De natuurwaarden van heide en stuifzand en de effecten van het menselijk handelen.
In de 18e en 19e eeuw was de mestvoorziening van de akkers rond de Drentse dorpen afhankelijk van plaggen en begrazing. De schapen werden ingezet om de grond verder van het dorp te begrazen. ‘s Avonds werden de schapen naar de stal gedreven waarvan de bodem voorzien was van een laag plaggen. De mest vermengde met die plaggen en werd uitgestrooid over de akkers.
Het land bestond nog voor een groot deel uit woeste grond en zolang de bevolkingsdruk niet te groot werd, was dit een goed werkbaar systeem om de rond de dorpen liggende akkers van fosfaat te voorzien.
Op deze wijze werd de humuslaag van de verder van het dorp gelegen “woeste grond” geleidelijk aan verarmd en de begroeiing verschraalde tot een paar soorten zoals heide, planten en enkele grassen die aan zeer arme grond genoeg hebben.
Door de landbouw en veeteelt, zoals schapen en geiten, ontstonden er door begrazing en verplaatsing van fosfaat naar de stallen grootschalige heidevelden die weinig met natuur te maken hebben.
Naarmate de grond nog verder werd uitgeput en de schapen op grotere afstand van de dorpen graasden was de bodem daar zover verarmd dat er weinig meer groeide en de wind grip kreeg op het zand. Zandverstuivingen rond de dorpen werd een groot probleem. De akkers en delen van de dorpen verdwenen regelmatig onder het stuifzand. Het leven werd vrijwel onmogelijk.
Uitgeputte grond heide en zandverstuivingen waren het resultaat door verdere verschraling van de grond rondom de dorpen. De werkwijze van de boeren had overbegrazing tot gevolg wat nog versterkt werd door de groei van de populatie.
Met de komst van kunstmest werden de “woeste gronden” weer vruchtbaar gemaakt en met het planten van bomen werd ook het stuifzand geleidelijk weer vastgelegd. Het directe gevolg was dat heidevelden omgevormd werd tot vruchtbare landbouwgrond.
Drenthe werd weer leefbaar, landbouw was in ontwikkeling en ook de bossen van Staatsbosbeheer kregen meer en meer grip op het landschap waardoor zandverstuivingen grotendeels tot het verleden gingen behoren.
Heide werd weer schaars. Het landschap wat was ontstaan door verarmde gronden als gevolg van overbegrazing en verarming, verdween geleidelijk aan. Een in de vorige eeuw gegroeid landschap dat alleen kon bestaan door toedoen van de mensen die met moeite het hoofd boven water konden houden .
Drenthe stond begin vorige eeuw bekend om zijn paarse heidevelden die zo mooi beschreven waren in het boek van Thijsse. Jacobus Pieter Thijsse 1865 – 1945 heeft die laatste fase goed in beeld gebracht hij beschreef de uitgestrekte bloeiende heidevelden en maakte er prachtige afbeeldingen bij. Het gevolg daarvan was dat heide het etiket “natuur” kreeg.
Midden jaren 80 heeft Drenthe dan ook een aantal besluiten genomen om die heide weer terug te brengen in het landschap. De heide-motie werd aangenomen waarin als doelstelling was opgenomen het terugbrengen van paarse heidevelden in het Drentse landschap wat alleen mogelijk was door verarming van de gronden op en rond de schaarse heidevelden.
Bij Dwingeloo en in de buurt van Hooghalen bestonden nog wat heidevelden en schrale akkers en daarachter was het gebied bestemd voor landbouw en veeteelt.
In de heide-motie was geregeld dat heidevelden weer moesten uitbreiden door verschraling van het landschap en aankopen van gronden.
Ook werd de stichting het Drentse landschap in staat gesteld op kosten van de provincie grond op te kopen en om te vormen tot wat nieuwe natuur genoemd werd.
Het effect daarvan was dat vele grotere en kleinere percelen verspreid over heel Drenthe, inclusief landgoederen en hunebedden, in bezit of in beheer van de stichting het Drentse Landschap kwamen.
