vakgebied De Landbouwtechniek betreft: mijn LH-curriculum uit 1956 is drie maal zo lang en twee maal zo dik als het curriculum voor de Agrotechniek-student anno 2018! Van uit deze gefragmenteerde kennisbrei over het natuurkundig gedrag van het gas CO2, zijn deze fragmentarisch geschoolde “wetenschappers” klimaatmodellen gaan opstellen.
1.. De oorsprong .
De basis voor alle leven op aarde zijn water, CO2 , licht en clorofil de noodzakelijke processtoffen.
Het CO2-gehalte wordt al sinds 1700 gemeten en is nog steeds 0,03 % voor lucht met een soortelijk gewicht van 1,25 kg/ m³.
Het thermisch gedrag van zuiver CO2 wordt sinds eind 1800 bepaald.
De uitkomsten kunnen niet één op één overgedragen worden op een gasmengsel zoals lucht, waarvan CO2 een deel is. De bijdrage aan de energieabsorptie door het CO2 wordt bepaald door de hoeveeelheid CO2 in het gasmengsel lucht dat is 0.035 % en de daar bij horende partieële dampspanning van de betreffende hoeveelheid CO2. Deze is ten opzichte van 21 % O2 en 77 % N2 verwaarloosbaar. Bedenk daarbij, dat er geen organisch leven mogelijk is in een atmosfeer van 100 % CO2……
Bedenk verder, dat lucht die 8% CO2 bevat dodelijk is voor het menselijk leven…..
Dat mensen al moeite hebben om te leven in een zo genoemde bedompte lucht met 0,08 % CO2…….
Verder isoleert een gaslaag pas, wanneer dit gas een zichtbare ondoorlatende laag kan vormen. Een CO2-ijskristallen laag ontstaat pas bij – 90 °C..bij voldoende moleculen dus: en die zijn er niet bij een CO2-gehalte van 0,03 %.
Bij een gehalte van 0,03 % CO2 , wordt elke CO2-molecuul omringd door 3300 N2 en O2 moleculen in de verhouding van 77 : 22.
Stel het volgende: Wanneer in dé Kuip er op de grasmat 3300 vredelievende Feyenoorders staan en op dé stip één even vredelievende Ajacied…….dan moet die Ajacied hééél wat weten om met z’n AJAX-shirtje ongeschonden van het veld en uit de Kuip te kunnen komen!
Zó is het ook met dat ene CO2-molecuul, dat beetje CO2 haalt geen bal uit!
En dat geldt ook voor alle andere zogenoemde broeikasgassen. De benaming alleen al is volkomen belachelijk!
Nu worden er in verschillende streken inderdaad hogere CO2 -waarden gemeten, maar de satelietwaarnemingen geven aan, dat alleen in dichtbevolkte en geïndustrialiseerde gebieden dát het geval is, zoals in onze Rijndelta, het Bekken van Parijs, het Ruhrgebied.
In Bad Pyrmond in de buurt van Hamelen (van die rattenvanger dus!) is een CO2-bron, die bezocht kan worden…haar omgevingstemperatuur wijkt niet af van die in de verre omgeving!
Het valt op, dat in de loop van de tijd de omvang van al deze gebieden niet groter is geworden ondanks de voortdurende uitstoot van alle schadelijke gassen en dat is in tegenstelling tot de algemene opvatting.
Dit wordt ondersteund door de meetuitkomsten van Tropomi.
Uit de uitkomsten blijkt ook, dat de lucht vervuiling beperkt blijft tot een ongeveer 30 km brede zone om de bron van de vervuiling!! Voor elke vorm van gasdvormige vervuiling.
N.B. Tropomie is een staaltje van Nederlandse top-high-tech-sateliettechniek.
Tropomi meet alle gegevens, die van belang zijn voor de kwaliteit van onze atmosfeer.
Om goed te kunnen meten is het aardoppervlak ingedeeld in een raster met een rastermaat van 5 x 7 km². Elk rasterelement wordt elke dag éénmaal op hetzelfde tijdstip bemonsterd.
Alleen zo is het mogelijk zinnige dingen over het klimaat te zeggen .
Tropomi hangt nu 13 maanden boven onze aarde……
De toepassing.
In Nederland leven wij met 50 miljoen mensequivalenten, die per etmaal 200 ton CO2 produceren en samen met onze economische bezigheden vullen wij dat aan tot 400 ton CO2 per etmaal. Maar die 400 ton CO2 wordt niet in de laatste minuut van elk etmaal uitgestoten, maar geleidelijk over alle 24 uren van elk etmaal. Dat is gemiddeld 17 ton per uur.
Nederland is 20.000 km² groot met daarboven een 15 km dikke luchtlaag: De inhoud van die Nederlandse luchtbel is: I= 15 * 20.000 = 300.000 km³ en dus stijgt het CO2-gehalte met: 17000/300000 = 5,6 kg/km³ lucht.
Of:
De Nederlandse luchtbel bevat 300.000 km³ lucht met een soortelijk gewicht van 1,25 kg/m³ Dan bevat onze luchtbel bij een CO2-percentage van 0,03 % 0,423 miljard ton CO2 !!
Ons biologisch en technisch economisch gebeuren pompt per uur 17 ton CO2 in die luchtbel, die van nature 0,423 miljard ton CO2 beval. Bovendien wordt de inhoud van onze luchtbel acht maal per etmaal compleet vervangen wordt door lucht met juist 0,423 miljard ton CO2!
Het volgende voorbeeld kan de bizarre verhoudingen duidelijk maken:
Het is hetzelfde als het stuwmeer van een waterkrachtcentrale met een bloemengietertje te willen vullen!
Of:
Jantje te verbieden in dat stuwmeer een plasje te doen, want anders gaan de visjes dood!
De afronding.
Als je iets zinnigs over het al dan niet opwarmen van onze aardbol wil zeggen, dan is een stevige studie van de volgende vakgebieden een absolute vereiste:
De meteorologie
De geologie
De geografie
De natuurkunde over gassen en vloeistoffen
De statistiek.
Wat een prachtige afronding Ir. Wolters, 100% mee eens
Alle oorspronkelijke vormen van energie zijn natuurproducten en alle zijn nodig in de toekomst, met de uitdaging voor de ingenieurs om de processen te optimaliseren om deze energie bruikbaar te houden en dus schoner te maken. Zelfs kolencentrales en kernreactoren zijn daarbij noodzakelijk! Maar….. op hete kolen zitten mag niet meer in 2030, biomassa wel…… want dat is jonge steenkool, wel krom natuurlijk!
Heer Wolters,
Er gaat wel iets fout in bovenstaande analyse als u werkt met 15 km hoogte. Daarmee komt u op een bepaald volume, maar als u naar massa wilt toewerken – en dat doet u – dan dient bij dit volume een bijpassende (gemiddelde) dichtheid hanteren voordat de 0.03% omgezet kan worden in een massa CO2. En die moet dan wel lager zijn dan de 1.24 kg/dm3 die u gebruikt.
Goede analyses van de CO2 hoeveelheid in relatie tot de natuurlijke omloop (de menselijke bijdrage is ongeveer 5%) ben ik overigens tegengekomen in d publicatie van Hermann Harde van dit voorjaar:
Hermann Harde. What Humans Contribute to Atmospheric CO2: Comparison of Carbon Cycle Models with Observations. Earth Sciences. Vol. 8, No. 3, 2019, pp. 139-159. doi: 10.11648/j.earth.20190803.13
We zijn met interesse aan het volgen wat de reacties hierop zijn.