Wind- & zonnestroom hebben geen waarde. Waardeloos. Letterlijk.

Woensdag 1 juni 2016

Een gastbijdrage van Gert-Jaap van Ulzen

De duurzame adepten zien graag 100% weersafhankelijke stroom met daarbij wind- & zonnestroom als hoofdmoot. Daarbij verschijnen te pas en te onpas allerlei enthousiaste mededelingen als ‘Portugal vier dagen volledig op zonnestroom’ (http://bit.ly/1WXwZE1) of Duitsland op 1e pinksterdag bijna een kwartier volledig op windstroom. Daarbij suggererend dat een combinatie van weersafhankelijke wind- & zonnestroom voldoende zou zijn om ‘fossiele’ centrales mettertijd uit te kunnen faseren. Helaas, was het maar zo simpel.

Als we maar genoeg windturbines neerzetten, dan kunnen de kolencentrales dicht. Om zo het credo van de klimaat gelovigen maar even samen te vatten. De neutrale toeschouwer – zoals ik mijzelf beschouw – wordt daarbij beticht van ‘vuilspuiterij’, ‘tuig van de richel’ en moet ‘het land worden uitgetrapt’. Een weinig verheven bijdrage aan de discussie en bovendien niet getuigend van de kracht van het argument. Maar dat terzijde.

De doelstellingen waren in beginsel gericht op minder CO2 uitstoot, de 20-20-20 doelstelling. 20% Minder CO2 uitstoot in 2020 te bereiken door 20% meer ‘duurzame’ energie en energiebesparing. De gedachte daarachter lijkt logisch, maar blijkt in de praktijk weerbarstig. Meer weersafhankelijke stroom (stroom is daarbij overigens slechts 17% van onze energiebehoefte) heeft méér CO2 uitstoot tot gevolg en niet minder.

Niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland of Frankrijk. De Scandinavische landen vormen daarop een uitzondering om een voor de hand liggende reden – waterkracht. Plus natuurlijk relatief weinig inwoners.

1

Meer weersafhankelijke stroom leidt tot meer CO2 uitstoot

Willen we de energievoorziening van Nederland vergroenen, zul je de zogenaamde baseload moeten vergroenen. Het toevoegen van weersafhankelijke stroom is daarbij een zinloze exercitie. Windstroom heeft een productiefactor van 22% (wind op land) en 36% (wind op zee), zonnestroom heeft een productiefactor van 10%. Dat kan middels technologische innovaties nog wel iets stijgen, maar geen tientallen procenten. Tenzij we uiteraard de wetten der fysica willen onderwerpen aan de wetten van de kansel.

Naarmate we meer weersafhankelijke stroom – zwaar gesubsidieerd – toevoegen aan het aanbod, zonder dat de vraag daarnaar toeneemt, daalt de prijs van die stroom (Economie HAVO-2). De consument betaalt een lagere stroomprijs, maar daarboven de steeds hogere subsidie aan de groene stroom producent. Per saldo vliegt de consumentenprijs voor stroom door het plafond. Die lagere marktprijs heeft vrijwel direct een hogere duurzame belasting tot gevolg.

Sinds 2012 betaalt de Duitse stroom consument meer aan de duurzame opslag per kWh dan voor de feitelijke marktprijs daarvan. Stroom is vrijwel gratis, alleen de groene emotie daarmee annex alles behalve. Dat gaan we in Nederland ook zien, er wordt alleen al in 2016 voor €2.500,- per huishouden aan groene verplichtingen aan gegaan. De uitvoering van het energieakkoord gaat ieder gezin grofweg €12.000 kosten, waarvan onze kinderen en klein kinderen de blauwe incasso enveloppe gaan krijgen.

2

Een lagere stroomprijs leidt tot hogere duurzame belasting

De voorbeeldlanden Duitsland en Denemarken kennen de hoogste energie tarieven ter wereld. Ruim twee derde van die rekening bestaat uit duurzame belasting en dat wordt alleen maar meer. Het is dan ook niet abusievelijk dat beide landen (maar ook Zweden http://bit.ly/1WW6wFC en China) vol op de remmen gaan staan bij de uitbreiding van het groene stroom areaal. In China wordt windstroom inmiddels beschouwd als afval, ze kunnen het niet meer kwijt op het net (http://reut.rs/1q76Ft8).

De Duitse Energiewende is dé facto voorbij, Duitsland zoekt alleen nog een charmante manier om dat te laten landen. In Denemarken een vergelijkbaar verhaal http://bit.ly/1O3fAqW. Ons aller PvdA Tweede Kamer lid – Dhr. Jan Vos – verhaalt telkenmale met verve dat wind-energie in Denemarken is aanbesteed onder de prijs van ‘fossiele’ energie. Hij zal nu moeten toelichten waarom datzelfde Denemarken een vijftal geplande offshore windparken van de agenda heeft verwijderd. De Deense economie en consument hebben namelijk zwaar te lijden onder de duurzame aspiraties van de groene idealisten.

