Greenpeace als groene demagoog – de Energiewende ontmaskerd
Vrijdag 4 maart 2016
Een gastbijdrage van Gert-Jaap van Ulzen
Een paar weken geleden schreef ik een blogje over de Duitse Energiewende als kostbaar fiasco. Daarin toon ik aan, dat de Duitse Gründlichheit inzake de Energiewende niet werkt. Geen CO2 besparing, amper groene energie en wel een rekening die door het plafond stijgt. U vindt dat blogje hier https://www.groene-rekenkamer.nl/5311/duitse-energiewende-kostbaar-fiasco/
Min of meer tegelijkertijd wist de Greenpeace afdeling België een ander geluid te produceren, onder de titel ‘9 (foutieve) mythes over de Duitse Energiewende. http://www.greenpeace.org/belgium/nl/nieuws/klimaat-energie/blog/9-foute-mythes-over-de-duitse-energiewende/blog/55542/
Normaliter glijdt dat rustig van mijn rug af. De onzin die Greenpeace produceert is dermate groot, dat je er vrijwel zeker van kunt zijn, dat elke tegenovergestelde bevinding, een hoger waarheidsgehalte kent. Deze Greenpeace bijdrage vormt daarop geen uitzondering, maar nu kan ik de negen foutieve mythes redelijk eenvoudig weerleggen. En gewoon op basis van verifieerbare feiten en bronnen.
Conclusie;
Inzake de Duitse Energiewende geeft Greenpeace aantoonbaar een valse voorstelling van zaken. Het Duits bestuur zoekt een uitweg om er zonder gezichtsverlies vanaf te komen. Elke door Greenpeace opgevoerde ‘Mythe’ blijkt – door feiten aantoonbaar – toch inhoudelijk juist. En dat zal overigens ook voor nieuwe – nog te bedenken – Greenpeace ‘mythes’ het geval blijken.
Greenpeace als organisatie – en daarmee haar aanhangers – zakken compleet door het ijs. Om onze kantel malloot Dhr. Jan Romans maar te citeren – ‘Er zou een internationaal strafhof moeten komen voor milieu criminelen’. Alleen zou de firma Greenpeace daarbij als eerste gedaagd moeten worden. De firma Urgenda & adepten als Dhr. Rotmans, maar ook Dhr. Nijpels en klimaat paus Dhr. P. Vellinga volgen later vanzelf.
De Greenpeace bijdrage begint als volgt – cursief vindt u de letterlijke Greenpeace tekst weergegeven. Het is een long-read, maar de worsteling wordt zeker beloond.
Mythe 1: “De Duitse CO2-uitstoot stijgt door de sluiting van de kerncentrales”. Tussen 1990 en 2014 daalde de CO2 uitstoot met 26%
De feiten; Ja, sinds 1990 daalde de CO2 uitstoot met 26% en vanaf 2009 is die redelijk stabiel tot licht stijgend. Die daling moet vooral toegerekend worden aan de sluiting van de bruinkoolcentrales in het voormalige Oost-Duitsland sinds de val van de muur. De stijging sinds 2009 is direct gerelateerd aan de economische groei in Duitsland en dat de stijging niet groter is, aan de relatief zachte winters in 2014 & 2015.
Let – bij de afbeelding hier boven – ook even op het linker rijtje, daar waar het de stijging van CO2 uitstoot betreft. Jawel, de voorbeeldlanden Denemarken en Duitsland staan links vooraan. Dat is overigens in 2014 of 2015 niet materieel veranderd.
De SPD doet er van alles aan om de CO2 uitstoot over 2015 cosmetisch te laten dalen. Onder andere door de CO2 uitstoot voor stroom export niet mee te tellen bij de binnenlandse stroom productie. Terwijl die stroom export nou net het surplus aan wisselvallige windstroom betreft.
Kerncentrales leveren zogenaamde ‘base load’, net zoals kolen- & bruinkool centrales. Of waterkracht. Elke base load die van het net wordt afgevoerd, moet vervangen worden door nieuwe base load. Zo niet, dan gaat bij het licht uit zodra het donker wordt. Tegelijkertijd is er nog amper kernvermogen van het net afgehaald. We kunnen dus constateren dat zelfs zonder het afschakelen van nucleaire centrales, de CO uitstoot in Duitsland al stijgt. Met het uitfaseren van nucleair zal dat logischerwijze alleen nog maar toenemen.
