Foutje Bedankt NRC!
Zondag 19 november 2017
Een gastbijdrage van Henny Verhoeven
Na de rectificatie van NRC kort na het verschijnen van het artikel ‘Fraude, ook bij NRC’ van ondergetekende, kan een deel 2 niet uitblijven. Er valt immers nog zoveel meer te zeggen over het artikel van journalisten Dohmen en Rosenberg. Van de 61% naleving uit de Nalevingsmeter Intermediairs van de NVWA maakten zij ‘61% fraude’. Hieruit bleek dat NRC het bewuste rapport helemaal niet in handen had. Na afloop van het mestoverleg met minister Schouten werd het rapport in de openbaarheid gebracht, waardoor de 61% fraude niet meer houdbaar bleek.
Het roept de vraag op wat er van de rest van het journalistieke onderzoek klopt. Er ontbreekt veel duiding en achtergrond in het artikel. Er zijn ruim 1080 geregistreerde mesttransporteurs in Nederland, hiervan zitten er ruim 450 in Brabant en Limburg. Het NRC onderzoekt 56 bedrijven waarvan zij zeggen dat het de belangrijke bedrijven zijn. Hoe dit bepaald is, blijft onduidelijk. Op het kaartje bij het artikel is te zien dat niet alle bedrijven in Brabant of Limburg gevestigd zijn. Het bedrijf Fryslan BV is gevestigd in Wouterswoude in Friesland. Dit bedrijf staat als nummer 42 op de kaart. Dit Fryslan BV heeft een nevenvestiging in Mill, deze staat als nummer 43 op de kaart. Een en hetzelfde bedrijf telt dus mee als 2 (frauderende) bedrijven.
Bedrijf nummer 3 toont de naam van Anthony van den Broek, een naam die bij elke boer of transporteur de bellen doet rinkelen. Van den Broek is inderdaad beboet voor mestfraude in 2009 en 2010. Volgens insiders is hij ‘uitgekleed tot op het bot’. Van den Broek is het voorbeeld van wat er met je kan gebeuren als je fraudeert. Hij is in 2011 veroordeeld. NRC noemt hem toch op deze lijst. Het bedrijf Agrafarm BV waar van den Broek in het stichtingsbestuur zou zitten is geen erkende transporteur. Zonder de erkenning van RVO is het niet mogelijk om aan mesttransport te doen. Het bedrijf heeft geen boetes of veroordelingen op naam. Er wordt ook gerefereerd aan een nieuw bedrijf opgericht in 2017 op naam van de moeder van Van den Broek ‘VDB Lierop BV’. Dit bedrijf houdt zich bezig met het fokken en houden van paarden en ezels. Dat Van den Broek een grote fraudeur was staat buiten kijf. Maar om hem in deze lijst te betrekken als actieve fraudeur is niet correct. NRC geeft immers aan dat 64% van deze lijst fraudeert. Het bedrijf Agrafarm noch VDB Lierop staan als fraudeur te boek. Of is de lijst bedoeld als een optelsom van alle mensen die ooit gefraudeerd hebben?
Van den Broek heeft wel geprobeerd om weer als mesttransporteur aan de slag te gaan, in 2016 kwam hij op de lijst van erkende transporteurs van RVO met het bedrijf A. Vd Broek BV, dit werd geen succes, het bedrijf is op 28 januari 2017 door RVO geschrapt van de lijst van erkende vervoerders. RVO gaf destijds aan dat er geen reden was om hem van de lijst te weren. Van den Broek is in 2017 persoonlijk failliet verklaard. De gemeente Someren heeft broer Bram een vergunning geweigerd voor een varkensbedrijf vanuit een Bibob-procedure: het bedrijf zou gefinancierd zijn met geld verdiend door mestfraude.
Bedrijf nummer 4 laat ook de naam zien van een oude bekende, een grote naam in de wereld van mestfraude: Niels Lentjens. Op 25 juni 2014 is het bedrijf ‘ Niels Lentjens Holding BV’ uit Haalderen geschrapt van de lijst van erkende transporteurs. Niels Lentjes zit in Gelderland, NRC brengt niet in beeld wat zijn rol in de mestfraude in Brabant en Limburg zou zijn. De bedrijven die nu op zijn naam staan ‘Agrarische Productenteelt- en handel de Betuwe BV’ en ‘Triwab BV’ in Bemmel zijn beide geen erkende mesttransporteurs. Dit betekent dat zij zich niet kunnen bezig houden met mesttransport. De bedrijven die nu op zijn naam staan hebben voor zover bekend geen problemen met NVWA gehad. De holding BV en Niels zelf zijn begin 2013 failliet gegaan, beide faillissementen zijn een direct gevolg van de geconstateerde fraude. Branche organisatie Cumela heeft in 2014 nadrukkelijk gewaarschuwd geen zaken meer met hem te doen.
Zowel Lentjens als Van den Broek zijn dus flink aangepakt door de NVWA. Zij kunnen niet dienen als voorbeeld van een falende NVWA. Ook voor de rest van de lijst geldt dat NRC geen eigen onderzoek doet maar leunt op de informatie van NVWA. Nieuwe fraude wordt dus niet aan het licht gebracht.
