Onder voeding of voedsel wordt verstaan alle organische stoffen die organismen nodig hebben. Met deze stoffen kunnen organismen energie opwekken voor alle processen in de cellen en kan een organisme groeien. Organismen die hun voedsel betrekken van andere organismen worden heterotroof genoemd.

Organismen die in staat zijn organische stof uit anorganische stof te produceren worden autotroof genoemd. Een misverstand is het om de anorganische stoffen die de autotrofe organismen tot zich nemen tot voedingstoffen te rekenen.

Mens en voeding

Welke stoffen de mens wel en welke niet kunnen dienen tot voedsel is in de loop der tijden gebleken door natuurlijke selectie. Door schade en schande is vastgesteld wat giftig is en dus schadelijk voor het organisme. Deze kennis is mondeling of schriftelijk overgeleverd. Een voorbeeld van schriftelijke overlevering vormt de Thora waarin voorschriften over de voeding en de voedingsbereiding staan die door God zijn doorgegeven aan Mozes. Sommige van de kosjere voedingsvoorschriften (o.a. geen varkensvlees, strikt gescheiden bereiding) speelden, in een tijd dat hygiëne nagenoeg onbekend was, een rol in het voorkomen van ziekten.

Voedingsvoorschriften zijn terug te vinden in (bijna) alle religies. Dat maakt, dat voedingsleer een van de oudste vormen van kennis is, die de mensheid heeft. Voedsel voor mensen heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Eerst at de mens het voedsel voornamelijk rauw, maar al snel werd het de gewoonte het eten te bereiden, hoewel er uitzonderingen zijn. Door koken of braden werd het eten niet alleen smakelijker, maar ook beter verteerbaar.

Voedingspatronen

In de westerse wereld is het voedsel erg veranderd, vooral vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Met de opkomst en vergrote beschikbaarheid van de levensmiddelentechnologie en nieuwe bereidingswijzen veranderde en verbeterde ook ons voedsel. Conserveringstechnieken maken het mogelijk, voedsel lang te bewaren.

In de jaren zestig ontstond een reactie op de massaproductie van voedsel. Mensen gingen zich toeleggen op het maken en verkopen van biologisch voedsel, dat voortkomt uit de ecologische landbouw. Ook biologisch-dynamisch voedsel won aan belangstelling door de voedingsleer uit de antroposofie. Door de opkomst van de bio-industrie ontstonden ook mensen die vegetariër of veganistisch werden.

Tegenwoordig wordt de voeding van de westerse mens ingedeeld in een aantal categorieën:

  • groente en fruit
  • brood, graanproducten, aardappelen, rijst, deegwaren en peulvruchten
  • zuivel, vleeswaren, vis, ei en vleesvervangers
  • vetten en olie
  • dranken
  • snoep, koek(jes), gebak en snacks.

Schijf van vijf

De Schijf van vijf is een hulpmiddel dat in Nederland wordt gebruikt in de voorlichting over goede en gezonde voeding, gericht op het grote publiek. (In Vlaanderen is de voedingsdriehoek meer gebruikelijk). Het idee is dat uit elk van de vijf groepen van voedingsstoffen iedere dag een keuze wordt gemaakt, en die keuzen in de maaltijd van die dag te verwerken. De schijf van vijf, geïntroduceerd in 1953, was decennialang een begrip, (in 1976 kende 63% van de ondervraagden hem), is toen in de loop der jaren in onbruik geraakt en werd in 1981 vervangen door de maaltijdschijf en daarna (1991) door de voedingswijzer. Deze laatste twee voorlichtingshulpmiddelen haalden het qua populariteit en nationale bekendheid echter bij lange na niet bij de aloude schijf van vijf.

In 2005 is de schijf van vijf echter volledig in ere hersteld, zij het nu in een andere vorm onder de oude naam. De nieuwe schijf van vijf geeft behalve vijf groepen voedingsmiddelen ook vijf regels, of aanbevelingen:

  • Eet gevarieerd
  • Niet te veel
  • Gebruik minder verzadigd vet
  • Eet volop groente, fruit en brood
  • Ga veilig met voedsel om


De 5 groepen

Groep Voedingsmiddelen Belangrijke bestanddelen
1 Groente en fruit vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur, mineralen zoals kalium, vezels en bioactieve stoffen
2 Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten koolhydraten, eiwit, vezels, vitamine B en mineralen
3 Zuivel, vleeswaren, vis, ei en vleesvervangers eiwitten, mineralen zoals ijzer en calcium, vitamine B en visvetzuren
4 Vetten en olie vitamine A, D en E en essentiële vetzuren
5 Dranken (geen alcohol) Belangrijk vanwege de vochtbehoefte (water)

Kritiek

Uit verschillende hoeken is veel kritiek of de voedingsadviezen van de nationale voedingsbureau’s. De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat deze adviezen aldoor te negatief zijn over vet en te positief over koolhydraten. De overmaat aan koolhydraten zou mede debet zijn aan tal van welvaartsziekten waaronder obesitas, diabetes II, hart- en vaatziekten en zelfs kanker. In Nederland is een populaire vertegenwoordiger van deze nieuwe lijn Dr. Frank. In Duitsland is de toonaangevende oncoloog Johannes Coy met een wetenschappelijk (genetisch) bewezen voedingstherapie voor een groot spectrum aan kankersoorten. Klassiek is inmiddels het NY Times artikel uit 2002 What if it’s all a big fat lie van Gary Taube, auteur van de bestseller Good calories, bad calories. Ten aanzien van cholesterol is er een internationale groep wetenschappers zijn die sceptisch zijn over het verband tussen cholesterol en hart- en vaatziektes: thincs.org. Het is bekend dat Unilever, de maken van de Becel-producten, een grote sponsor is van de Hartstichting. Afsluitend is er ook nog een grote controverse over de adviezen om weinig zout te gebruiken. Zie onderstaande video.

Het bovenstaande artikel is voorlopig en geeft geen weloverwogen standpunt van de Groene Rekenkamer weer. De Groene Rekenkamer heeft op dit moment nog geen systematisch eigen (literatuur)onderzoek gedaan op het gebied van voeding. We hopen dit in de nabije toekomst grondig aan te pakken en hier ook rapporten over uit te brengen. Pas dan zal hier ook een artikel verschijnen dat door derden kan worden gequote als zijnde de visie van De Groene Rekenkamer op het thema voeding.

Heeft u belangwekkende informatie over dit thema? Vult u dan het contactformulier in.