Het bedrijf Buchanan Renewable Energy (BRE)

Donderdag 24 december 2015

Naar aanleiding van het artikel Spin klimaatweb European Climate Foundation Den Haag bulkt van geld, baadt in macht, op Climategate.nl, waarin de naam van miljardair John Mc Bain werd genoemd als financier van de ECF, de European Climate Foundation in Den Haag, ging er bij De Groene Rekenkamer een lichtje branden.

Deze John Mc Bain was als financier betrokken bij een louche houthandel in Liberia  door Vattenfall, de eigenaar van NUON.

Vattenfall kapte honderdduizenden hectares rubberbomen, chipte de hele boel en stuurde bulkcarriërs met 40.000 ton houtchips per keer naar Europa om ze in Centrales te verbranden.

Ons onderzoek naar de activiteiten van Vattenfall in Liberia trok internationaal aandacht.
We plaatsen ons onderzoek nogmaals hier onder.

Buchanan Renewables is de moedermaatschappij van 4 dochterbedrijven:

Buchanan Renewable Power (BR Power) verantwoordelijk voor elektriciteit
Buchanan Renewable Fuel (BR Fuel) verantwoordelijk voor het kappen van oude rubberbomen
FarmBuilders verantwoordelijk voor de herplant
Buchanan Renewable Technical Services Group (BTS) verantoordelijk voor al het technisch onderhoud

Buchanan Renewable Energy was oorspronkelijk grotendeels in handen van een Canadese beleggingsonderneming, Lawrence Asset Management, LAWVEST. Na een aantal pogingen van de aandeelhouder om BRE te bewegen in de houtchipshandel te gaan, was LAWVEST het zat en ging een gefrustreerd LAWVEST management op zoek naar een nieuw management voor BRE en naar kopers voor BRE.

BRE werd uiteindelijk overgenomen door de Canadese miljardair John McBain, die zijn kapitaal had vergaard met de verkoop van zijn mediabedrijf. John McBain was op dat moment al bevriend met mevrouw Sirleaf, de president van Liberia die hij op een bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos had leren kennen. Vanaf dat moment schonk McBain vele miljoenen aan goed doelen in Liberia die veelal verbonden waren aan mevrouw Sirleaf.

Volgens goed ingelichte bronnen zocht BRE naar investeringsstimulansen en ontving daartoe van de voorzitter van de Nationale Investeringsbank Commissie, dr. Richard Tolbert, de toezegging van een belastingvrijstelling voor de duur van drie jaar. Dit was tegen het zere been van het parlement, want het was een onwettige maatregel. Tolbert verontschuldigde zich, zei dat er een foutje was gemaakt, waarmee hij strafvervolging leek te ontlopen.
In een uitgebreide advertentiecampagne in de lokale pers deelde BRE mee dat het bedrijf zich had omgevormd tot een producent van biomassa-energie voor de Liberiaanse markt en dat de naam BRE voortaan BR zou luiden, Buchanan Renewables.

Bedrijven veranderen vaak hun businessmodellen en veranderen daarbij soms van naam, maar dat een bedrijf dat in de start-up fase doet is zeldzaam. Het kan een indicatie zijn dat er misschien niet goed is nagedacht over een businessmodel dat bruikbaar was in de Liberiaanse economie. Buchanan Renewables is een start-up zonder track record in de productie van biomassa.
Insiders zeggen dat het vorige bestuur van BRE, onder leiding van een zekere Martin Greenwood, een stelletje cowboys was die veel tijd in diverse Afrikaanse landen doorbrachten met de exploitatie en handel in goud en diamanten. Greenwood werd als laatste gesignaleerd als verkoper bij een kleine Britse onderneming.

BRE ondermijnt de functie van de Liberiaanse Elektriciteits Maatschappij (LEC)

Uit pogingen om te bepalen wat de juridische status van BRE in Liberia was om elektriciteit te produceren is gebleken dat BRE niet legaal elektriciteit in Liberia kan produceren zonder toezicht door de nationale wetgever, zoals de Liberiaanse Elektriciteits Maatschappij (LEC) die dat als enige legale aanbieder van elektriciteit in Liberia doet. Deze niet legale status zou de reden geweest zijn dat de beloofde 50 megawatt elektriciteitscentrale die op houtchips gestookt zou worden, nog steeds niet is gebouwd. Deze centrale zou in december 2010 al gebouwd moeten zijn.

In januari 2009 tekende Buchanan Renewables met de Liberiaanse overheid een contract met een waarde van $ 150 miljoen voor de bouw van deze energiecentrales in Montserrado County, bij Kakata en in Margibi County.
Ondanks een lening van $ 112 miljoen die BR van een Amerikaanse investeerder kreeg om de 50 megawatt centrale te bouwen is er nog steeds een debat gaande om de juridische status van BR vast te stellen.

Het is onduidelijk of BR in harmonie werkt met de lange termijn energievraag in Liberia. Veel deskundigen zeggen dat de productie van biomassa een goed idee is voor Liberia, maar het kan niet op de manier zoals BR het nu doet, wat neerkomt op het plunderen van de natuurlijke rijkdommen van het land.

Biomassa, windenergie, zonne-energie, waterkracht en andere vormen van energie moeten worden bestudeerd en er moet een energiebeleid voor de lange termijn worden ontwikkeld, aldus deskundigen in Liberia.

Bij de voorgenomen bouw van de 50 megawatt elektriciteitscentrale wordt op geen enkele manier rekening gehouden of de industriële eindgebruikers wel de capaciteit en het vermogen hebben om voor de elektriciteit te betalen.

De Liberiaanse Elektriciteits Maatschappij LEC rekent ongeveer 50 cent per kilowattuur elektriciteit. Insiders zeggen dat BR niet eens een uitgebreide haalbaarheidsstudie heeft uitgevoerd of de door de centrale opgewekte elektriciteit wel rendabel is.
Volgens een Amerikaanse investeringsbankier die anoniem wenst te blijven is het onbegrijpelijk dat de Raad van Bestuur van OPIC, de Overseas Private Investment Corporation, een lening van $ 112 miljoen aan BR heeft gegeven zonder dat er bankgaranties tegenover stonden.

Liberiaanse energiedeskundigen zeggen dat ze zich grote zorgen maken over de prijs van houtskool, de belangrijkste energiebron voor een Liberiaans gezin. Het hout van de rubberbomen is de belangrijkste bron van houtskool in Liberia. Momenteel kost een zak houtskool 200 Liberiaanse Dollar. Deze deskundigen zeggen dat de prijs van een zak houtskool kan stijgen naar 600 Liberiaanse Dollar, dit is $ 10 US, als er geen alternatieven worden gevonden voor het massaal kappen van oude rubberplantages waarvan de opbrengst volledig naar het buitenland gaat.
De energiedeskundigen spreken in verband met de ontwikkelingen rondom Buchanan Renewables ook hun ernstige zorgen uit over een mogelijke reconstructie van het Mt. Coffee Hydro Project.

Dit project is een dam die in de jaren ’60 in de St. John River is gebouwd. De apparatuur is in de laatste burgeroorlog vrijwel volledig vernield waardoor deze hydro elektrische installatie geen elektriciteit meer levert.
De VS schonken in 2007 $ 400.000 aan Liberia om onderzoek te doen naar een reconstructie van het complete Mt. Coffee Hydro Power Project. Het bleek dat vervanging van de apparatuur bijna $ 400 miljoen zou gaan kosten. Dit geld heeft Liberia niet.

