Zwitserse kaas
Dinsdag 30 mei 2017
Gastbijdrage van Jeroen Hetzler
Of eigenlijk gatenkaas, want vervangen van kernenergie door inferieure technieken die duurzaam genoemd worden, is vragen om gaten in met name de stroomvoorziening. Zwitserland heeft het licht gezien en ambieert naast Duitsland gidsland te zijn op het gebied van energietransitie door uitbanning van kernenergie. De vraag is natuurlijk waar dit op uitdraait en of dit omarmen van niet fossiele en kernenergie ook echt tot het gewenste resultaat zal leiden. Ik permitteer me om hier twijfels over te hebben.
In Switzerland, nuclear energy is used solely for peaceful purposes, e.g. for producing electricity and for application in medicine, industry and research. The 10-year average annual proportion of nuclear energy used for producing electricity is 39% (up to 45% in winter), which is above the European average of 33%. Switzerland’s five nuclear power plants have a total capacity of 3.2 GW, and an annual availability rate of approximately 90%.
Het totale eindgebruik is 838.360 TJ in 2015. Elektriciteit vertegenwoordigt 209.690 TJ waarvan door kern afgerond 40%. Totaal elektriciteit is 25% van het energiegebruik. Dus zonder kerncentrales zal 10% van de energieleverantie wegvallen. Dit is niet bijster spectaculair, al zal het voor de elektriciteitsproductie een forse aderlating zijn. Aderlaten was tot vrij recent een medisch middel, dat nooit succes had, maar dienst deed als middel om de aandacht af te leiden van incompetentie en gebrek aan kennis. Ik vrees dat dit hier ook het geval is. Dagdromen over politiek welgevallig en imago oppoetsende duurzame energie loert om de hoek, want men is o zo bang zich de kritiek van Greenpeace en WWF op de hals te halen. Enfin, men zal dan dus afgerond niet alleen 84 TJ moeten vervangen door energiebronnen ten onrechte geacht als duurzaam, maar ook de hierboven genoemde 90% leveringszekerheid moeten kunnen garanderen. Ik vrees dat dit geen succes zal worden bij een productiefactor op onze breedte van op zijn best ca. 30% voor wind op zee en 12% voor zonnepanelen. Mij bekruipt het idee dat de groene intenties niet op realisme zijn gestoeld, getuige deze uiteenzetting over fossiele brandstoffen:
Assuming stable consumption of fossil fuels, the proven oil reserves would be able to meet global needs for over 53 years, natural gas reserves for about 55 years and coal reserves for more than 100 years, according to BP’s statistics. But most of the competent specialists and organizations consider that global demand for fossil fuels is likely to continue to increase in the medium and long term, driven by countries that are not members of the OECD, particularly China and India. The sustainability of proven fossil-fuel reserves in terms of years of consumption is reduced as a result.
Apart from the limited duration of the reserves, the major drawback of fossil fuels is the pollutant emissions generated during their combustion. Moderating consumption of these energies and replacing them with renewable energies, mainly in order to reduce CO2 emissions, are therefore some of the major challenges of energy policy, economics and research.
En steeds weer het verhuld, maar ten onrechte, opvoeren van CO2 als luchtvervuiler en als de boosdoener van catastrofale opwarming die al bijna 20 jaar is uitgebleven en waarvoor nog steeds het bewijs ontbreekt. De hockeystickgrafiek was de meest geraffineerde poging, maar droeg uiteindelijk door het statistische bedrog bij tot de weerlegging van de AGW-hypothese (Anthropogenic Global Warming; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming).
Hier is bovendien ook weer sprake van het noodzakelijk steeds herhalen dat geprojecteerde voorraden berusten op de verkeerde interpretatie van de reserve-tot-productie ratio (RPR of R/P). Deze is de resterende hoeveelheid van een hulpbron (meestal fossiele brandstof en uranium) uitgedrukt in jaren bij gelijkblijvende productie. Hier zijn de cijfers van BP. De verticale as is hier R/P uitgedrukt in jaren.
De simplistische interpretatie van deze ratio leidt tot verkeerde “voorspellingen” over het naderende “opdrogen” van de betreffende hulpbron. Zo schommelt in de VS deze ratio voor olie al sinds 1920 tussen de 8 en 17 jaar tot de ontdekking van niet conventionele olie waarna de ratio flink is gestegen. Menigeen hangt deze misvatting aan zonder rekening te houden met toekomstige groei aan bewezen economisch winbare reserves. Fossiele energiebronnen zullen ooit opraken, maar onbekend is wanneer.
Duidelijk is dat kolen dominant zijn. Hiermee is dus niet gezegd dat de kolenreserves voor bijvoorbeeld de EU na 100 jaar op zijn, tenzij alle exploratie wordt stopgezet of exploratie niets oplevert.
Dit misleidende beeld treffen we ook in het Zwitserse rapport aan.
Veelzeggend is deze opmerking:
Fossil fuels will continue to cover most of our energy needs for a long time to come. However, they will be gradually replaced by biomass, synthetic fuels (“designer fuels”) and hydrogen. But whichever energy source is used, the technique of combustion will remain the predominant technology for a long time, and research work in this area will continue to place the emphasis on increasing efficiency and reducing pollutant emissions. That is exactly what the research programme on combustion and combined heat and power generation aims at with its contributions.
Long time to come. Hoe lang dan? En de vervanging door biomassa, synthetische brandstoffen en waterstof is speculatie. Waar blijven de windmolens en de zonnepanelen in dit betoog?
Verbeterde efficiëntie is al gaande sinds de aanvang van de Industriële Revolutie. Dus hier geldt oude wijn in hernieuwbare zakken. Kortom dat referendum zet niet veel zoden aan de dijk. De Zwitsers mogen het proberen. De koude kermis wacht. Zoals gewoonlijk was de NOS enthousiast.
Hieruit blijkt dat dit besluit gebaseerd is op emotie. Immers, er is geen sprake van een kernramp in Fukushima. Er vielen 0 doden door straling.
De conclusie kan ook hier zijn, net als bij de Energiewende, dat het gehele Europese klimaatbeleid gebaseerd is op emotie, niet op feiten noch op rationaliteit, hetgeen in het verlengde ligt, maar wel op irrationele angst die o.a. door de milieubeweging sterk is en wordt aangewakkerd door indoctrinatie.