Mythe 2: “De Duitse kernuitstap leidt tot een hoger gebruik van steenkool en bruinkool” Hernieuwbare energie leverde in 2014 meer dan een kwart van de Duitse stroombehoefte. Bruinkool komt pas op de tweede plaats. Door de veel te lage CO2-prijs zijn deze zwaar vervuilende kolen economisch interessanter dan bijvoorbeeld gas. Maar dit heeft dus niets met de kernuitstap te maken. Gelukkig daalt het kolengebruik en worden er al jaren geen nieuwe centrales meer gebouwd.
Dat is geen mythe maar een aantoonbaar feit, de kernuitstap (Atom Ausstieg) heeft logischerwijze meer CO2 uitstoot tot gevolg.(Bruin)kool centrales zijn by far de goedkoopste stroom leveranciers (na kernenergie). Of te wel het uitfaseren van nucleaire centrales, heeft als gevolg het extra bijplaatsen van (bruin)kool vermogen. Dat is dan ook precies wat er in Duitsland gebeurt. Alleen al in 2014 & 2015 zijn er een tweetal groot vermogen kolen centrales bijgebouwd, terwijl er na 2011 nog maar één kerncentrale is gesloten (Grafenrheinfeld).
Overigens hebben die nieuwe kolencentrales door moderne technologie een beduidend hoger energierendement dan de oude (tot 47%) en neemt daardoor juist de CO2 uitstoot van kolencentrales af met al snel 20%. Met 20% minder kolen heb je dezelfde hoeveelheid stroom. In de UK zien we een vergelijkbare situatie. Daar worden verouderde kerncentrales vervangen door gascentrales. De kolenmijnen zijn door Mw. Thatcher destijds gesloten, maar aardgas hebben de Britten plenty.
Het sluiten van CO2 vrije kerncentrales en vervangen door (bruin)kool of gascentrales heeft desalniettemin uiteraard een toename van de CO2 uitstoot tot gevolg. Sterker nog, het omgekeerde geldt ook. Met de toename van wind- & zonnestroom, neemt de hoeveelheid CO2 uitstoot niet af!
Of de CO2-prijs te laag is, bepaalt de markt, niet de firma Greenpeace. En die markt heeft bepaald dat CO2 de facto waardeloos is – minder dan €5,- per ton. En dat is ook niet zo raar, immers naarmate er meer CO2-vrije stroom op de markt komt, neemt het aanbod van die CO2 rechten toe. Terwijl tegelijkertijd de vraag daarnaar afneemt. Het ETS (Emissie Trade Systeem) is dan ook feitelijk nu al de voorspelde mislukking. Wie CO2 uitstoot wil verminderen, introduceert dan ook een CO2 belasting. En die hebben we ook al – in de vorm van de zogenaamde bubbel tax op champagne.
De kern van dat probleem is gelegen in het idee – frame zo u wilt – dat CO2 milieuvervuiling zou zijn. Zonder te willen vervallen in een klimaat discussie, is CO2 géén milieu vervuiling en dus ook geen markt. Het menselijk deel van de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer is namelijk nogal beperkt – tot 0,0012% om precies te zijn.
Maatregelen waarbij je de marginale CO2 vermindert, leiden tot iets minder dan marginaal hoeveelheid CO2. Je houdt nog steeds minder dan een klein beetje over. CO2 uitstoot beperking is – in generieke zin – daarmee dan ook een zinloze exercitie.
Mythe 3: “De Energiewende maakt energie in Duitsland onbetaalbaar” De Duitse groothandelsprijzen voor elektriciteit staan op hun laagste peil in 12 jaar. Steeds goedkopere hernieuwbare energie duwt de duurdere fossiele brandstoffen uit de markt. Toch merken Duitse gezinnen hier maar weinig van: het meeste voordeel gaat naar grote bedrijven, energieleveranciers en buitenlandse afnemers.
Hierbij plaatst onze Greenpeace scribent de grafiek hier boven.
De suggestie wordt daarbij gewekt dat de stroomprijzen voor de Duitse consument gedaald zijn. In werkelijkheid toont de grafiek alleen de dalende marktprijzen voor stroom door een overaanbod daarvan. Naarmate er meer groene stroom op het net gedumpt wordt, neemt de waarde daarvan af. Nu al is bekend dat de marktprijs voor stroom in 2017 rond de 2,5 cent per kWh zal liggen (Call 2017).