Het Mt. Coffee Hydro Project was indertijd opgezet om Liberia en drie omliggende landen van elektriciteit te voorzien.
De energiedeskundigen vrezen nu dat dit Hydro Project stil komt te liggen omdat Liberia zich wat betreft de elektriciteitsvoorziening in het land volledig aan Buchanan Renewables heeft gecommiteerd.

Buchanan Renewables is nu het gezamenlijk eigendom van Pamoja Capital in Zwitserland, dat op zijn beurt weer voor een groot deel eigendom is van John McCall MacBain in de VS en Canada, het Zweedse Vattenfall, het op vijf na grootste Europese Nutsbedrijf en Swedfund, de Zweedse ontwikkelingsbank.
Pamoja Capital heeft ongeveer 70%, Vattenfall 20% en Swedfund 10% aandeel.
De Overseas Private Investment Corporation heeft twee leningen bij Buchanan Renewables uitstaan, één van $ 112 miljoen en één van $ 34 miljoen.

Op tientallen verschillende websites staat Buchanan Renewables in evenzo vele vestigingsplaatsen genoemd.
Het is een Nederland bedrijf en als zodanig ook in Nederland ingeschreven. Dus niet in Ottawa, New York, Geneve of Monrovia, gewoon in Amsterdam.

Buchanan Renewables in Liberia staat onder leiding van een lokale manager, de Ier Liam Hickey.
Hij zegt dat zijn bedrijf ongeveer 250.000 ha bos met rubberbomen gaat kappen. De houtchips die het bedrijf ter plaatse op de plantages maakt worden elke 10 minuten met een grote vrachtwagen naar de havenplaats Buchanan (!) vervoerd, waarna de houtchips per vrachtschip naar Europa worden vervoerd, waar ze in diverse centrales worden bijgestookt.
De voorraad van vele miljoen uitgewerkte rubberbomen op die 250.000 ha is volgens Hickey voldoende voor ongeveer 25 tot 30 jaar export. Buchanan is van plan om vanaf 2017 per jaar 2 miljoen ton houtchips te exporteren. Nu ligt de export op ongeveer 200.000 tot 500.000 ton per jaar. Volgens ingewijden zou Vattenfall $ 55 per ton houtchips aan BRE betalen.

Buchanan Renewables kreeg in 2008 een lening van $ 112 miljoen van de Overseas Private Investment Corporation (OPIC) in de VS voor de bouw van een 50 megawatt elektriciteitscentrale.
Begin 2011 ontving Buchanan nogmaals een lening van $ 94, nu voor de bouw van een 34 megawatt centrale.

In juni 2010 neemt het Zweedse Vattenfall voor 20% deel in Buchanan Renewables. Dat kost Vattenfall $ 20 miljoen. Vattenfall is eigenaar van het Nederlandse NUON. In het contract staat een optie dat Vattenfall te zijner tijd het volledige eigendomsrecht over Buchanan Renewable Energies kan krijgen.
Opvallend is dat sinds Vattenfall in Buchanan Renewables deelneemt er nogal wat ex NUON managers bij Buchanan Renewables in dienst zijn getreden.
Vattenfall krijgt van de MIGA een garantstelling voor als de zaken in Liberia fout lopen van $ 150 miljoen over 15 jaar. MIGA is de Multilateral Investment Guarantee Agency en maakt als zodanig deel uit van de WereldBank.

De rubberboom

Buchanan Renewables kapt in Liberia oude rubberbomen, van de gezaagde bomen worden houtchips gemaakt en die zouden in het plaatsje Kakata in een nieuw te bouwen elektriciteitscentrale opgestookt worden om elektriciteit op te wekken.

Een rubberboom stopt met de productie van latex na 25-60 jaar. Een  dochteronderneming van Buchanan Renewables, FarmBuilders, verwijdert vervolgens deze niet-productieve bomen van de plantage, betaalt de boer $ 1.50 voor 1 ton oude rubberboom en zorgt ervoor dat nieuwe bomen worden geplant. Op deze manier zijn bomen die voorheen door de originele bewoners als brandstof werden gebruikt, nu uitgegroeid tot een, volgens Buchanan Renewables,  waardevolle bron van energie.
De boer moet echter minstens 7 jaar wachten alvorens zijn nieuwe rubberboom weer wat latex levert.
De boer zit dus 7 jaar zonder inkomsten.
BRE trachtte dat op te lossen door de boeren peper, groene bonen en aardnoten tussen de nieuw aangeplante rubberbomen te laten zaaien. Maar is dat een oplossing?

Klachten van boeren

Hill Vivion was één van de eerste boeren die met Buchanan een contract afsloot. De uitgehongerde 67 jarige boer heeft 12 kinderen waarvan er 4 in de burgeroorlog zijn omgekomen. De andere 8 zijn werkloos. De boerderij van Vivion is de enige bron van inkomsten van de hele familie. Zijn rubberbomen waren bijna allemaal aan het einde van hun levenscyclus.
Op een aanbod van Buchanan Renewables ging hij dan ook zonder verder na te denken in.
Buchanan zaagde 2460 oude rubberbomen op het 10 hectare grote stukje grond om en plantte 5000 nieuwe rubberbomen.
De shredder maakte van de 2460 bomen ruim 1225 ton houtchips. Vivion ontving daarvoor $ 1.50 per ton, ongeveer € 1,08.

Het geld was snel op omdat Vivion zoals vaak in Afrika gebeurt, zijn hele familie moest onderhouden. Vivion’s 5000 zaailingen, dunne sprietjes, leverden nog lang geen latex.
Peper, groene bonen en aardnoten die volgens Buchanan gedurende 7 jaar voor inkomen moesten zorgen, waren niet te zien.

In plaats daarvan ligt er tussen de rubber zaailingen een groene grasmat uit Maleisië. Dit gras zorgt ervoor dat er geen plagen ontstaan, een andere functie heeft het niet.
Een medewerker van Buchanan Renewables, Nelson Hill, bevestigt dat de plantages waar volgens zijn zeggen de bonen waren geplant, snel door zijn bedrijf werden verlaten. “We hebben eerst geprobeerd tussen de zaailingen bonen te planten, maar de bonen werden gestolen zodat we het nu nergens meer proberen.”
Een alternatief voor de boeren als compensatie anders dan een wat hogere prijs voor het hout is er niet.

Nog ernstiger zijn de gevolgen voor boer Sam Bonwin en zijn zoon Sardey.
Buchanan Renewables heeft op zijn land 4000 rubberbomen gekapt en er 9000 nieuwe zaailingen neergezet. De meeste zaailingen zijn gestolen en het heuvelachte stuk land ligt er nu kaal en verlaten bij. Wind en regen hebben de bodem voor een groot deel geërodeerd. Buchanan zegt dat ze de boer hebben verteld eerst voor bewaking te zorgen, pas dan planten we weer nieuwe zaailingen. Buchanan vergeet te vertellen dat de boer geen inkomen heeft om voor bewaking te betalen.