NRC noemt in haar stuk meer bedrijven dan de 56 die beoordeeld worden, zo noemt men Biemans Transport, die de mestverwerking zou hebben ondergebracht bij Agro Limburg. Biemans zou ook nog het bedrijf Mest Solutions BV hebben, hiervan is geen fraude bekend. Dit bedrijf wordt niet meegeteld in de lijst van 56. Ook maatschap Bennenbroek die wel beboet is staat niet op de lijst. Het is onduidelijk waarom NRC deze keuzes maakt. Voor de goede orde gaan ze wel op de lijst, 2 bedrijven waarvan 1 fraudeert en de ander niet maakt per saldo verder geen verschil maar het is wel zuiverder voor het onderzoek. NRC maakt niet duidelijk waarvoor en wanneer Biemans zelf is beboet, NRC krijgt het voordeel van de twijfel en Biemans blijft op de lijst ‘fraude’.
Loonbedrijf Kuunders (nr 31) is in 2012 beboet. De vraag doet zich voor hoe ver je terug gaat in de tijd om een beeld te schetsen van fraude. Laten we zeggen: de laatste 5 jaar, Kuunders telt dan mee in de lijst. Het wil echter niet zeggen dat er nog sprake is van fraude, want in die 5 jaar is er geen nieuwe overtreding bekend. Gebr Verkooijen Distributie (nr 17) gaat van de lijst, want de geconstateerde fraude daar is van eind jaren negentig. Aangezien bedrijven die eenmaal de fout in gaan onder een vergrootglas liggen bij NVWA zouden er zeker in de laatste 20 jaar meer overtredingen moeten zijn geconstateerd indien het bedrijf nog zou frauderen.
Loonbedrijf Ysselstein (32) is verdacht van fraude. Het is erg lastig om hier uitspraken over te doen, het bedrijf staat onder een soort van curatele bij NVWA. NVWA geeft ze geen ruimte, de kans dat ze daadwerkelijk frauderen is daarom gering. Als dit een fraudebedrijf is dan is dat dankzij NVWA onder controle. Daarmee hoort het niet op de fraudelijst, hooguit op een ‘naleving dankzij NVWA’-lijst.
De bedrijven 13 en 29, Loonbedrijf Gebr. Nooijen en Fleuren Fourage en Transport zijn verdacht van hoge gehaltes in de mest. Verdacht is nog niet schuldig, dus een aparte vermelding.
Uitgaande van de informatie die NRC zelf in haar artikel vermeld, ontstaat de volgende lijst:
2012 tot en met heden
Fraude 33% waarvan 3% verdacht
Administratieve fouten 16%
Naleving 51%
Totaal 100%
In totaal noemt NRC zeker 68 bedrijven, waarvan 1 dubbel en 4 failliet, dit maakt 63 nog bestaande bedrijven. (Van sommige bedrijven is het totaal onduidelijk of deze nu wel of niet frauderen, die worden niet meegeteld). De overtredingen hebben betrekking op een periode van 5 jaar. NRC toont hiermee niet aan dat er een jaarlijkse fraude is van 33%. Voor zover te overzien kreeg geen enkel bedrijf jaarlijks een boete in deze periode.
Als we alle frauderende bedrijven (inclusief de administratieve fouten) in het jaar 2016 tellen, komt dat uit op 24% fraude en 76% naleving. Dit komt zelfs gunstiger uit dan de nalevingsmeting van NVWA uit 2015! (61% naleving). Het NRC maakt in haar artikel de denkfout om fraudes uit meerdere jaren bij elkaar op te tellen en af te zetten tegen het aantal onderzochte bedrijven. Ze had echter moeten kijken naar de frauderende bedrijven per jaar.
Ter vergelijking: De NVWA heeft in 2016 4064 bedrijven gecontroleerd, 527 bedrijven kregen een boete. Dit is 13% van de gecontroleerde bedrijven. Daarnaast ontving 3% een proces verbaal.
NVWA 2015* NVWA 2016 NRC 2016** NRC 2016 gecorrigeerd***
Fraude 39% 16% 27% 24%
Naleving 61% 84% 73% 76%
*Volgens de nalevingsmeting intermediairs waar NRC in haar krantenartikel naar verwees.
**Versie van het oorspronkelijke NRC artikel, fraude bij 15 van de 56 bedrijven in 2016
*** Versie uit dit artikel, dus correctie op NRC
Welke variant je ook plausibel vindt, de cijfers zijn compleet anders dan de 64% van NRC en dat terwijl de derde kolom de cijfers van NRC zelf ongewijzigd hanteert uitgefilterd naar het jaar 2016. Los daarvan neemt NRC een selectieve steekproef van hooguit 8% van de mestintermediairs in Brabant en Limburg. Een steekproef hoort representatief te zijn, dat is hier niet gebleken. De steekproef is ook erg klein. Het is van de meeste overtredingen volstrekt onduidelijk wat ze inhouden en de milieuschade is niet in beeld.
NRC maakt een denkfout waardoor er een totaal verkeerd percentage naar buiten is gebracht. Bij het op juiste wijze door vertalen van de bevindingen blijken de NRC cijfers zelfs gunstiger dan die van de NVWA nalevingsmeting uit 2015. En zelfs wanneer de ongewijzigde gegevens uit het oorspronkelijke artikel van NRC worden gebruikt is er een nalevingscijfer van 73% en geen fraude van 64%.
Tot slot
Het staat buiten kijf dat er fraude is, de omvang ervan is lastig in beeld te brengen. Dat er aanzienlijke fraude is, is al langer in beeld en daarom zijn de regels dit jaar aangescherpt. Op 1 januari is verplichte GPS bij het vaste mesttransport ingevoerd. Daarnaast is per 1 oktober jl. de onafhankelijke bemonstering van de mest verplicht. De onafhankelijke monsternemer neemt zelf de monsters uit de gehele partij. Deze 2 maatregelen zijn zeer ingrijpend, maar werden door de diverse partijen noodzakelijk geacht. De verwachting is dat dit de fraude fors omlaag zal brengen.