Die implosie van de stroomprijs moet uiteraard wel betaald worden en dat gebeurt dan ook. De energierekening van onze Duitse – en Deense – collegae is dan ook in werkelijkheid geëxplodeerd. Elk Duits gezin heeft inmiddels voor een slordige € 20.000,- geïnvesteerd in de Energiewende middels zijn stroom rekening.
Die rekening vindt u hier boven….
Onze oosterburen betalen inmiddels 30 cent per KwH, Nederlanders – sinds 1 januari 2016 – 19 cent. Duitsers zijn dus zo’n € 20.000 per gezin kwijt aan de #Energiewende , Nederlanders iets minder. Dat wat de Energiewende consument straks gaat betalen, gaat ook niet omlaag, alleen omhoog.
Hier boven ziet u een analyse van de stroomprijs, afgezet tegen het geïnstalleerde vermogen aan duurzame energie. Hoe meer hernieuwbare energie, hoe hoger de stroomprijs per kWh.
De jaarlijkse kosten van de Duitse Energiewende bedragen nu grofweg €25 miljard en zullen in 2018 – bij ongewijzigd beleid stijgen naar €30 miljard per jaar. De totale marktwaarde van de geproduceerde duurzame stroom – de opbrengst voor de windparken etc. – was in 2015 grofweg €5 Miljard. Voor elke Euro aan geproduceerde duurzame stroom zal er tot in lengte van dagen €4,- aan subsidie (belastinggeld) bij moeten.
De conclusie dat de Energiewende, energie in Duitsland onbetaalbaar maakt is daarmee – me dunkt – gerechtvaardigd.
Mythe 4: “De groei van hernieuwbare energie in Duitsland is afhankelijk van subsidies” De steun voor hernieuwbare energie vermindert niet alleen jaar na jaar, maar is ook een stuk lager dan die voor kolen en kernenergie. Die ontvingen de afgelopen 40 jaar bijna 10 keer zo veel subsidies als zonne- en windenergie samen.
Zoals genoemd, neemt het totaal aan directe subsidies voor hernieuwbare energie niet af, maar alleen maar toe – tot €30 miljard in 2018. Zelfs de Duitse PvdA (SPD) kan dat aan haar achterban niet meer verkopen en is wanhopig op zoek naar manieren om die kosten omlaag te brengen. Zo wordt momenteel overwogen om de subsidie voor wind op land drastisch in te perken. De UK heeft die inmiddels al afgeschaft.
De kolen- & kerncentrales hebben nog nooit een cent subsidie ontvangen, in geen 40 jaar. Sterker nog, de Duitse overheid heeft miljarden afgeroomd van de eigenaren van die centrales om zeker te stellen dat het uitfaseren daarvan vooral niet gebeurt op kosten van de belastingbetaler. Vandaar ook dat de beurskoersen van de klassieke energiebedrijven ingestort zijn, tegen zwaar gesubsidieerde stroom bestaat geen commercieel verdienmodel.
Tegelijkertijd is het geld bij de windstroom exploitanten op, om duizenden afgedraaide windturbines op te ruimen. Zodra na 20 jaar de subsidie stopt, resteert enkel een hoop oud ijzer. Me dunkt dat de stelling ‘hernieuwbare energie in Duitsland is afhankelijk van subsidies‘ kwalijk een mythe genoemd kan worden. Het is een feit. Zodra de subsidie stopt, is het windpark nog enkel schroot.
Mythe 5: “De Energiewende is slecht voor de Duitse economie”
De hernieuwbare energiesector in Duitsland stelt intussen 341.000 mensen te werk. Velen van hen werken in de plaatsing en het onderhoud van zonnepanelen en windmolens: lokale jobs die niet gedelokaliseerd kunnen worden. Ook de lage energieprijs is een opsteker voor de Duitse industrie, net als de ontwikkeling van nieuwe technologieën zoals opslagsystemen en smart grids
In de hernieuwbare energiesector werken circa 350.000 mensen, maar dan tellen we ook iedere pompbediende mee, die de stekker in de auto duwt. En dan nog is het slechts 0,8% van de Duitse beroepsbevolking. Voor een offshore windpark van 600 MW vinden slechts 120 mensen een baan, terwijl daar wel jaarlijks €300Mio aan subsidie heen gaat. Dat is dus €2,5 miljoen subsidie per jaar per baan.