De 58 jarige Bonwin heeft spijt van zijn contract met Buchanan. Hij ziet niet alleen zijn geërodeerde stuk land liggen, maar ergert zich vooral aan een passage in het contract, waar staat dat het eerste jaar zorg voor de zaailingen gratis is, waarna hij de volgende 6 jaar zelf voor de zaailingen moet zorgen en bovendien aan Buchanan nog eens 25% van zijn omzet gedurende 30 jaar moet afstaan terwijl hij zelf het volledige risico draagt. Bonwin beschouwt dit als diefstal door Buchanan Renewables.
Bonwin heeft het contract ondertekend zonder te weten hoe hij de rubberbomen moest kweken. Zijn vader had de oude plantage met rubberbomen geplant en hij is al lang dood.
Het betekent in feite dat Buchanan Renewables de boeren gewoon laat barsten.
Berooide boeren zoals Vivion en Bonwin hebben uiteindelijk geen alternatief dan wat Buchanan hen in het contract voorschrijft.
Omdat ze niets meer te verliezen hebben zijn ze één van de weinige boeren die er openlijk voor uit durven te komen. Bij vele tientallen soortgelijke gevallen durven de boeren er niet openlijk voor uit te komen.

De lokale manager van Buchanan Renewables, Lian Hickey, benadrukt het belang dat Buchanan heeft om kleine boeren te steunen. In werkelijkheid echter betrekt Buchanan de houtchips voor 35% van kleine boeren en de rest komt van zeer grote plantages waarvan niemand weet wie de eigenaar is. Een situatie die we eigenlijk andersom zouden zien, zegt Hickey, maar hij zegt er niet bij hoe dit verwezenlijkt gaat worden.
Vanwege de lucratieve hoge opbrengst die de export van houtchips voor Buchanan oplevert, moet Buchanan Renewables grote hoeveelheden hout in korte tijd zagen en gereed maken voor transport.

Volgens Hickey heeft zijn bedrijf hoge vaste kosten en kunnen we alleen winst maken door in korte tijd zoveel mogelijk houtchips te exporteren. Volgens Hickey betaalt Vattenfall $ 55 per ton houtchips, omgerekend ongeveer € 42,50. Dat is bijna 40 keer meer dan de $ 1.50 die de boeren voor 1 ton rubberboom krijgen. Het is geen gangbare marktprijs zegt een ambtenaar van het regerings accountantskantoor. Een prijs van $ 3 per boom die ongeveer 0.75 ton weegt komt meer overeen met de marktprijs. Dat zou betekenen dat Buchanan de boeren $ 4 per ton hout zou moeten betalen.
Buchanan Renewables zegt dat het tussen de $ 1.50 en $ 2.50 per ton hout betaalt, maar als gevraagd wordt wie er $ 2.50 per ton krijgt kan er geen voorbeeld genoemd worden.

Efficiëncy

Het draait allemaal om efficiëncy, zegt de lokale manager Hickey. Om de productie te verhogen zal er een tweede grote shredder worden geïnstalleerd. Daarmee kunnen we dan meer dan 1 miljoen ton houtchips per jaar maken en exporteren.
Er moeten nieuwe transportbanden worden gekocht, want het beladen van een vrachtschip met 18.000 houtchips duurt nu 7 dagen, zegt Hickey, en dat is te lang.
Er is ook een oude rijnaak in Nederland gekocht die wordt ingezet om boomstammen vanuit het achterland via de Sint John Rivier naar de havenplaats Buchanan te vervoeren. Vervoer per truck lijkt niet rendabel te zijn vanwege de slechte wegen…
Boomstammen? Jazeker, want het hout van rubberbomen is op stam erg waardevol. Het wordt ook wel ‘white oak’ genoemd en is onder meubelmakers erg geliefd vanwege de goede kwaliteit.
Als men rekening houdt met deze investeringen is het aannemelijk dat Buchanan Renewables het hout van de grote plantages blijft kappen. Er zijn namelijk weinig kleine landbouwers die nog bruikbare rubberbomen op hun land hebben staan.

Buchanan Renewables Fuel Ltd. maakt er vervolgens houtchips van die in eerste instantie in een lokaal energiebedrijf gestookt zouden moeten worden om elektriciteit op te wekken, maar de gehele oogst gaat al twee jaar via de havenplaats Buchanan in Liberia naar Engeland, Noorwegen, Zweden, Duitsland en andere EU landen.
Buchanan Renewables B.V. zegt dat er nieuwe rubberbomen worden aangeplant, maar de Forestry Development Authority zegt dat de aanplant bij lange na niet voldoende is om het aantal gekapte bomen te vervangen.

Buchanan zou de opgewekte elektriciteit voor de helft van de gangbare prijs aan de Liberian Electric Corporation leveren.
De directeur van de Liberian Electric Corporation is mevrouw Ellen Johnson Sirleaf. Zij is tevens, sinds januari 2006, de president van Liberia….
Nu stelt de Liberian Electric Corporation weinig of niets voor. Het bedrijf heeft 1 dieselgenerator van ongeveer 4 megawatt en levert een paar uur per dag elektriciteit aan enkele wijken in de hoofdstad Monrovia.

Lighting up Liberia

Half Liberia staat of hangt vol met billboards van Buchanan Renewables, met de kreet Lighting up Liberia, wat vertaald kan worden als We doen het licht in Liberia aan.

Hieronder een afbeelding van het billboard.

LightingUpliberia2

Billboard van Buchanan Renewables

 

Buchanan-reclame-in-Monrovia

Een hoofdstraat in Monrovia waar om de paar honderd meter een groot billboard van BRE staat. Het zijn met name deze billboards die bij de bevolking kwaad bloed zetten. De borden staan er al jaren maar er wordt geen elektriciteitscentrale gebouwd

In een land dat slechts een enkele openbare generator in Monrovia heeft, die – als hij werkt – slechts 10 megawatt aan elektriciteit opwekt en daarmee een paar wijken in Monrovia van elektriciteit voorziet, is Lighting up Liberia een gewaagde belofte.
Van de op houtchips gestookte elektriciteitscentrale die eind 2010 operationeel zou zijn is in augustus 2011 nog niets vernomen.
Volgens enkele studenten van de Universiteit voor Bos- en Landbouw in Monrovia die in april 2011 een onderzoek naar Buchanan Renewables hebben gedaan is de vertraging te wijten aan knelpunten in de bouw en het ontbreken van toestemming voor de bouw van elektrische leidingen. Daar zou het probleem zijn wie de eigendomsrechten op de elektrische leidingen mag claimen. Het lijkt er op dat de oorzaak van de vertragingen dus gezocht moeten worden in kringen van corrupte ambtenaren en politici.

De voorzitter van Friends of the Earth Liberia, Silas Siakor, zegt dat Buchanan Renewables al lang geleden beloofd heeft dat er een energiecentrale in Kakata zal komen, maar het komt er maar niet van. Hij zegt dat dit één van de vele beloftes van BRE is die niet wordt nagekomen.
Hij vermoedt dan ook dat het Buchanan Renewables alleen op de lucratieve export van houtchips gaat. Beloftes van de manager Liam Hickey dat de bouw van de centrale nu in september 2011 echt gaat beginnen, veegt hij met een glimlach van tafel.