En daarmee werd verspreid over heel Drenthe grotere en kleinere terreinen als natuurgebied aangemerkt uitgaande van o.a. de natuurwaarden uit o.a. de heide-motie. De bezittingen van de stichting “het Drentse landschap” en daarmee de invloed op de omgeving groeide sterk sinds de jaren 80. Heel veel grotere en kleinere percelen moesten ontzien worden, ook wat de stikstofuitstoot in de omgeving van deze natuurgebieden betreft.
In de praktijk heeft dit beleid direct effect op een groot deel van de samenleving.
Stikstof werd in de ban gedaan; boeren maar ook bedrijven worden aan strenge regels gebonden. Heidevelden werden uitgebreid en opnieuw “ontwikkeld”. De grond werd verarmd door de bovenlaag te verwijderen en heideplanten in te planten.
En waarvoor vraag je je dan af; om de paarse heidevelden en zelfs zandverstuivingen terug te brengen als “bestaande en nieuwe natuur”?
Kijken we naar de periode 1800 – 1930 dan was alle heide een direct gevolg van verarming van gronden door begrazing en fosfaat transport via de schapen van het omringende land naar de akkers rond de dorpen. Na 1980 worden heidevelden kunstmatig in stand gehouden en heten nu nieuwe natuur. De vraag is alleen of we daar nu niet mee doorslaan.
Heide en zandverstuivingen zijn ontstaan door menselijk handelen en kunnen alleen blijven bestaan door continu verarmen. Jarenlang is met plagmachines heidegrond arm gehouden.
Ook werden grazers ingezet. Dit geeft het Drentse landschap aan: “Ga een stukje lopen in een terrein van Het Drentse Landschap en je komt ze tegen: de Schotse Hooglanders, Limousin-runderen, Drentse Heideschapen en Schoonebeker Heideschapen, die meewerken aan het beheer van de heide- en graslandgebieden. De runderen en schapen houden de terreinen open en zorgen voor variatie.” Bron hier.
Ook stikstof uitstoot in de omgeving wordt aan banden gelegd en samen met afplaggen (het kunstmatig begrazen) en begrazen blijft de heide in stand. Als we stoppen met dit soort activiteiten zal heide weer vergrassen er gaan er planten groeien die stikstof uit de lucht vastleggen en zo kunnen er weer andere planten groeien die hier van oorsprong thuishoren. Er ontstaat een natuurlijk landschap bestaande uit bossen en grasvlakten. De echte natuur van Nederland.
Stikstof wordt nu als vervuiling gezien
In heel Nederland zijn we nu bezig met het aan banden leggen van activiteiten om stikstof te monitoren om “de natuurwaarden”, waaraan niets natuurlijk is, te handhaven.
De gevolgen op de economie zijn duidelijk.
Als gevolg van wegverkeer, vliegverkeer, landbouw en industrie komt stikstof in de atmosfeer. Dit kan als droge of natte depositie neerslaan en heeft dan een vermestend effect. Dit kan gevolgen hebben voor vegetaties, planten, en via de structuur en samenstelling van vegetaties ook voor vogels en andere dieren. Een deel van de vegetaties (in natuurgebieden) is gevoelig voor additionele depositie van stikstof.
Belangrijk aspect beoordeling Natura 2000-gebied
Met een model kunnen omvang en reikwijdte van additionele depositie door een nieuwe activiteit in beeld worden gebracht. Vervolgens kan beoordeeld worden in hoeverre flora, vegetatie en fauna hier negatieve gevolgen van kunnen ondervinden. Stikstof is tegenwoordig een belangrijk aspect van beoordelingen van voorgenomen activiteiten en plannen rond Natura 2000-gebieden.
Bron hier.
Een antropogeen (door mensen teweeggebracht) landschap bestaande uit heide en zandverstuivingen wordt natuur genoemd en vastgelegd in de natuurwaarden. Vervolgens wordt meer van dit landschap ontwikkeld en dat heet “nieuwe natuur” en in stand houding daarvan is alleen mogelijk door continu ingrijpen zoals plaggen, begrazing en verarming van de omgeving.
Hoever moeten we zo gaan vraag je je af. Één heideveld is “mooi”, maar in hoeverre moeten we door blijven gaan om grootschalige heide in stand te houden en zelfs uit te breiden onder het mom van nieuwe natuur? Stoppen we met dit beleid dan krijgt de natuur weer de kans om zelf te ontwikkelen en ontstaat een landschap bestaande uit bossen afgewisseld met grasland en op enkele plaatsen heide en een stukje zandverstuiving.
