Ongesubsidieerde offshore windparken? Vooral een duurzame droom!
Vrijdag 7 juli 2017
Een gastbijdrage van Gert-Jaap van Ulzen
Een groot aantal aanhangers van weersafhankelijke stroom varianten verwachten dat nieuwe offshore windparken vanaf nu zonder subsidies kunnen. Dat enthousiasme is aangewakkerd door een aanbesteding die het Duitse EnBW dit voorjaar won om in de Duitse Noordzee een offshore windpark aan te gaan leggen en dat zonder subsidie zegt te gaan doen.
Zo kopte het Handelsblatt: ‘Preissensation bei Offshore-Windenergie” http://bit.ly/2ssBY3U en prompt stond ook heel groen minnend Nederland met elkaar te proosten. Helaas is de waarheid weerbarstig.
Zoals de woordvoerder van de Agora energie denktank terecht opmerkt: „Die Bieter gehen davon aus, dass die Strompreise am Großhandelsmarkt deutlich steigen. Dazu wird es jedoch nur kommen, wenn Kohlekraftwerke vom Markt gehen und überdies die Zertifikate für Treibhausgasemissionsrechte teurer werden“, sagte Graichen. Falls sich die Erwartungen der Bieter nicht erfüllen, schließt Graichen nicht aus, dass einige Windparks trotz des gewährten Zuschlags nicht gebaut werden.
En daar ligt precies de crux, de o zo gewenste subsidieloze windparken worden alleen gebouwd bij hogere marktprijzen voor stroom én een hogere marktprijs voor CO2. Ga er maar rustig vanuit dat de firma EnBW niet verplicht is om verliesgevende offshore windparken te bouwen wanneer aan die beide voorwaarden niet voldaan is – de zogenaamde kleine lettertjes in de aanbestedingsovereenkomst.
Kosten ‘wind op zee’ zijn cosmetisch verlaagd
Om te beginnen worden de kosten van ‘wind op zee’ boekhoudkundig cosmetisch verlaagd. Grofweg een derde van de ‘wind op zee’ kosten zijn de zogenaamde stopcontacten op zee. Deze zijn middels de firma TenneT overgeheveld van de ‘wind op zee’ exploitant – lees EnBW – direct naar de consument. Verder hoeft de ‘wind op zee’ exploitant bijvoorbeeld geen pacht voor de zee grond te betalen. Tot slot wentelen de wind- & zonnestroom exploitanten de kosten van leveringszekerheid af op de ‘fossiele’ stroom producenten.
Nadat de kostprijs van ‘Wind op zee’ kunstmatig is verlaagd, is die nog steeds beduidend hoger dan de marktprijs voor stroom. Er blijven dus enorme bedragen aan subsidies nodig. En gaat die marktprijs voor stroom dan stijgen? Zie hier het verloop van die marktprijs tot en met 2020 – die marktprijzen dalen alleen maar, we vallen namelijk om in de stroom.
Een stijgende marktprijs na 2020 kun je alleen verwachten wanneer het surplus van wind- en zonnestroom van de markt gehaald wordt. Of een deel van de ‘fossiele’ capaciteit. Dat laatste kan niet, want Duitsland wil ook stroom wanneer het niet waait of de zon niet schijnt. Of te wel, de marktprijs voor stroom zal alleen maar verder dalen – niet stijgen.
Met de voorgenomen hervormingen van het Emissie Trade System (ETS) zal de marktprijs van CO2 – nu €5,- per ton – wellicht wel iets gaan stijgen. Maar nooit genoeg om ‘subsidieloze’ offshore windparken mogelijk te maken.
EnbW is een vrijwel 100% overheidsbedrijf, de belastingbetaler betaalt.
De collegae van de firma EnBW waren dan ook alles behalve gelukkig met het (voorwaardelijke) nul subsidie aanbod. Of eigenlijk ronduit boos. De firma EnBW is een vrijwel 100% overheidsbedrijf (http://bit.ly/2tPppTQ). Daarmee worden de eventuele verliezen op subsidieloze windparken alsnog afgewenteld op de belasting betaler, een ontsnappingsroute die een reguliere marktpartij uiteraard niet heeft. Zo zet een 100% overheidsbedrijf het verdienmodel van een hele branche onder druk.
Ergo, het is nog maar zeer de vraag of het ‘subsidieloze’ windpark op zee ooit gerealiseerd wordt. En zo ja, dan is dat voornamelijk omdat via boekhoudkundige trucs de kosten daarvan verlegd zijn en de belastingbetaler alsnog opdraait voor de verliezen van de exploitant. Zo beschouwd zijn er wel meer overeenkomsten te vinden tussen de bankencrisis en de gesubsidieerde groene energiecrisis.
Dit artikel verscheen ook op: http://gertjaap.van-ulzen.nl/blog/?p=1996