Voor elke offshore windmolen monteur, kan de Duitse belasting betaler ook opteren voor 50 agenten, thuiszorgers, verpleegsters of onderwijzers. En die verdienen dan €50.000,- per jaar, me dunkt, echt geen uitbuiting. In werkelijkheid zijn er slechts een slordige 10.000 banen duurzaam direct gerelateerd aan de Duitse Energiewende en zitten er daardoor 500.000 mensen werkloos thuis.
De elektriciteitssector (RWE, E.on, VattenFall etc.) heeft inmiddels miljarden moeten afboeken en tienduizenden werknemers staat ontslag te wachten. Of dat goed of slecht is voor de Duitse economie, laat ik over aan de lezer.
In 2013 heeft het Duitse onderzoeksbureau voor ‘arbeid in moderne tijden’ al geconstateerd dat ‘green jobs’ vooral een welvaarts-shredder zijn, maar dat rapport is on-line bijkans inmiddels onvindbaar. De uitkomst werd wellicht niet gewaardeerd. De zonne-panelen industrie bestaat in Duitsland niet meer en Siemens heeft haar windturbine activiteiten verplaatst naar het verre Oosten. Nu Berlijn aan het sleutelen is aan die Energiewende zijn de investeringen in groene projecten knarsend tot stilstand gekomen.
Mythe 6: “De Energiewende brengt de bevoorradingszekerheid in het gedrang” Door de sterke groei van hernieuwbare energie produceert Duitsland momenteel meer stroom dan het zelf verbruikt. De bevoorrading is dus meer dan verzekerd. Hernieuwbare energie werkt echter best in combinatie met flexibele gasturbines (in plaats van weinig flexibele kerncentrales) en binnen een breed Europees energienet.
De stelling dat Duitsland momenteel meer stroom produceert dan het zelf verbruikt is an sich juist. In 2015 moesten onze Oosterburen 50 TwH exporteren om van die overtollige stroom af te komen. Er ligt een sterke correlatie tussen de Energiewende en de Duitse stroomexport.
Vervelend is alleen dat die geëxporteerde stroom amper waarde had. Wanneer het stormt in Duitsland, is het aan onze kust echt niet opeens windstil. Er is dan stroom plenty. Duitsland heeft dus niet alleen stroom geëxporteerd, maar vooral de subsidies daarop.
Een belangrijk deel van de lagere stroomprijzen voor consumenten in Nederland ten opzichte van Duitsland is daarmee verklaard. De Duitse belasting betaler subsidieert de groene emotie. De vraag is alleen natuurlijk – hoelang nog?
Mythe 7: “De Energiewende zadelt het energienetwerk op met ernstige problemen” Het Duitse stroomnetwerk is zowat het meest betrouwbare in Europa. Een stabiel netwerk en grote hoeveelheden hernieuwbare energie kunnen dus perfect samengaan. Ook Spanje en Italië dreven hun hernieuwbare capaciteit sterk op en doen het steeds beter.
Ook hier geldt dat het eerste deel gewoon waar is. Het Duitse stroomnetwerk is zowat het meest betrouwbare in Europa. Op Nederland na dan. Moest de firma TenneT in 2003 nog drie keer ingrijpen in de netbalans van de stroom infrastructuur, in 2013 was dat 30.000 keer. Er moest 10.000 keer vaker ingegrepen worden om het stroomnet stabiel te houden dan 10 jaar terug. Greenpeace zal dat ongetwijfeld vertalen met; ‘ook dat zijn groene banen’.
De grens aan hetgeen een centrale energievoorziening kan opvangen aan wisselvallige hernieuwbare stroom is langzamerhand wel bereikt. In Duitsland ligt die grens op circa 30% wisselvallige hernieuwbare stroom, een percentage wat in 2016 wel ongeveer gehaald zal gaan worden.
De wisselvallige groene stroom die daarboven op het net geplaatst wordt, moet haar weg naar het buitenland vinden. Alleen hebben landen aan de Oostgrens van Duitsland inmiddels zogenaamde ‘stroom blockers’ geplaatst. Polen, maar ook Tsjechië sturen de wisselvallige stroom gewoon terug het Duitse net op. Die teruggestuurde stroom zoekt vanzelf een uitweg … of te wel Nederland.