Volgens Hickey zal de centrale vanaf eind 2012 de eerste 18 megawatt elektriciteit leveren om vervolgens zes maanden later de tweede 18 megawatt aan het openbare net te gaan leveren. De elektriciteit zal, volgens de overheid, alleen beschikbaar zijn voor de industriële- en commerciële activiteiten.
Bij het tekenen van het contract is Liberia de verplichting aangegaan om de stroom van Buchanan af te nemen.
De bouw van de centrale is een zgn. BOT (Build-Operate-Transfer) project voor een periode van 24 jaar. Aan BRE is de exclusieve levering van houtchips gegund.
De prijs die de overheid voor de houtchips aan BRE betaalt is niet bekend gemaakt. Omdat de centrale in Kakata in de nabije toekomst de enige relevante stroombron van betekenis in Liberia is, neemt de afhankelijkheid van BRE toe. De voorzitter van Friends of the Earth Liberia vreest dat Buchanan na de inbedrijfstelling van de centrale de tarieven en andere kosten gaat dicteren.

Onberekenbare gevolgen

Thomas Nah, Managing Director van de Liberiaanse Afdeling van Transparency International, Cental, bekritiseert in deze context, dat in de belangrijke energiesector geen openbare aanbestedingen in Liberia plaatsvinden.
D
e financiële impact van de voorgestelde centrale is niet te overzien: “Hetzelfde bedrijf dat de bouw van de energiecentrale verzorgt, is later ook de enige leverancier voor de brandstof, die de elektriciteitscentrale nodig heeft.”
Thomas Nah heeft kritiek op de relatie tussen de president van Liberia, mevrouw Ellen Johnson Sirleaf, Buchanan Renewables en de geldschieter John Mc-Call MacBain, die Buchanan Renwables voor 70% in handen heeft. John Mc-Call MacBain is de grootste particuliere geldschieter in Liberia. Transparency International ziet hierin een belangenconflict dat fraude in de hand werkt.
Dat werd al snel duidelijk toen een vertrouweling van mevrouw Sirleaf aan Buchanan Renewables een fiscale vrijstelling op de geplande investering van $ 150 miljoen gaf. Een vrijstelling die andere bedrijven werd geweigerd.
Vervolgens haalde de regering van Liberia een streep door het contract en werd onderhandeld over nieuwe voorwaarden. Maar niet nadat John Mc-Call MacBain $ 5 miljoen schonk om Monrovia te voorzien van een openbaar vervoerssysteem met bussen. Een project dat volgens Transparency International vanwege grootschalige corruptie en fraude mislukt is.
De meeste bussen zijn kapot en staan inmiddels op de schroothoop en wat nog enigszins bruikbaar lijkt is niet te repareren omdat er geen reserve onderdelen zijn.
Transparency International zegt dat als je als particulier enorme donaties doet en op hetzelfde moment zaken doet met de ontvanger van de donaties, je in een kritieke situatie komt te verkeren.

Als voorbeeld haalt Transparency International een situatie aan waarbij de vraag naar houtchips vanuit Europa zo zal toenemen dat de export van houtchips en de lucratieve hoge prijzen er voor zullen zorgen dat de productie van elektriciteit in de energiecentrale in de knel zal komen. Eén van de aandeelhouders van Buchanan Renewables, het Zweedse Vattenfall, dat eigenaar is van het Nederlandse NUON, heeft in Europa enkele op houtchips gestookte biomassacentrales en zal een groot deel van de houtchips voor zich opeisen.
Verliezers zullen de Liberianen zijn die vertrouwen op de houtgestookte energiecentrale.

Gezien het feit dat de elektriciteitscentrale nog steeds niet gebouwd is terwijl hij al klaar had moeten zijn, heeft Transparency International er geen vertrouwen in dat de centrale vanwege tegenstrijdige belangen van enkele deelnemers nog gebouwd gaat worden.

Houtskool

De primaire brandstof voor de Liberianen is houtskool, maar door recente prijsstijgingen wordt het voor veel Liberianen een bijna onbetaalbare brandstof. In korte tijd is de prijs van $ 80 voor een grote zak houtskool gestegen naar meer dan $ 200 per zak.
Deze prijsstijging wordt voor een groot deel toegeschreven aan de ongebreidelde houtkap die Buchanan Renewables doet. Voorheen werden de niet meer productieve rubberbomen gebruikt voor de productie van houtskool.
Nu Buchanan het overgrote deel van de bossen die houtskool voor de bevolking leverden exporteert, vreest men dat het einde van de prijsstijgingen nog niet in zicht is en dat dit in het jaar van nieuwe verkiezingen voor nieuwe onrust onder de bevolking zal zorgen.

Bron van nieuwe onrust

Volgens de corruptie expert Thomas Nah van Transparency International raakt het houtchipsproject van Buchanan Renewables de zenuw van de Liberianen. Dezelfde onrust was de oorzaak van de 14 jaar durende burgeroorlog in Liberia. Die oorzaak was Land.
De exploitatie van de tropische regenwouden in Liberia was in feite de brandstof die de 14 jarige burgeroorlog voedde.

Hoewel de kleine boeren een groot aandeel hebben in de leverantie van oude rubberbomen profiteert slechts de kleine heersende elite van de rubberplantages. Deze groep eigenaren heeft bijna al het land van Liberia in handen, een situatie die teruggaat naar de periode dat de slavernij nog hoogtij vierde in Liberia.
In die tijd kochten rijke ambtenaren en buitenlandse kooplieden zoveel mogelijk land met rubberplantages op als investering en lieten de lokale bevolking op de plantages werken.
Transparency International zegt dat het een apartheidssysteem was en dat de nazaten van hen die dat indertijd hebben gesteund nu zaken doen met Buchanan Renewables.

Potentieel voor een conflict groeit

Een vertegenwoordiger van Friend of the Earth Afdeling Liberia zegt dat geschillen over land steeds vaker voorkomen. “Grond is schaars, mede omdat de overheid van Liberia zo veel concessies aan bedrijven als Buchanan Renewables geeft.
De meeste oude rubberplantages liggen nu braak, terwijl die stukken land heel goed voor de teelt van gewassen kunnen worden gebruikt. De teelt van granen en andere gewassen is voor de kleine boeren veel eenvoudiger te doen dan de arbeids- en kapitaalintensieve rubberteelt. De rubberboeren zijn nu volledig afhankelijk van het geld van Buchanan Renewables, zodat de boeren beter zonder hulp van buitenaf hun land kunnen bewerken.”

Friend of the Earth Afdeling Liberia citeert een VN functionaris in Monrovia die zegt dat een bloeiende corruptie onder lokale kadasterambtenaren een bron van veel ellende is.
Veel buitenlanders komen met zakken vol geld naar Monrovia en gaan vervolgens met valse eigendomspapieren die door het Kadaster zijn verstrekt weer naar huis en laten enkele zetbazen alles en iedereen van hun grond verwijderen. De oorspronkelijke eigenaren in grote ellende achterlatend.
Transparency International zegt dat de reconstructie van oude rubberplantages voor nieuwe onrust zorgt.
In de jaren ’80 en ’90 leidde deze onrust tot een burgeroorlog die 14 jaar duurde. VolgensTransparency International kan een dergelijke situatie in het huidige landverdelingssysteem gemakkelijk opnieuw ontstaan.

