Terug naar de basis van het begrip giftigheid

Een ‘angstdingetje’. Van het technisch-wetenschappelijke soort: PFAS. Er valt veel over te zeggen, maar ik geef hier vooral context.

Laat ik eerst een fabeltje van het allerslechtste soort uit de weg ruimen: gehalogeneerde koolwaterstoffen zijn niet ‘alleen synthetisch van aard’. Ze komen overal voor en de meesten zijn van natuurlijke oorsprong.

Gehalogeneerde koolwaterstoffen? Moleculen waarin fluor (F), chloor (Cl), broom (Br) en/of jood (I; jodium) aanwezig zijn. De vier zogenaamde halogenen, te vinden in groep 17 van het Periodiek Systeem der elementen:

Jood speelt een belangrijke rol in ons lichaam. De schildklier produceert schildklierhormonen waarin jood is ingebouwd. Deze zijn betrokken bij de stofwisseling en de groei.

In het dagelijks leven kennen we de halogenen van bijvoorbeeld tandpasta (natriumfluoride – NaF), het schoonmaakmiddel bleekwater (natriumhypochloriet – NaClO) en het ontsmettingsmiddel povidon jood (bekendste merknaam Betadine). Broom heeft vrijwel geen toepassingen van betekenis in huis.

Chloor is berucht geworden door de Eerste Wereldoorlog. In april 1915 gebruikten de Duitse troepen chloorgas in de buurt van Ieper. De foto bij deze blog laat Engelse soldaten zien die gewond zijn geraakt door strijdgassen. Sindsdien hebben halogenen zoals chloor een slechte naam.

DDT (Dichloro Diphenyl Trichloroethane), het veelbesproken insecticide, en dioxines (vooral 2,3,7,8-tetrachlorodibenzodioxin (TCDD) als contaminant van het in de Vietnam oorlog gebruikte ontbladeringsmiddel Agent Orange) staan tot op heden model voor de ‘kwaadaardige’ invloed van synthetisch-chemische stoffen op natuur, milieu en menselijke gezondheid. En beide groepen stoffen bevatten chloor. Eng!

Nou … geschat wordt dat het merendeel van alle gehalogeneerde koolwaterstoffen in de wereld een natuurlijke oorsprong hebben. De zeeën en oceanen spelen daarin een grote rol. Niet zo heel gek als je bedenkt dat de halogenen rijkelijk aanwezig zijn in zout water: ± 1.3 mg/l F; 18800 mg/l Cl; 67 mg/l Br; 0.06 mg/l I.

Oceanen – en zeewier

Er zijn ruim 5000 verschillende gehalogeneerde koolwaterstoffen van natuurlijke oorsprong gevonden in de wereld. En dat aantal groeit. Per jaar worden zo’n 100-200 nieuwe stoffen van dit soort gevonden. En het is zeker niet zo dat die natuurlijke gehalogeneerde koolwaterstoffen onschuldig zouden zijn. Integendeel. Vele van gevonden verbindingen zijn sterk reactief. Een kleine willekeurige bloemlezing (en geen paniek aub).

Methylbromide (CH3Br) is sinds 1 januari 2005 door het Montreal Protocol verboden. Het werd gebruikt als bodemontsmettingsmiddel. De natuur stoort zich natuurlijk niet aan zo’n verbod. De oceanen (althans de micro-organismen) stoten wereldwijd zo’n 56000 ton methylbromide uit per jaar. Koolsoorten (Brassica) produceren ook methylbromide, zo’n 400 ton/jaar. Emissies van methylbromide door koolzaad worden geschat op 6600 ton per jaar.

Als we het over bromoform hebben (CHBr3) zijn de getallen nog veel duizelingwekkender. De schatting is dat de wereldzeeën goed zijn voor zo’n 1-2 miljoen ton per jaar. per jaar. En het interessante is dat een populair zeewier soort Limu kohu voor nagenoeg 80% bestaat uit bromoform, dat een wat zoetige smaak geeft aan het wier. En: zeewier staat steeds meer op het menu in Nederland; ikzelf ben er dol op. Ongetwijfeld door de smaakversterkende gehalogeneerde koolwaterstoffen.

