Wit voetje halen bij Urgenda?
Vrijdag 9 september 2016
Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler
Onlangs zag dit rapport het licht. De titel luidt: Recht doen aan het klimaat. Het leest als een knieval voor aanvechtbare wetenschap en dito rechtspraak. Er is immers geen rechtvaardiging voor klimaatbeleid, omdat dit berust op een onbewezen en inmiddels gefalsificeerde stelling, bekend als de CAGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming). Aan de wetenschappelijke waarde doet een Kyoto-protocol, het IPCC, een, overigens verworpen, hockeystickgrafiek, de fabel van 97% consensus en een Nationaal Energieakkoord niets af. De rechter heeft deze afweging klaarblijkelijk niet gemaakt, zo hij hiertoe al in staat is, zodat de vraag rijst over diens objectiviteit, of liever vooringenomenheid.
Uitspraak rechter: zie commentaren:
Nu ben ik werkzaam in de advocatuur dus ik ben óók een alfa. Toch ben ik goed bekend met de wetenschappelijke werken van Popper en Kuhn. Helaas zie ik dat veel rechters en ook veel advocaten deze basale kennis niet hebben. Zowel vanuit juridisch als vanuit wetenschappelijk perspectief klopt de uitspraak van geen kant. Ik heb dit elders op deze manier toegelicht: Door het al dan niet falen van overheidsbeleid — dus niet van handelen — en dit te koppelen aan een onrechtmatige daad (art. 6:162 lid 1 BW) moet de rechter wel verder ingaan op de materie. Een onrechtmatige (overheids)daad spitst zich toe op het onrechtmatig handelen in een specifiek geval.
Denk aan het niet repareren van een brug, waardoor je in het water fietst. De overheid laat na de brug naar behoren te repareren, daardoor fiets je in het water, is je fiets verdwenen en heb je dus schade. Via deze civiele route kan de rechter dan de overheid aansprakelijk gesteld worden. In dit geval is het repareren van de brug het ‘repareren’ van het klimaat. Maar, waarbij de reparatie van een brug een duidelijk afbakenbare gebeurtenis is, waaraan je de andere vereisten voor onrechtmatig overheidshandelen kunt koppelen (zoals toerekenbaarheid, causaliteit en schade), wordt dat in het geval van klimaatreparatie toch echt anders. Er is namelijk niet sprake van een duidelijk af te bakenen gebeurtenis, maar van het gevolg van langdurig beleid van de overheid. En juist beleidsvrijheid hoort specifiek toe aan de uitvoerende macht. De rechter hoort daar al niets over te zeggen.
Een ander vereiste voor een onrechtmatige daad is die van de schade. Het is nog maar de vraag of deze bestaat. Vooralsnog blijft het bij voorspellingen, die keer op keer te maken krijgen met een weerbarstige realiteit. In dit geval gaat de rechter mee met de massa en gebruikt hij het argument van de vermeende consensus in de wetenschap. Ik heb al betoogd, dat dit argument mank gaat. Het is het jammerlijke gevolg van het politiseren van wetenschap. Duidelijk is, dat de schade -voor zover deze überhaupt meetbaar is- zowel in positieve als negatieve zin geïnterpreteerd kan worden. Ik kom dan bij een volgend vereiste van een onrechtmatige daad: De causaliteit. Want, zou deze er niet zijn, dan zouden alle windmolenparken, zonnepanelen en andere maatregelen schade vormen voor de mensen die een andere opvatting over antropogene klimaatverandering hebben. Waarschijnlijk het belangrijkste vereiste is, zoals gezegd, is die van de causaliteit.
Het is in het beantwoorden van deze vraag dat de rechter voluit op de stoel van de wetenschap gaat zitten en daarbij ook nog eens de verkeerde criteria aanlegt. Hij bepaalt, aan de hand van het consensus-argument, wat wetenschappelijke waarheid is en wat niet. Het vonnis gaat daar zeer uitgebreid op in. Om de causaliteit aan te kunnen tonen, moet de rechter wel op de stoel van de wetenschap gaan zitten, want zonder oorzaak is er immers geen gevolg. Een hele merkwaardige, niet-academische en verwerpelijke benadering. Maar terugkerend naar mijn belangrijkste pointe. Zolang dit vonnis overeind blijft, bestaat er de mogelijkheid om de overheid op nog veel meer zaken aansprakelijk te stellen, puur en alleen op beleidsfalen. Wat als de doelstellingen uit het regeerakkoord niet gehaald worden? Mag een ondernemer de overheid aansprakelijk stellen voor winstderving? Mag een werkloze het loon vorderen dat hij verdiend zou hebben, als de overheid ervoor had gezorgd dat er minder werkloosheid in zijn vakgebied was ontstaan? Dit zet de rechter op de stoel van de uitvoerende macht en daar hoort hij niet.
En:
In feite is het hele probleem in Nederland ondervangen met het prachtige leerstuk van de marginale toetsing. In de bestuursrechtspraak komt dit er op neer dat een bestuursrechter allen mag kijken of de overheid zich aan de geldende regels heeft gehouden en of de resultaten van het overheidsbesluit wel voldoende gemotiveerd is. Inhoudelijk mag een rechter niets toetsen. Dat heeft te maken met de machtenscheiding. Inhoudelijk gaat het bestuursrecht immers over hetgeen de uitvoerende macht doet en daar hoort de rechter zich niet mee in te laten. Nu gaat het hier -juridisch gezien- om een civiele zaak, want de onrechtmatige daad is te vinden in het Burgerlijk Wetboek.