Het wordt tijd om eens na te gaan denken waar we mee bezig zijn. Nederland valt langzaam maar zeker stil, economische activiteiten zoals de bouw die net op gang kwam wordt weer op slot gezet. Landbouw wordt als vervuiler gezien en haast onmogelijk gemaakt.
We zijn letterlijk bezig om alle economische activiteiten on hold te zetten.
Echte problemen worden niet opgepakt. Neem fosfaat. Zonder fosfaat geen landbouw en wat we nu zien is dat grote hoeveelheden voedsel voor mensen en (kracht-)voer voor het vee geïmporteerd wordt. Dat betekent uiteraard een mestoverschot en vervolgens gaan we mest als afval zien en vergisten etc. Wat we nu doen is grootschalig wereldwijd hetzelfde als de boeren in het dorpje in Drenthe in 1880 deden. Het verarmen van gronden verder weg en mest produceren in de stallen. In de gebieden waar ons veevoer en voedselgewassen vandaan komen ontstaat een enorm fosfaattekort.
Nu kunnen we daar nog wat aan doen, de mest drogen, bewerken en het fosfaat terugbrengen naar de akkers waar ons voedsel en veevoer vandaan komt.
Prof. dr.ir. Oene Oenema (van de Universiteit Wageningen, red.) schrijft het volgende
“Zonder fosfaat geen voedsel. Onze huidige voedselproductie is in sterke mate afhankelijk van kunstmestfosfaat, gemaakt van ruwfosfaat. Berekeningen laten zien dat ruwfosfaat schaars wordt binnen enkele generaties. Het ‘fosfaatprobleem’ is groter dan het energieprobleem, want voor fosfaat is geen alternatief,’ zegt Oene Oenema. Fosfaat is essentieel voor plant, mens en dier. Voedselproductie kan niet zonder fosfaat en dat betekent dat we moeten overschakelen op hergebruik en het drastisch beperken van verliezen. Dat vergt een forse omschakeling. Oenema wil wegen verkennen voor efficiënt hergebruik van fosfaat in de voedsel productie-consumptieketen. De verdeling van (ruw)fosfaat en bodemfosfaat is zeer ongelijk in de wereld. De mestoverschotten in Nederland maken dat veel landbouwgronden nu rijk zijn aan fosfaat en dat fosfaat nog vaak als afval wordt gezien in plaats van waardevolle grondstof. In Afrika zijn de bodems daarentegen zeer arm aan fosfaat, waardoor de voedselproductie wordt beperkt. In Afrika schreeuwt de bodem om fosfaat; voor verhoging van de voedselproductie is daar meer fosfaat nodig.”
Zie verder hier.
Samengevat: Wat nu natuurgebieden genoemd worden zoals heidevelden en stuifzanden hebben net zoveel met natuur te maken als mijn achtertuin die op kleur en bloeitijd is aangelegd.
- Gewassen die op voedselarme gronden leven zoals heide kunnen alleen grootschalig uitgroeien door kunstmatige verarming van de bodem. Dit “natuurlijk” noemen is een verkeerd beeld van de werkelijkheid. Heidevelden zijn ontstaan door toedoen van de mens en kunnen alleen in stand blijven door kunstmatige bodemverarming door menselijk handelen.
- Om de kunstmatige begroeiing van deze zeer grootschalige heidetuinen in stand te houden moet er onderhoud plaats vinden zoals plaggen en begrazing en ook door de uitstoot van menselijke bedrijvigheid kunstmatig laag te houden.
- Stoppen met het onderhoud van deze grootschalige heidetuinen betekent dat de natuur die hier thuishoort en bestaat uit graslanden afgewisseld met grotere en kleinere bossages met de daarbij horende biotopen geleidelijk aan weer een kans krijgen.
- Veel ontwikkelende natuur is de afgelopen periode compleet onderuit gehaald om natuur bestaande uit heide-achtige landschappen te ontwikkelen.