Door de voorrang van groene stroom op het net, was afgelopen jaar de stroomprijs al meermaals negatief. Producenten betalen liever, om van hun afval-stroom af te komen, zolang de subsidie het verlies dekt.

3

16 cent per kWh kost het, om van je duurzame stroom af te komen

Zondag 8 mei in Duitsland was daarvan een schrijnend voorbeeld. Onze Duitse energie leveranciers leverden stroom onder bijbetaling van 16 cent per kWh. Gedurende een paar uur was Duitsland weliswaar voor 80% groen, het heeft de Duitse consument alleen een vermogen gekost. Ons staatsbedrijf TenneT – de net beheerder – heeft over 2015 een slordige half miljard moeten uitbetalen aan groene wind boeren met een groen idealistisch contract. Om vooral alstublieft géén stroom te leveren.

Tegelijkertijd kun je geen kolen- gas- of kerncentrales sluiten. Zaterdag 28 Mei waaide het amper en zonne-stroom doet het ’s avonds echt niet. 78% van de tijd waait het niet of niet genoeg en door het jaar heen is het 50% van de tijd gewoon donker. Namelijk ’s nachts en ’s winters. Dat het ergens in Europa altijd wél waait, blijkt ook al een Greenpeace mythe.

Zonder ‘fossiele’ centrales hadden we 28 Mei j.l. collectief hoogstens nog kunnen meezingen met de golden oldie ‘Where were you when the lights went out in NYC‘ – maar dan New-York moeten vervangen door ‘all over Europe‘.

4

Deense wind goed voor grofweg 10% van de stroom behoefte

 

5

Windstil in heel Europa

Zon- & wind vervangen domweg geen baseload. Sterker nog, het omgekeerde is het geval.

Naarmate we meer weersafhankelijk vermogen aan de capaciteit toevoegen, moeten we meer stand-by capaciteit toevoegen. Hoe meer wind- & zonnestroom, hoe meer kolen-, gas of kernenergie centrales erbij moeten. En gezien de Amerikaanse Schaliegas revolutie, zullen goedkope kolen en bruinkolen daarbij vooraan staan. De CO2 uitstoot stijgt!

En dat gebeurt overigens in Europa ook keurig. Duitsland en Nederland hebben een zestal hoog vermogen kolencentrales in productie genomen en in de UK staan er een viertal kerncentrales in de planning voor de komende 10 jaar. Frankrijk werd – nota bene door ons CPB – gekapitteld wegens het niet halen van de duurzame energie doelstellingen. Tegelijkertijd is datzelfde Frankrijk een voorbeeldland wanneer we kijken naar de CO2 emissie doelen.

7

Frankrijk stoot voor de elektriciteitsproductie amper CO2 uit

Wind- & zon zijn in Zuid-Australië belangrijke stroom leveranciers, circa 40%. Met enige regelmaat ligt daar het maatschappelijk verkeer inmiddels compleet stil. Treinen staan stil, airco’s laten het afweten. Geen wind – of te veel wind, geen zon – en de energie voorziening staakt. Het stroomnet kan het niet aan, de touwtjes boven de grond ontploffen. Letterlijk.

Duitsland zal circa 30% weersafhankelijke stroom kunnen absorberen, een percentage wat in 2017 wel ongeveer bereikt gaat worden. Nederland kan iets minder weersafhankelijke stroom toelaten op het net. Waterkracht als balancerende factor lijkt mij een limiterende factor hier. Dat zie je vaker in delta’s – ze zijn in de regel nogal plat.

Een educated guess limiteert de hoeveelheid weersafhankelijke stroom die het Nederlandse net aan kan tot circa 25%. Hetgeen wij bij ongewijzigd beleid zo rond 2023 zullen bereiken. Bedenk daarbij dat de Nederlandse netbeheerder (TenneT) tot de beste van de wereld behoort. Zo u in Zuid-Afrika zou wonen, dan functioneert uw koelkast slechts een half uur naar behoren. En dat is dan per week … niet per dag.

In generieke zin is de hoeveelheid weersafhankelijke stroom wat een goed georganiseerd ‘grid’ kan verwerken beperkt. Het produceren van stroom is dan ook een non-issue, de grootschalige opslag daarvan is – gezien de basale wetten der fysica en economie – onoplosbaar.

8

Het is dan ook daarom dat de Duitse Autoriteit voor de Consument & Markt (ACM) – in Brussel – een buitengewoon interessant voorstel deed. ‘Reken de kosten van stand-by vermogen toe aan de leveranciers van (weersafhankelijke) wind- & zonnestroom‘.

Combineer dat eventueel met een CO2-tax en daarmee krijgt niet alleen CO2 emissie een prijs, maar leveringszekerheid ook. Immers weersafhankelijke stroom waar geen vraag naar is, blijkt economisch zonder waarde. Waardeloos. Letterlijk.

Dit artikel verscheen ook op: http://gertjaap.van-ulzen.nl/blog/?p=1692