De interventiewaarde voor deze stof is 75 mg/kg ds (bodem). Dit betekent dat je op basis hiervan slechts 0,00094 mg zeewier (droge stof) per dag zou mogen eten. Of anders gesteld: een flinke portie zeewier kan na omploegen dwingen tot sanering van een heel voetbalveld (lees verder in ons rapport Tijd voor koffie met een toefje grond! Inzichten voor herijking van het Amsterdamse bodemsaneringsbeleid.)

Biologisch vlees en vis

Voor de liefhebbers van biologisch vlees een leuk nieuwtje. In zwijnenvlees is een interessante polygechloreerde verbinding gevonden namelijk tetrachloro-p-methoxyphenol. Concentraties waren soms hoger dan DDT en PCB’s. Het phenol is overigens geen industriële vervuiling, maar te vinden in basidiomyceten, ook wel steeltjes zwammen genaamd, die regelmatig op het menu staan van wilde zwijnen.

En voor de visliefhebbers heb ik ook een aardigheidje. Poly gebromeerde diphenyl ethers (PBDEs) zijn vooral bekend als brandvertragers die op het verlanglijstje van de EU staan om verboden te worden. Deze stoffen komen overal voor in zeedieren die veel door mensen worden gegeten. Maar niet vanwege industriële vervuiling. Zeesponzen produceren een baaierd aan PBDEs die vervolgens in de voedselketen terug te vinden zijn. En nog wel in concentraties die er toe doen ook.

Blootstelling en voorkomen PFAS

Genoeg! PFAS. Wat is er aan de hand? Is er wat aan de hand? In de baaierd van ‘gehalogeneerde blootstellingen’ van niet zelden (fors) reactieve aard, lijkt PFAS niet zo bar interessant. Temeer omdat het stabiele chemisch inactieve stoffen zijn. Ok, ze zijn synthetisch van aard, althans voor zover we weten. En wat dan nog?

Eerst een forse nuancering: naar schatting vindt de blootstelling aan bijvoorbeeld PFOAs (perfluorooctanoic acid) en PFOSs (perfluorooctanesulfonic acid) voor respectievelijk 99% en 96% plaats via voeding. Dat betekent daarmee ook dat maximaal 1% tot 4% van de blootstelling via de bodem plaatsvindt. Blootstelling aan deze stoffen via het bodemcompartiment speelt dus geen rol van betekenis!

De gemiddelde levenslange inname van beide stoffen zijn 0,3 ng/kg lichaamsgewicht per dag voor PFOS en 0,2 ng/kg lichaamsgewicht per dag voor PFOA. (dus daar zit een factor 1 met 12 nullen in, van nano naar kilo, red.).

Toxiciteit en ‘ophoping’

En hoe zit het met de giftigheid van deze stoffen? Tja. Ik heb een aantal tox-studies doorgenomen. Wat in ieder geval opvalt is dat de doses toegediend aan proefdieren hoog is, veel hoger dan dat wij worden blootgesteld in het dagelijks leven.

Veel interessante gegevens voor mensen zijn er niet dan alleen misschien de aanwezige hoeveelheden in het lichaam. Dat ligt in de (veelal tienden van) nanogrammen/ml serum. Een nanogram is 0,000 000 001 gram. Nou niet om over naar huis te schrijven. En de hoeveelheden worden minder.

En kanker en PFAS? Onwaarschijnlijk.

Stress, heisa en wetgeving

Waarom dan die stress ? Martijn Katan schrijft recentelijk de verbazing van zich af in het NRC onder het kop Liever een zandwagen dan een zonnebank. Waarom zoveel heisa over PFAS en niet over huidkanker-veroorzakende zonnebanken? In Australië en Brazilië zijn zonnesalons verboden.

Katan heeft het over de onvrijwilligheid van blootstelling: eng en dat moet worden verboden. En chemie als zodanig is natuurlijk gewoon heel erg eng. Punt. Ongetwijfeld allemaal waar, maar er is meer aan de hand.

Politici en ambtenaren houden zich het liefst bezig met zaken die op geen enkele wijze meetbaar zijn in termen van, in dit geval, gewonnen gezonde levensjaren bij een strenge PFAS norm. Of wat te denken van natuurbescherming en emissiebeperkingen van stikstofverbindingen? De vraag stellen is haar beantwoorden. Want politici willen niet worden afgerekend op hun beleid. Stel je voor. Hoe onmeetbaarder hoe beter. (Klimaatbeleid iemand?)

Laat ik afsluiten met een quote van een analyse van meer dan 30 jaar geleden. Helaas gelden deze observaties nog steeds. Sterker: de samenleving wordt er steeds meer mee lastig gevallen en niet zonder gevolgen (nadruk toegevoegd):

“Government policies add to the confusion of risk. There are contradictory statements about particular risks and inconsistent rankings among them. This is not because agencies lack the capacity to establish coherent programs. Each usually has a long-term policy agenda from which it would prefer not to deviate. Most are closely linked to a profession which has predictable norms and predictable goals. That policies are contradictory within and between jurisdictions, and that they may change as does the calendar, is due to our structure of government and the fact that the agencies are subject to political masters who must respond to public pressures in order to retain office.

Convinced that they must appear willing to alleviate every product or environmental fear as it arises, officials make no effort to pursue consistent, carefully designed policies toward health risks. Whatever the scare of the day, officials stand ready to formulate quickly congressional testimony, briefing papers, news releases, and programs that demonstrate their unsurpassed commitment to protecting the public. Dare they hestitate, and an ambitious congressman armed with staff and a subcommittee will leap forward to take their place in front of the cameras.”

Tabel 1: Wettelijke normen (zomer 2019*), in microgram per kilogram

Functieklasse (besluit bodemkwaliteit) PFOS PFOA GenX Overige PFAS
Landbouw/natuur 0.1 0.1 0.1 0.1
Landbouw/natuur, bij hogere
achtergrondwaarde dan 0.1
Gemeten achtergrond-
waarde (<3)
Gemeten achtergrond-
waarde (<7)
Gemeten achtergrond-
waarde (<3)
Gemeten achtergrond-
waarde (<3)
Wonen 3 7 3 3
Industrie 3 7 3 3

Referenties

  1. Harlov, D.E., Aranovich, L. (Eds.) 2018. The Role of Halogens in Terrestrial and Extraterrestrial Geochemical Processes Surface, Crust, and Mantle. Springer Geochemistry.
  2. Gribble, G.W. 2010. Naturally Occurring Organohalogen Compounds – A Comprehensive Update. Springer, New York.
  3. Gribble, G.W. 1999. The diversity of naturally occurring organobromine compounds. Chemical Society Reviews 28: 335–346.
  4. Gan, J. et al. 1998. Production of methyl bromide by terrestrial higher plants. Geophysical Research Letters 25(19): 3595-3598.
  5. Hiebl J., et al. 2011. Identification of a Fungi-Derived Terrestrial Halogenated Natural Product in Wild Boar (Sus scrofa). Journal of Agricultural and Food Chemistry 59: 6188-6192.
  6. Fromme, H., et al. 2009. Perfluorinated compounds – Exposure assessment for the general population in western countries. International Journal of Hygiene and Environmental Health 212: 239-270.
  7. Lau, C., et al. 2006. Effects of Perfluorooctanoic Acid Exposure during Pregnancy in the Mouse. Toxicological Sciences 90(2): 510-518.
  8. Sapolsky, H. 1990. The Politics of Risk. Daedalus 119-4: 83-96.
  9. https://www.rivm.nl/nieuws/tijdelijke-achtergrondwaarden-voor-pfas-in-nederlandse-bodem

Redactioneel naschrift

* In de zomer van 2019 is wetgeving van kracht geworden waarin normen gesteld zijn van tienden van een milligram PFAS per kilogram grond, conform de tabel. Dat is een concentratie in de orde van 1 op de 10 met negen nullen.

Toen de daaropvolgende gevolgen zichtbaar werden – vergunningverlening en bouwwerkzaamheden kwamen op grote schaal stil te liggen – werd de norm iets opgerekt [ref. RIVM] – tot 0,8 microgram/kg.

Zoals beschreven, zijn specifieke toxicologische gegevens van de betreffende klassen van stoffen schaars. Nadere studie op dit gebied is gaande en in de loop van de zomer van 2020 verwachten we hier meer over te kunnen berichten.