Als we de middelen die nu ingezet worden voor natuurontwikkeling en beheer gaan inzetten om mest te verwerken en terug te voeren naar het brongebied van ons voedsel en veevoer zodat we mondiaal een echte kringloop creëren dragen we bij aan een mondiaal evenwicht wat fosfaatgebruik betreft.
Stikstof begrenzen om kunstmatige heidetuinen in stand te houden is contraproductief en heeft niets met natuurbeheer te maken. Stoppen met dat beleid maakt dat er net genoeg stikstof op de verarmde gebieden terecht komt om weer echte natuur te vormen – een biotoop die hier van nature ontstaat zonder menselijk ingrijpen. Heide is net zo natuurlijk als een graanveld.
Stichting De Groene Rekenkamer
is een door ingenieur-wetenschappers en journalisten opgerichte stichting met als missie: Cijfermatige controle van economische en/of wetenschappelijke aannames, berekeningen alsmede de daar aan gekoppelde conclusies … –> Lees hier verder …
Ik vind het niet erg duidelijk. De kop is “wat is nu eigenlijk die stikstofkwestie”, maar het gaat alleen maar over heide. Ik moest googlen om naar context te zoeken. Dit stuk noemt de PAS niet en linkt er niet naar, ik mis wat geschiedenis, wanneer is PAS gekomen, wie stonden er achter, waarom verklaarde rechter het beleid ongeldig, kortom, ik vind het niet echt een duidelijk overzicht. De kop dekt in ieder geval de lading niet.
Waar is het standpunt van de voorstanders? Is dat hele stikstofbeleid alleen maar gekomen om de heide te beschermen?
Uit aan hun lot overgelaten heideterreinen ontstaan bossen. Als er enig geduld is dan zullen die bomen ook overheersend rechte stammen tonen waaruit planken te halen zijn.
Alle spontane ontwikkelingen neigen naar volwaardig bos.
Toch maar zelf wat verder gezocht, dit lijkt een aardige inleiding: https://www.natuurmonumenten.nl/standpunten/stikstof-en-pas
BeleidsSmakers*,
Onze atmosfeer bestaat voor 80 % uit…stikstof. Tijdens onweersbuien worden er op grote schaal o.a. nitrieten,nitraten en ammoniak aangemaakt. Het is dus onmogelijk om aan te tonen, dat b.v. ammoniak uit een stal enige invloed op de omgeving van een stal heeft. Verder worden veel stikstofverbindingen aangevoerd door de zeelucht. In al het zeewater komt op alle diepten leven voor, dat stikstofverbindingen maakt, die vrij komen tijdens de ontbinding van die organismen. Deze verbindingen komen door het verstuiven van het zee-water in de lucht tijdens stormachtig weer. Alle lucht in de wereld bevat dus een of meerdere stikstofverbindingen, want deze lucht is altijd zeelucht. Bedenk verder, dat lucht, die ammoniak bevat, deze ammoniak er niet op natuurlijke wijze uit die lucht verwijderd kan worden. Kortom is het een volslagen belachelijke, want idiote discussie!
Ik heb een kennis gehad, die als kind in een plaggenhut heeft gewoond: daar is niks romantisch aan wel veel honger lijden op een prachtige paarse heide.. en alles wat daar weer mee samen hangt.
Als “wij” zo door gaan, dan komen wij in dezelfde posittie terecht als de bevolking op Paaseiland. Toen de |Hollanders Paaseilandop Eerste Paasdag ontdekten,was de laatste palm gekapt….om het laatste beeld naar zijn standplaats te kunnen rollen. Vanaf dat moment werd de bodem stuifgevoelig en verdween in korte tijd de landbouw van Paaseiland. Geen nood..er was vis genoeg in de oceaan. Helaas niet genoeg voor de groeiende bevolking..want er komt nu nauwelijks vis meer voor in de wateren rondom Paaseiland. Dus gingen de verschillende bevolkingsgroepen over tot kannibalisme…Om uitmoorden te voorkomen huisvestten de verschillende bevolkingsgroepen zich in versterkte holen!!!!
Wij, BeleidsSmakers moeten dus vast stellen, dat wij te maken hebben met: Onderontwikkelde Hoogopgeleide alpha- en betafobe Gamma BeleidsMakers**
*Wij gewoon geschoolde geestelijk kerngezond 95% van de keizers dus.