Volgens een vertegenwoordiger van de milieuorganisatie Action against Climate Change in Liberia bevordert het businessplan van Buchanan Renewables de terugkeer van de slavernij op de rubberplantages. De arbeidsomstandigheden op de rubberplantages zijn slecht en op sommige plantages onaanvaardbaar.
“Als ik de president van dit land zou zijn,” zegt de vertegenwoordiger van Action against Climate Change in Liberia, “zou ik enkele rubberplantages onmiddelijk sluiten vanwege de onaanvaardbaar slechte werkomstandigheden.”

bre1

Het zagen van rubberbomen op de plantages van BRE

 

BRE2

Gekapte rubberbomen klaar voor transport naar de shredder

 

BRE3

Op transport naar de shredder

 

BRE4

Houtchips bij de shredder

 

BRE5

Truck in Buchanan Haven lost houtchips

 

BRE6

Opslag van houtchips in Buchanan haven

Al deze scheepsactiviteiten duiden op één ding: in korte tijd zoveel mogelijk
houtchips uit Liberia exporteren

BRE13

Opslag van houtchips op het BRE haventerrein

 

BRE14

Opslagterrein van BRE

 

BRE15

VN militairen op de site van BRE. Het management van BRE heeft in 2009 aan de autoriteiten gevraagd of het VN contingent dat sinds het einde van de burgeroorlog in Liberia verblijft, voorlopig in het land kan blijven om ongestoord zaken te kunnen doen

 

BRE16

Het management van Buchanan Renewables laat zich graag met de president op de foto zetten De gorillas op de achtergrond laten duidelijk zien dat er overal beveiliging is voor de president

Een vooraanstaand journalist in Liberia schreef letterlijk: “Stand with us and fight against the re-ascendance of the corrupt cartel and its leader, Ellen Johnson Sirleaf; Liberia’s con Queen, now ripe for prosecution.”

Een andere vooraanstaande journalist in Liberia, John H.T.Stewart Jr., schreef vorige week, begin augustus 2011, de volgende open brief aan de president, mevrouw Sirleaf.
De brief staat integraal op http://allafrica.com/stories/201108110552.html?viewall=1
De brief is 1 grote klacht over de corruptie die mevrouw Sirleaf en haar regering omringt.

Mevrouw Sirleaf beloofde bij haar aantreden in 2006 dat de stad Monrovia binnen 6 maanden elektriciteit zou krijgen. Na 5 jaar is er nog niets veranderd, maar het voedt op z’n minst de gedachte dat de innige connectie tussen mevrouw Sirleaf en Buchanan Renewables niet toevallig tot stand is gekomen.
Zij heeft Buchanan Renewables hard nodig, maar het bedrijf schijnt geen haast te maken met de elektriciteitsvoorziening en in plaats daarvan het land te beroven van z’n natuurlijke rijkdommen.

BRE17

Zaailingen van de rubberboom. Het duurt minimaal 7 jaar voordat deze boompjes wat latex geven. Al die tijd zitten de boeren zonder inkomsten

 

BRE18

Op dit voormalige stuk land van een kleine boer liggen al enkele jaren honderden gekapte rubberbomen die BRE nooit heeft weggehaald. De boer kan niets meer met zijn land omdat het volledig overwoekerd is

 

BRE19

Een stukje land van een kleine boer die zijn grond aan BRE heeft verkocht. Op deze grond zou BRE allerlei soorten bonen planten om de boer en zijn familie de eerste 7 jaar niet van de honger om te laten komen

 

BRE20

Bergen rottende houtchips worden uit de haven Buchanan naar het land van kleine boeren gebracht waar het als ‘kunstmest’ aan de boer wordt verkocht. In de haven liggen hele bergen houtchips te verrotten en te broeien. De houtchips worden zwart en kunnen niet meer geëxporteerd worden. De kleine boeren worden er mee opgezadeld en omdat ze geen apparatuur hebben om de houtchips te verspreiden blijven de bergen jarenlang op zijn grond liggen Volgens sommige boeren zitten de houtchips bovendien vol met bestrijdingsmiddelen tegen houtrot, zodat het drinkwater ook nog eens verontreinigd dreigt te worden

 

BRE21

Behalve van kleine boeren die met wurgcontracten met handen en voeten aan Buchanan Renewables gebonden zijn, koopt BRE ook oude rubberbomen van Firestone. Hierboven zien we zo’n stukje plantage van Firestone. De stobben en ander afvalhout zijn nog bruikbaar voor de boeren om houtskool te maken. Omdat de boeren de hoge woekerprijzen die een transporteur berekent, niet kunnen betalen worden de restanten door personeel en apparatuur van BRE overgoten met vrachtwagenladingen modder die keihard wordt. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat de boeren het hout stiekem weghalen. Mede door dit soort acties stijgen de prijzen van houtskool de pan uit

Liefdadigheid

Buchanan heeft beloofd dat een deel van de winst van het houtchipsproject als subsidie zal worden gegeven ​​aan sociale programma’s om gezondheidszorg en onderwijs in Liberia te verbeteren. Ook heeft Buchanan beloofd dat het bedrijf betrokken wil zijn bij de wederopbouw en het herstel van infrastructuur, zoals wegen, bruggen en havens.
Politici verklaren dat Buchanan Renewables een bedrag van $ 2 miljoen aan liefdadigheid heeft geschonken, maar als om specifieke doelen wordt gevraagd komt er geen antwoord.
Buchanan doet zich voor als heel duurzaam, maar uit Liberia zelf komen geluiden dat het bedrijf niet altijd gemaakte afspraken nakomt.

Zo zou Buchanan Renewables de winst uit de opbrengst van de werkzaamheden in een liefdadigheidsfonds stoppen waarmee allerlei voorzieningen voor de lokale bevolking zouden worden gefinancierd, maar uit het financiële jaarverslag over 2010 blijkt dat er op 31 december 2008 een verlies werd geleden van $ 735.552 en op 31 december 2009 was het verlies al opgelopen naar bijna $ 3 miljoen.
De kas van het liefdadigheidsfonds blijft dus voorlopig leeg.
De balans op 31 december 2010 vertoond een negatief eigen vermogen van meer dan $ 3.5 miljoen.
Uit de jaarcijfers blijkt ook dat er tussen de drie werkmaatschappijen van Buchanan in Liberia met honderdduizenden Dollars wordt geschoven.
Om de toon alvast in te zetten doneert BRE in 2008 $ 100.000 aan het Liberiaanse voetbalteam in een poging het team naar de WK in Zuid Afrika te brengen. De vice president van Buchanan Renewable Energies spreekt daarbij de gedenkwaardige woorden: “Dit is de manier waarop Buchanan Renewable Energies wil bijdragen aan de ontwikkeling van Liberia.”
Sinds die tijd is er van die bijdrage niets meer over, het land wordt volledig ontdaan van een duurzame energiebron die het land juist hard nodig heeft.
Ook bij BioShape zag je een liefdadigheidsfonds. Het lijkt er inmiddels op dat dit soort fondsen een dekmantel is voor zaken die het daglicht niet kunnen verdragen.