Strikt gezien geldt hier een ander regime dan in de bestuursrechtspraak, maar desalniettemin zou ook hier de rechter marginaal moeten toetsen. De rechter had zich dus ook via deze civiele weg terughoudend moeten opstellen. Daar faalt hij jammerlijk in. Het oprekken van jarenlang beleid, gestoeld op een democratisch mandaat, kun je moeilijk als een enkele daad zien. En zou je dit wel doen, dan kun je inderdaad allerlei beleidszaken aan de rechter voorleggen, hetgeen inhoudt dat je de rechter tot finale beslisser maakt en de uitvoerende macht bij hem neerlegt. Het vonnis is behoorlijk uitgebreid en de rechter gaat ook diep op de materie in. Ik heb -heel eerlijk gezegd- het gevoel dat dit een activistisch vonnis is. De rechter velt geen oordeel op de wettelijke criteria, maar lijkt het persoonlijk en inhoudelijk met Urgenda eens te zijn. Op mij komt het over dat hij een idealistisch punt heeft willen maken. Wat ik wel zorgelijk vind, is dat juist op het hoogste niveau zowel bestuurders als de magistratuur zich slecht bewust lijken te zijn van de beginselen van onze rechtsstaat. Er kan dus geen causaliteit bewezen worden; die is er immers niet.
Laat ik ook twee andere reacties van deze advocaat geven:
Een ander punt waaraan voorbij wordt gegaan is de alternatieve causaliteit Als je stelt dat de waargenomen opwarming inderdaad antropogeen is, dan leg je de bewijslast bij jezelf neer. Immers, je moet alle andere oorzaken voor temperatuurstijging kunnen uitsluiten om te kunnen stellen dat slechts de antropogene factor de oorzaak is. In concreto moet je dus natuurlijke schommelingen kunnen uitsluiten en aantonen dat deze niet van invloed zijn geweest op de temperatuurstijging.
Over consensus:
Stel dat op enig moment, bijvoorbeeld 500 jaar geleden, 95% van de wetenschappers ervan overtuigd was dat de zon om de aarde draaide.
Al Gore zou dan triomfantelijk uitroepen: ‘the science is settled’.
500 jaar later kan met zekerheid vastgesteld worden dat de aarde rond de zon draait. Uitgaande van de theorie van Al Gore zijn er dan twee mogelijkheden:
1 — de aarde en de zon hebben van plaats gewisseld
2 — het kwantitatieve criterium dat Al Gore heeft aangelegd is geen criterium.
Ik denk dat men toch aan een belangrijk kenmerk van een goede wetenschappelijke these voorbij gaat, namelijk de mate waarin de these voorspellingen kan doen. Vooralsnog hebben Gore en het IPCC een veelheid aan voorspellingen gedaan die niet zijn uitgekomen. Dat brengt de AGW-these dus al in de problemen en zou deze op zijn minst terugwijzen naar de tekentafel.
Als je nu dat rapport leest, dan kun je vaststellen dat het gebaseerd is op de door de hierboven staande redeneringen aangevochten stellingen. Het rapport ziet het vermijden van klimaatgerelateerde kosten als een winstpunt. Impliciet wordt gesteld: als gevolg van menselijke CO2-emissie, want anders heeft het geen zin. Dit is een onbewezen hypothese. Erger, dergelijke uitspraken zijn gebaseerd op modellen die krachtens de metingen falsificeerbaar zijn zijn, lees: verworpen. Er is dus geen reden om de term klimaatwinst als werkelijkheid aan te merken. Het maatschappelijke-kostenneutrale voorstel berust dus op een de facto verworpen stelling.
Men meent verder 2 kolencentrales te kunnen sluiten, samen 16% van de Nederlandse elektriciteitproductie. En dit zonder maatschappelijke kosten? Wat hier gebeurt is naar de uitkomst toepraten. Er wordt een gat van 16% in de elektriciteitopwekking geslagen. Hoe dit gat gedicht moet worden, zegt men er niet bij of men gaat ervan uit dat er stroom genoeg is uit hernieuwbaar. Dit is onzin. Het gaat immers om verlies van 90% leveringszekerheid aan de vraagzijde (deterministische vraagdekking) en niet om de luttele procenten die toevallig door hernieuwbare elektriciteit gedekt worden op enig willekeurig tijdstip (stochastische vraagdekking). Energiebesparing door industrie en nog een paar wensdenkende maatregelen zouden dit gat moeten dichten? Hoe, is nergens onderbouwd.
Het rapport stelt dat maatschappelijke kosten baten analyses in de milieukosten niet zijn meegenomen, maar stelt wel dat men hier rekening mee moet houden. Ja, zo ontloop je wel de lastige vragen. Waarom immers juist kolencentrales sluiten. Het riekt naar vooringenomenheid, ook inzake fijnstof. Dit is niet terecht, maar dit imago blijft kleven aan de kolencentrale. Kosten veroorzaakt door fijnstof zijn populair bij tegenstanders van kolencentrales, maar de werkelijkheid is fors anders.
Maatschappelijke kosten is een arbitrair begrip. Mijn leren schoenzolen geven ook maatschappelijke kosten. Leer à veeteelt à methaanuitstoot + CO2-uitstoot door schepen die veevoer transporteren à rampzalige opwarming; miljoenen klimaatdoden à miljarden schade. Je kunt het ook toepassen op stoeptegels, keukenzout en bananen (hoeveel doden vallen er door uitglijden over de schil?). Als ik zie dat door de toepassing van fossiele energiebronnen de welvaart opmerkelijk is gestegen en nog steeds doet, dan denkt ik dat de netto maatschappelijke winst nog steeds positief uitvalt. Wie desondanks dergelijke kosten wilt vermijden, moet terugkeren naar de tijden waarin nog geen maatschappij bestond noch enige innovatie. Het rapport adviseert dit laatste, maar ik bepleit het omgekeerde: