Energiereeks: Het wordt hoog tijd voor…

Onze filmmaker Theo Richel is terug met een reeks interviews dat licht laat schijnen op kernenergie. Dit vanuit zeer diverse invalshoeken. Weinig worden dit soort geluiden gehoord in NL media. Niet zozeer omdat kernenergie onlogisch, onhaalbaar of te onveilig zou zijn, nee,  het gebeurt zelfs niet in een publieke sfeer waarin CO2 reductie een onaantastbaar uitgangspunt heet te zijn.

Maar in privégesprekken begint men zich aan die taboesfeer te onttrekken. Ook voor het oog van de camera. We gaan een mix zien van BN-ers en gewoon terzakekundigen en luisteren wat hun verhaal is. Eerlijk en open. Voor het ontvankelijke en sympathieke oog van de camera van De Groene Rekenkamer. Luister hier naar professor Kees de Lange, die de aftrap doet.

Kees de Lange
Kees de Langeemeritus professor
Lees hier meer over de achtergrond van Kees de Lange: klik op de foto.

Stichting de Groene Rekenkamer heeft niet zozeer een “direct” belang in kernenergie. Net zo min als in energie uit gas, olie en steenkool of uit hydro, wind, geothermie of zon. Waar wij een generiek en gedeeld belang bij hebben is in vrijheid. Vrijheid voor het individu, vrijheid om te ondernemen, te denken, te bedenken en te handelen. Uit vrijheid komt vindingrijkheid, technologie, handel en welvaart. Uit deze basiswaarden volgt voor energie dat diverse technologieën concurreren.

En daarin hebben we bewondering voor alle fraaie technologie die ons leven verrijkt. De waardering voor die diverse technologieën op basis van nut komt idealiter uit de vrije markt. En de waardering voor 24/7 elektriciteit is natuurlijk hoog (trekt u ook nog even de Atoomalliantie na als eventuele energieleverancier?). Zeer veel hoger (en “duurzamer”) dan de zogenaamde hernieuwbare bronnen, die eenvoudig zonder betaalbare opslag en als intermitterende en diffuse bronnen gedoemd zijn een marginale rol te spelen. De marktprijzen wijzen dus een duidelijke winnaar aan. Betrouwbare bronnen. En zeker met een betrouwbare en veilige reputatie als kernenergie.

Subsidie en regulering verstoren het beeld van waardering door de markt. In de vrije(-re) markt hebben fossiele grondstoffen als brandstof uitstekende kaarten, niet alleen voor elektriciteit, maar zeker ook voor mobiele bronnen van kracht, vermogen en industriële warmte. Daarin kan en zal kernenergie natuurlijk een grote rol spelen, in met de tijd toenemende mate, zodra de ideologische en via politiek gemanifesteerde blokkade is opgeheven. Over de dynamiek van een transitieproces (De Lange: 50 jaar) willen we als Groene Rekenkamer geen uitspraken doen, anders dan dit de lokale mogelijkheden en situatie zal weerspiegelen. Qua tempo, mix en mate van transitie. Energiebedrijven zitten hoe dan ook in deze business, daar zou het moeten blijven.

En natuurlijk heeft iedere keuze ook repercussies voor de welvaart van de regio: kunnen de mensen in een land of regio wat, waar op de wereldmarkt behoefte aan is? Het ontwerpen, produceren en exploiteren en onderhouden en modificeren van installaties, daar zit zeker veel geld in. Gaat dat t.z.t. dan naar Russen of Chinezen, zoals de professor suggereert? Dat hoeft niet verkeerd te zijn, als er voldoende Nederlanders “ergens” goed in zijn. En dan bedoel ik niet in het herverdelen van productief verdiende gelden, het beschermen van kunstmatige natuur op kunstmatig arme gronden of andere vormen van moderne deugsignalering. Maar iets met het optimaliseren van het gebruik van gas, olie, steenkool en misschien een beetje biobrandstoffen. Of weer iets anders, als het maar nuttig is en waarde heeft op een vrije markt. Maar ‘staatsinnovatie’ om van waterstoftechnologie een succes te maken? Een heilloze weg.