De elektriciteitscentrale

De lening van $ 112 miljoen die Buchanan Renewables in 2008 ontving was volgens de website van de geldschieters bedoeld voor de bouw van een met houtchips gestookte elektriciteitscentrale van 50 megawatt bij het plaatsje Kakata, ongeveer 50 km vanaf de hoofdstad Monrovia. De stroom zou via de Liberian Electric Corporation aan Monrovia geleverd worden.
De 50 megawatt centrale zou in december 2010, na een bouwtijd van anderhalf jaar, volledig operationeel moeten zijn. Maar wat blijkt? Op de plaats waar de centrale in Kakata zou moeten staan is nog geen enkele bouwactiviteit waar te nemen.
Volgens de lokale manager van Buchanan Renewables, de Ier Frank Hickey, gaat de bouw nu toch echt in september 2012 beginnen.

Fraude en corruptie rondom het contract

In 2008 toen Buchanan Renewables de contractbesprekingen met de Liberiaanse overheid voerde was de verrassing compleet toen enkele weken na de ondertekening van het contract de Tweede Kamer van het Liberiaanse parlement een dikke rode streep door het getekende contract haalde. Als reden werd een gebrek aan normbesef van Buchanan Renewables genoemd.
De parlementariërs vonden een zweem van fraude rond het contract liggen.
Ambtenaren die zich met de contractvorming bezig hadden gehouden, waren na afloop wantrouwend of alles wel volgens de boekjes was verlopen.
De directie van Buchanan Renewbles stond op de achterste benen en verklaarde dat wanneer de Liberiaanse regering vond dat wanneer het contract volgens haar inzichten gewijzigd moest worden dat dan maar moest gebeuren.
Kennelijk was een bepaling in het contract dat Buchanan Renewables een 100% belastingvrijstelling kreeg bij verscheidene politici in het verkeerde keelgat geschoten. Deze misser van naar schatting vele miljoenen Dollars had het land hard nodig in de opbouwperiode na de 14 jarige burgeroorlog.

Maar er was meer gerommel rondom de contracten.
De toenmalige minister van Planning en Economische Zaken, Konneh, heeft ten onrechte certificaten van Concessie aan enkele buitenlandse bedrijven gegeven. Hij deed dit buiten de vastgestelde regels om.
Voorafgaande aan elke activiteit van een buitenlands bedrijf in Liberia verzoekt het hoofd van de FDA, de Forestry Development Authority aan de minister van Planning en Economische Zaken om een Certificaat van Concessie voor het specifieke gebied te maken en aan het betreffende bedrijf te geven. Ondanks dat de minister zei dat hij vier Certificaten van Concessie aan 4 bedrijven had gegeven, was dit niet waar.
In een strafrechterlijk onderzoek is de minister gevraagd de bewuste certificaten te tonen, maar hij kon er slechts één laten zien, die van een Engels bedrijf, dat bovendien aan de FDA en niet aan het bedrijf zelf was gegeven.
Het Commitee dat het onderzoek uitvoerde schreef letterlijk:

“The Committee found that the Ministry of Planning failed to comply with the requirement of section 89(1) of the PPCC Act in that it issued a concession certificate to the FDA although (1) it knew (and told the Committee it had doubts about the workability of the carbon credits scheme, (2) it was advised that CHC was inexperienced, lacked necessary technical skills and financial means, and had also perpetuated fraud, and (3) the FDA Board of which the Ministry is a member had not approved the concession and that in fact the FDA had not developed a concession procurement plan required by section 79 of the PPCC ACT.”

Niet alleen de landelijke politici en ambtenaren plegen fraude en zijn corrupt.
Ook de provinciale politici en ambtenaren weten er wat van.

De Superintendent van de provincie Grand Bassa, mevrouw Cassell, is beschuldigd van wederrechterlijke inbezitnememing na een dubieuze deal met Buchanan Renewables.
De Superintendent had in een mondelinge deal met Buchanan Renewables afgesproken dat Buchanan enkele wegen zou herstellen.
De Superintendent betaalde aan Buchanan Renewables een bedrag van $ 200.000 zonder dat er een handtekening van de bevoegde autoriteiten en de bank die de provinciale rekening beheerde, was. Een commissie die fraude in de provincie Grand Bassa onderzocht vond deze deal alarmerend.

Tot op de dag van vandaag is niet bekend waar de $ 50.000 vandaan kwam die de burgemeester van Buchanan gebruikte om een splinternieuwe grijze Nissan X Terra jeep aan te schaffen. Was het ArchelorMittal, Buchanan Renewable Energies of een Spaanse firma die op het punt stond activiteiten in Buchanan haven te beginnen?

Er is ook nogal wat kritiek op bedrijven als Buchanan Renewables en ArchelorMittal waar het hun ‘donaties’ aan provinciale politici en ambtenaren betreft. De bedrijven maken enorme bedragen aan provinciale politici en ambtenaren over. Er wordt afgesproken dat het geld ten goede moet komen aan de plaatselijke bevolking, maar die ziet er zelden iets van terug, wat te wijten is aan corruptie van de kant van de provinciale ambtenaren en politici.

Nu kun je als bedrijf zeggen, we moeten het wel op deze manier doen om iets voor elkaar te krijgen, maar op deze manier help je er niet aan mee om de corruptie te bestrijden.
Een bedrijf kan zich er niet achter verschuilen dat deze gang van zaken niet bij hen bekend is. Iedereen die dat zegt, liegt. Het is een keihard gegeven dat het op deze manier werkt. Het bedrijf is dan mede schuldig aan het verspreiden van corruptie en betaalt in feite doelbewust smeergeld.

Nederlandse bedrijven die dit doelbewust in het buitenland doen, kunnen onderwerp worden va een onderzoek door Justitie.

Kritiek op buitenlandse bedrijven

De Forestry Development Authority (FDA) in Liberia heeft kritiek op bedrijven als Buchanan Renewables B.V., ArchelorMittal en de Liberia Agriculture Company.
Deze bedrijven hebben een concessie gekregen in Grand Bassa County, een streek waar nogal wat goud en ijzererts gedolven wordt. De aanwezigheid van een groot oerbos trekt bedrijven als  Buchanan Renewables B.V.  aan.
Ondanks de aanwezigheid van grote goud- en ijzerertsvoorraden leeft de bevolking in grote armoede. Grote stukken privébos verdwijnen onder de kettingzagen.
ArchelorMittal huurt via onderaannemers arbeidskrachten in die zwaar onderbetaald worden.
Beloftes van Buchanan Renewables B.V. en ArchelorMittal om de lokale infrastructuur van wegen op te knappen worden niet nagekomen en veel wegen in het gebied mogen de kwalificatie weg niet eens hebben.
Buchanan Renewables heeft inderdaad een stuk asfaltweg aangelegd, maar dat was in eigen belang. De houtchips moeten immers van de plantage naar de havenplaats Buchanan getransporteerd worden en het opruimen van een scheepswrak in de haven van Buchanan was ook geen liefdadigheid maar uit eigen belang.

Eén van de grotere natuurbeschermingsorganisaties, Conservation International, heeft kritiek op bedrijven als Buchanan Renewables. Het hoofd van de afdeling Afrika zegt:  Dit soort buitenlandse bedrijven zijn een vloek voor Liberia. Ze hebben zeer grote chequeboeken en zijn in staat om politici en ambtenaren om te kopen in ruil voor diensten, zodat ze het land kunnen plunderen.
De korte termijn verleidingen voor deze firma zijn groot en de betrokken managers zijn gewetenloos.