De Energiewende zadelt niet alleen het Duitse stroomnetwerk op met een ernstig probleem. Het is veel ernstiger, zij zadelt haar buurlanden op met een ernstig probleem. Er is in Nederland nog wel wat ruimte op het stroomnet, maar niet bijzonder veel.
We kunnen dus wachten op een serieuze ‘black out’, waarbij de stroomvoorziening voor dagen – zo niet weken – op haar gat ligt. Niet morgen, maar bij ongewijzigd beleid, wel binnen een paar jaar.
De opmerking van de Greenpeace scribent over Spanje & Italië – zij doen het steeds beter – is volkomen misplaatst. Beiden zijn in het duurzame energielandschap bananen republieken. Spanje produceert zonnestroom, ook wanneer het donker is. Italië heeft net een contract afgesloten waarmee voor 25 jaar aardgas ingekocht gaat worden uit Azerbeidzjan.
Mythe 8: “De Energiewende is niet populair” De bevolking staat vierkant achter de Duitse Energiewende, ook al is er hier en daar lokaal protest tegen specifieke projecten. Toch willen veel meer mensen een zonnepark of windmolen in hun achtertuin dan een kolen- of kerncentrale. Ook het sterke mede-eigenaarschap van burgers en gemeenten in hernieuwbare energiebronnen zorgt voor een grotere aanvaarding – en inkomsten.
De Energiewende heeft aan politieke populariteit enorm verloren, zeker nu de kosten daarvan inzichtelijk zijn gemaakt. Elk jaar worden 300.000 Duitsers afgesloten, omdat zij de rekening niet meer kunnen betalen. Inmiddels leven er 1,5 miljoen Duitsers zonder gas of licht! Daarmee win je niet aan populariteit.
Ook bij een groot aantal Duitse steden met een eigen energiebedrijf, is de populariteit van de Energiewende inmiddels ver te zoeken. Deze steden hebben last van de ingestorte elektricteits-opbrengsten zoals die in ‘mythe 3’ wordt weergegeven. Niet alleen zijn er al enkele van deze ‘Stadtwerke’ daaraan failliet gegaan, maar bij vrijwel alle anderen moeten de exploitatieverliezen gedekt worden uit de lokale belastingen. Je hebt dan wellicht geen stroom, maar toch de rekening.
In Bayern willen mensen best een windturbine in de achtertuin, mits die achtertuin op tenminste 2 kilometer afstand ligt. De grote Noord-Zuid hoogspanningslijn heeft tenminste 10 jaar vertraging opgelopen, niemand wil namelijk de bijbehorende masten in de achtertuin hebben. Ook al is die 2 kilometer diep.
De populariteit van de Energiewende is diep gezonken. Zelfs de SPD – als mede aanjager daarvan – probeert uit alle macht de Erneuerbaren Energie Gesetz (EEG, de equivalent van de Nederlandse SDE+ subsidies) te hervormen.
Nota bene de Duitse vakbonden zijn niet meer overtuigd van de Energiewende, nu ook zij in de praktijk constateren dat de beloofde ‘groene’ banen uitblijven. Tegelijkertijd constateren die vakbonden dat grote hoeveelheden gewone banen verdwijnen door het verplaatsen daarvan naar name de USA. Vanwege de hoge energieprijzen in Duitsland.
Mythe 9: “De Energiewende is louter een Duits verhaal” Het is niet overdreven om de opkomst van hernieuwbare energie in Duitsland spectaculair te noemen: van 9,4% van de elektriciteitsmix in 2004 naar 27,8% in 2014. Maar ook andere landen kiezen volop voor hernieuwbaar. Denemarken is een wereldleider in windtechnologie, Italië bereikte de kaap van 30% hernieuwbare energie en Spanje zelfs bijna 40%.
Dit is (deels) correct, maar behoeft enige nuancering. Per ultimo 2014 was 24% van de Duitse energiemix hernieuwbaar, Denemarken 53%, Italië 34% en Spanje 29%. Portugal voor 45% en IJsland zelfs voor 100%. In tegenstelling tot wat iedereen denkt, was zelfs 15% van de Nederlandse stroomvoorziening groen.
Corrigeren we het beroemde ranglijstje voor waterkracht (wat hier niet kan) en Nucleair (wat Greenpeace ook al niet wil), staat Nederland keurig op nummer 9 & België op nr. 11. (Bron: EIA 2014)
Denemarken kan haar overtollige wisselvallige (en dus waardeloze) stroom kwijt in de Noorse stuwmeren. Dat is niet gratis en vertaalt zich dus ook in de stroomprijs die de consument betaalt. Samen met Duitsland de hoogste van Europa. Italië en Spanje zijn inmiddels dan ook opgehouden met hun Energiewende, het was domweg niet meer op te brengen. Beide landen zijn gestopt met het subsidiëren van zonnestroom met de logische ineenstorting van zonnestroom projecten als gevolg.
Wanneer Duitsland haar Atom Ausstieg effectueert, zal het deel wind- en zonnestroom moeten verdubbelen van 16% naar 32% (het verschil is een stukje biogas/WKK). Tegelijkertijd zal de back-up voor de base load ook met 16% moeten toenemen. Zie daar de reden waarom er in Duitsland met enige regelmaat nieuwe kolencentrales worden geopend en – heel voorzichtig – de Atom Ausstieg ter discussie gesteld wordt.
Verder heeft de UK de subsidies voor wind op land inmiddels afgeschaft. Duitsland staat dus met haar Energiewende min of meer alleen in de wereld, geen Europees land heeft Duitsland als koploper gevolgd. Buiten de EU doet Costa Rica nog een poging, mits die Energiewende betaald wordt uit ontwikkelingsfondsen van anderen.
Alleen het Nederlandse Energie Akkoord komt enigszins in de buurt. Maar nu duidelijk wordt wat de kosten daarvan zijn, afgezet tegen de resultaten – of eigenlijk het gebrek daaraan – begint ook Nederland een omtrekkende beweging te maken. Met de verkiezingen op komst in 2017 in Nederland, Duitsland & Frankrijk zal klimaat en daarmee de Energiewende 180% de andere kant op ‘wenden’. De republikeinse meerderheid in zowel de Amerikaanse senaat als het Congres zal so wie so een rem zetten op de Clean Power Act van Obama.
Bijzonder daarbij is, dat zowel de Duitse Energiewende als het Nederlandse Energie Akkoord feitelijk een denivellerings-operatie van een ongekende omvang is. Met recht de armen worden armer en de rijken worden rijker. Tegelijkertijd staan juist de politieke partijen welke stellen ‘u bent niet gelijk, dus we maken we u gelijk’, hierbij te juichen. Het kan verkeren.
Concluderend;
Inzake de Duitse Energiewende geeft Greenpeace aantoonbaar een valse voorstelling van zaken. Het Duits bestuur zoekt een uitweg om er zonder gezichtsverlies vanaf te komen. Elke door Greenpeace opgevoerde ‘Mythe’ blijkt een – door feiten – aantoonbare waarheid. En dat zal overigens ook voor nieuwe – nog te bedenken – Greenpeace ‘mythes’ het geval blijken.
Nabrander;
U kunt voor de firma Greenpeace ook een keur aan andere NGO’s of activistische clubs invullen, die hun bestaansrecht ontlenen aan het voorspellen van hel en verdoemenis.
Urgenda, Oxfam Novib, Milieu defensie, Natuur & Milieu, GroenLinks, Partij voor de Dieren, Trouw, de Katholieke kerk, Waddenzee … ach, eigenlijk maakt het niet zoveel uit. Telkens wanneer hun marketing uitingen getoetst worden aan de feiten, wordt hoogstens de betreffende afdeling fondsenwerving extra actief.
U moet het groene gedachtegoed maar eens in historisch perspectief plaatsen. We kennen uit het verleden al diverse verschijningsvormen. Het verbranden van heksen, de zon draait om de aarde, de reformisten en anti-reformisten en zelfs het ontstaan van het Pruisische leger. Met alle latere gevolgen van dien.
Na WOII gevolgd door de ‘overbevolking van de aarde’, het opraken van de grondstoffen, zure regen & Waldsterben, ozonlaag en tegenwoordig ‘het klimaat’. De bedreiging door buitenaards leven of een daaraan gerelateerd parallel multiversum is al gesignaleerd.
Het paradijs is niet uitgevonden in China, want dan had Eva de slang wel opgegeten en niet de appel.
Dit blog verscheen ook op http://gertjaap.van-ulzen.nl/blog/?p=1533