** Nee, gamba’s hebbeb hersens!
Fankjey, helder ?
Dankje….. Kon het niet verwijderen of aanpassen.
Een duidelijk verhaal. Maar wat ik mis is wat meer ingaan op dit regeltje: “economische activiteiten zoals de bouw die net op gang kwam wordt weer op slot gezet. Landbouw wordt als vervuiler gezien en haast onmogelijk gemaakt”. In de laatste 20 jaar is er een enorme toename geweest aan bebouwing, 60.000 hectare, ongeveer de halve provincie Utrecht. Ik ga er van uit dat we niet op die voet verder willen. Ook is er een enorme productie van gewas en vlees voor het buitenland, iets wat we eigenlijk ook niet moeten willen. Want dan is er en een tekort aan fosfaat in het land waar veevoer vandaan komt, een overschot aan mest in ons land en een enorme hoeveelheid dieren die met een gigantische ecologische voetafdruk in buitenlandse slachthuizen een erbarmelijke reis en einde vinden. Kortom, laten we die heidegebieden houden voor de gezondheid van de mens om te recreeren, turn je landbouw model om naar voorbeeld van Joel Salatin en houd op te denken in onmogelijkheden en de portemonnee het woord te laten voeren…
ik ben het eens met Ron en Saskia, Ron : met de reactie dat het een te eenzijdig verhaal is, en dat de titel van dit artikel anders doet vermoeden. Het stikstofverhaal/PAS regeling hangt over geheel Nederland en dus alle natuurterreinen en niet alleen heide gebieden. De site van NM (verwijzing van Ron) geeft idd meer duidelijkheid. En wat Saskia meldt: helemaal eens met het vervoeren van veevoer van b.v.b. Soja vanuit Brazilië naar Nederland en dan vlees en zuivelproducten weer de gehele wereld over slepen. Zo milieubelastend allemaal. Ik ben een groot voorstander van een afstands taks. Voor alle bewegingen met een brandstofmoter (vliegtuig, auto, boot) een afstands taks voor de personen of producten die zij vervoeren. Hierdoor word het afleggen van afstanden eerlijker belast en daardoor ook zeker verminderd.
Ja, Ron Arts, dit verhaal vereist wel wat voorkennis. Maar die blijkt met de hier gegeven beschrijving en redenering prima terug te vinden. Ik vind het een nuttig, zij het wat algemeen en niet erg gespecialiseerd verhaal. Verwijzingen naar hedendaagse wetgeving en politiek kan ik er zelf bij denken.
Overbevolking is het probleem. Met de huidige kennis is hier eenvoudig iets aan te doen. Neem je verantwoordelijkheid.
De heide mag dan wel een cultuurlandschap zijn, toch vind ik het prachtig om door bijv de Strabrechtse Heide te fietsen. Het is net de Afrikaanse savanne in het klein.
Dus toch maar behouden, ook al is het nu misschien een park.
Er is maar één reactie die de kern van het probleem raakt. We zijn met teveel mensen en het ziet er naar uit dat die situatie niet snel zal veranderen.
Voor veel mensen is veel voedsel nodig. Dat brengt waar dan ook in de wereld activiteiten met zich mee om aan die behoefte te voldoen. Hoe meer mensen, hoe grootschaliger dit zal gebeuren.
Als je naar ecologische landbouw terug wil, zal er eerst iets aan het probleem van de bevolkingsaanwas moeten gebeuren.
Ja, er zijn teveel mensen, en wij produceren meer van alles,, ook van stikstof en CO2. Maar, is dat zo erg? Onze atmosfeer bestaat uit 78.09% uit stikstof, 20.95% zuurstof en dan heel kleine percentages argon, CO2 (0.03%!!!!!),methaan, helium, krypton, waterstof en xenon, samen 1o0%. Deze meting is van enige tijd geleden, en ik vraag me af wat de huidige metingen aangeven. Is er plotseling wereldwijd een enorme stijging in het percentage stikstof of in het percentage CO2? Als dit niet zo blijkt te zijn, moet dit door alle media verspreid worden en komt er een einde aan de paniek en kunnen we teruggaan naar adaptie van de natuurlijke klimaatveranderingen waar de mens niets maar dan ,ook niets kan veranderen.