Liberia

Liberia bestaat dit jaar 164 jaar. De eerste verkiezingen hadden in 1985 plaats. Mevrouw Sirleaf werd verkozen in de Senaat. Ze weigerde echter haar plaats in te nemen. In 1997 werden er voor de tweede keer verkiezingen gehouden. Mevrouw Sirleaf verloor. Volgens velen bracht zij het land in een langdurige burgeroorlog. In 2006 werd ze president van Liberia. Met de mond belijdt ze anti corruptie maatregelen, maar in de praktijk is ze net zo corrupt als het overgrote deel van de regering, politici en ambtenaren. Het was juist die corruptie en het gebrek aan goed bestuur die het land in een burgeroorlog stortte.

Op 11 oktober 2011 zijn er weer nieuwe verkiezingen in Liberia. Tegenstanders van de zittende president worden om de meest knullige redenen nu al opgepakt of verdwijnen spoorloos. Omdat hij een nota van $ 2000 van de drukkerij, waar hij verkiezingspamfletten liet drukken, niet op tijd betaalde is op 3 augustus 2011 de presidentskandidaat van de National Freedom Party of Liberia (NFPL), Dr. Edwin G.K. Zoedua, tegenstander van de huidige president, mevrouw Sirleaf, achter tralies van de gevangenis in Monrovia gezet.
En wat zegt mevrouw de president Sirleaf op een bijeenkomst van het World Economic Forum? “I See No Wrong With Investors’ Bribery.” Met andere woorden, ze keurt het betalen van smeergeld en steekpenningen door buitenlandse investeerders goed.

Veel inheemse Liberianen hopen dat hun volgende president George Weah, een voormalige voetbalster, zal zijn. Velen denken nog steeds dat hij de echte winnaar was van de verkiezingen in 2005. Maar niemand weet wat zijn beleid zal zijn.
Ondertussen heeft mevrouw de president Sirleaf de verkiezingsbillboards in Monrovia weer tevoorschijn gehaald.
Liberia will rise again, staat er op. De boodschap is aan twee kanten verontrustend.
De corruptie in het regerings- en ambtenarenkamp is de afgelopen 5 jaar nog nooit zo groot geweest en niemand gelooft dat een nieuwe zittingstermijn van de huidige president Sirleaf een verandering ten goede teweeg zal brengen.
Zo lang er buitenlandse bedrijven zijn die bergen smeergeld en steekpenningen betalen zal de situatie niet veranderen, is de mening van enkele advocaten in Monrovia.

De Dutch disease

Men zou geneigd zijn, bij het zien van de kop De Dutch disease boven dit stukje, dat bedrijven als BioShape en Buchanan Renewables inderdaad een Dutch disease zijn.
Dutch disease heeft in deze context betrekking op de economische groei van een land.

Economische groei is een fenomeen dat economen al sinds het begin van de economische wetenschap bezighoudt. Een bepaalde stroming binnen de economische literatuur houdt zich bezig met de invloed van natuurlijke hulpbronnen op economische groei. Omdat in veel studies aangetoond is dat productie en export van natuurlijke hulpbronnen een negatieve invloed op groei hebben wordt er wel over de “resource curse” gesproken, de vloek van de hulpbronnen.

De verklaringen voor de resource curse vallen in twee categorieën uiteen. De eerste categorie is de directe economische verklaring met als belangrijkste exponent de Dutch disease. Dit houdt in dat het plotselinge binnenvloeien van veel geld binnen een economie als gevolg van verkopen van natuurlijke hulpbronnen schadelijk is voor de andere sectoren binnen die economie, waardoor de economische groei geschaad wordt.

De tweede categorie bevat de indirecte verklaringen, waarvan de institutionele verklaring de belangrijkste is. Hierbij wordt aangenomen dat natuurlijke hulpbronnen een negatief effect hebben op een andere factor die van groot belang is voor economische groei, bijvoorbeeld de institutionele kwaliteit of educatie.

Gezien het feit dat een bedrijf als Buchanan Renewables in recordtempo een land als Liberia van z’n natuurlijke hulpbronnen berooft, voorspelt dit niet veel goeds voor de economische ontwikkeling van Liberia, alleen Buchanan Renewables en de door en door corrupte regering in Liberia willen dat nog niet inzien. Voordat zij wakker worden is het halve land al leeggeplunderd.

Het businessplan van BioShape in Tanzania faalde dramatisch en een faillissement was het gevolg. De redactie van Fibronot.nl is van mening dat zich eenzelfde situatie gaat voordoen bij Buchanan Renewables in Liberia. Nu heeft dit bedrijf aanzienlijk sterkere financiers dan BioShape, maar die financiers zijn ook niet gek en zullen op termijn tot het inzicht komen dat ze Liberia grotere schade berokkenen met het volledig leegstropen van de rubberplantages dan wanneer ze zich terug zouden trekken.
Op korte termijn lijkt het erop dat de enige manier waarop Buchanan Renewables kan overleven is, om op zeer grote schaal biomassa naar Europa te exporteren. De beloftes die Buchanan Renewables lokaal heeft gemaakt, zoals het bouwen van een biomassacentrale, staan duidelijk op het tweede plan.

Transparency International

Transparency International is een internationale organisatie die corruptie in vrijwel alle landen onderzoekt en elk jaar naar aanleiding van het onderzoek een corruptiebarometer samenstelt.

Het was geen verrassing dat Liberia in 2010 als meest corrupte land op de lijst stond.
Enkele landen uit de regio:

Liberia 89%
Uganda 86%
Sierra Leone 71%
Nigeria 63%
Senegal 56%
Cameroon 54%
Zambia 42%
Ghana 37%

Corruptie

De president wordt ervan beschuldigd dat ze niets doet om het gebrek aan grondbeginselen aan te pakken.
Sterker nog, vanuit het kantoor van de president verdween onlangs $ 150.000 dat toebehoorde aan het budget  van de sociale zekerheid.
Niemand weet wat er met het geld gebeurd is. President Sirleaf heeft toegegeven dat ze gefaald heeft en dat corruptie wijd verspreid is heeft en toch durft niemand er wat aan te doen uit vrees voor het eigen leven.

Een ander geval van corruptie betrof het Jallah Town Road project. Hier heeft mevrouw Sirleaf een witte enveloppe met inhoud van de buitenlandse aannemer gekregen. Bij de eindafrekening van het project werd een bedrag van ruim $ 200.000 vermist….
Metaalgigant ArcelorMittal had ook te maken met de grillen van mevrouw de president.
Mevrouw Sirleaf vroeg bij ArcelorMittal voertuigen voor de leden van wetgevende macht aan ter waarde van ongeveer US $ 3,5 miljoen – op het moment dat het contract van ArchelorMittal in behandeling was bij de wetgever.
ArcelorMittal betaalde de voertuigen maar wat graag om het contract te krijgen.

Niet alleen ArcelorMittal, een aan de Beurs van Amsterdam genoteerde onderneming moest grote sommen smeergeld betalen, ook grote staalbedrijven als Tata Steel en Delta Mining kregen pas de benodigde vergunningen na het betalen van grote sommen smeergeld of goederen.

Buitenlandse zakenmensen klagen regelmatig over aanhoudende en indringende  eisen van politici en ambtenaren voor steekpenningen en cash gevulde enveloppen in ruil voor contracten, maar kennelijk betalen ze graag de steekpenningen in ruil voor contracten.
Het geklaag is vooral gericht aan de Nationale Investeringsbank Commissie, waarvan het hoofd, Richard Tolbert,  berispt werd door het Huis van Afgevaardigden omdat hij aan Buchanan Renewable vrijstelling van het betalen van belastingen had gegeven op het moment dat Buchanan Renewable $ 150 miljoen wilde investeren in de bouw van een elektriciteitscentrale. Dit uitstel was onwettig, dus illegaal.
Richard Tolbert, noemde het een foutje…..”it was a way of encouraging other investors in the country,” zei Tolbert.
Hij noemde de affaire met Buchanan Renewable beschamend voor mevrouw de president. Zij had Tolbert immers van zijn mooie baan in Wall Street teruggeroepen om hoofd van de NIC te worden.
Ze had Tolbert niets dan lof verteld over Buchanan Renewable, dat oude rubberbomen verandert in houtsnippers voor gebruik in biomassa elektriciteitscentrales.

Het is duidelijk dat bedrijven, om contracten in Liberia te krijgen, grote sommen smeergeld moesten betalen.
Ook het Nederlandse Buchanan Renewables moest eraan geloven. Zo is de prijs die Buchanan voor geleverde elektriciteit aan het bedrijf waar mevrouw de president ook directeur is, de Liberian Electric Corporation, een lachertje en niet marktconform.
Kennelijk ziet Buchanan Renewables het illegaal kappen van tropisch hardhout als een soort goedmakertje. Diverse niet gouvernementele organisaties (NGO’s) klagen over de illegale houtkap. Op website’s die fraude in Liberia onderzoeken is Buchanan Renewables een veel voorkomend onderwerp.
Dat een grootaandeelhouder van Buchanan Renewables, het Zweedse Vattenfall, tevens eigenaar van NUON, zich met dit soort praktijken inlaat is niet verenigbaar met een normale en eerlijke manier van zaken doen.

Buchanan Renewables krijgt prestigieuze prijs, de Green Award

Kennelijk om de negatieve sfeer rond Buchanan Renewables wat te verlichten, althans dat is de mening van enkele journalisten in Liberia, krijgt Buchanan op 22 juni 2012 in Londen een prijs uitgereikt.
Deze prijs, de Green Award, wordt door een jury van hoofdzakelijk bankiers die zaken doen in Afrika toegekend.  Opmerkelijk genoeg zitten er geen organisaties als het Wereld Natuur Fonds en Conservation International in de jury.
Enkele juryleden zijn: Investment Climate Facility for Africa; Development Partners International; Jonah Capital; African Development Bank; Henshaw Capital Partners; Afrexim Bank.
Opvallend is dat enkele van deze banken een nauwe zakelijke relatie onderhouden met de eigenaar van Pamoja Capital, John Mc Bain.

De Green Award wordt uitgereikt aan het bedrijf dat heeft aangetoond dat het uitstekend leiderschap toont in ecologisch duurzame ontwikkelingen in Afrika.
Buchanan Renewables werd uitgekozen als winnaar omdat het bedrijf zich heeft verbonden aan de ontwikkeling van een hernieuwbare brandstoftoevoer en schone energie in Liberia.

Het is alleen jammer dat Buchanan Renewables alle houtchips exporteert. Op die manier heeft het land er geen enkel profijt van.
Critici in Liberia zeggen dat het Buchanan Renewables project een schoolvoorbeeld is hoe de natuurlijke rijkdommen van Liberia worden verscheept in plaats van dat ze aan het land zelf ten goede komen.

Investeren in Liberia

De voorzitter van Green Advocates, een NGO die zich in Liberia met milieuwetten bezig houdt, Alfred Brownell, zegt dat de huidige regering teruggekeerd is naar het niveau van de regering onder Charles Taylor. “Het is business as usual,” zegt hij. “De afgelopen 5 jaar is er in Liberia door buitenlandse bedrijven voor $ 16 miljard geïnvesteerd, investeringen die allemaal in verband gebracht kunnen worden met de exploitatie van natuurlijke rijkdommen. De regering geeft enorme hoeveelheden land weg en de originele bewoners van het land krijgen een paar kruimels en moeten verdwijnen. Ministers zijn dronken van het idee dat deze investeringen economisch herstel zullen brengen. In plaats daarvan beroven de buitenlanders ons van onze natuurlijke rijkdommen en verdwijnen ze naar het buitenland.”
Brownell wijst op bandenfabrikant Firestone, dat al bijna 90 jaar de grootste rubberplantages ter wereld in Liberia exploiteert. “Het bedrijf heeft in al die tijd niet 1 band in Liberia geproduceerd. Alles verdwijnt naar het buitenland.”
“Op enige termijn is de situatie dat de natuurlijke rijkdommen van Liberia naar het buitenland gaan zonder dat het land er zelf van profiteert, catastrofaal. De zaak zal weer exploderen.”

Explosieve bron

Buchanan Renewable Energies maakt in Liberia gebruik van een explosieve bron: Land.
Met de recente burgeroorlog in Liberia in gedachten moet elk landgebruik met de grootst mogelijke omzichtigheid worden aangepakt.
Gebrek aan land, een falend Kadaster, de wijdverbreide corruptie en de groeiende kloof die spanningen teweeg brengt tussen de naar Liberia teruggekeerde nazaten van vroegere slaven die naar de VS zijn getransporteerd en inheemse Liberianen moeten voor veel mensen een waarschuwingssignaal zijn.

Verschillende organisaties in Liberia klagen over het feit dat er niet genoeg over de plannen van Buchanan Renewable Energies bekend is en dat besluitvorming tussen BRE en de Liberiaanse overheid geheim blijft.
Om de toenemende spanning te vermijden is de betrokkenheid van lokale gemeenschappen, de traditionele instelling zoals de dorpsoudste en de in Liberia wijdverbreide en bevoegde NGO’s, essentieel.

De Vattenfall – Liberia connectie via Buchanan Renewable Energies doet niets aan een voor Liberia gunstig energiebeleid.
Eerlijke handel tussen een op winst gerichte energiereus als Vattenfall en arme partners in Liberia is niet mogelijk.

Kleine elektriciteitscentrales in Liberia die voor het land zo belangrijk zijn, zijn niet interessant voor een bedrijf als Vattenfall.
De politiek houdt hier geen rekening mee. Het is niet voldoende om bedrijven als Vattenfall te vragen om vrijwillig om de naleving van sociaal ecologische normen te vragen.
Om een eigen energievoorziening in Liberia op te bouwen moet de bevolking niet afhankelijk zijn van één enkele buitenlandse onderneming die het land leegrooft en de opbrengst exporteert voor eigen gewin.
Voor de opbouw van een eigen duurzame energievoorziening hebben de inwoners van Liberia niets van bedrijven uit het noorden te verwachten. De enige manier om de energie-armoede in het land te overwinnen is dat de bevolking van Liberia zelf hun economische en politieke instellingen van de grond af aan opbouwen.
Er is daarom een geheel andere Liberia connection dan die van Vattenfall noodzakelijk.
Er ligt een duidelijk taak voor de regeringen van die landen waar Vattenfall grote hoeveelheden houtchips naartoe vervoert om samen te werken met de overheid in Liberia met als uiteindelijk doel het overwinnen van de energie-armoede, in plaats van de nadruk te leggen op een vermeend grondstoftekort in de EU.