Biodiversiteit

Biodiversiteit of biologische diversiteit is een begrip voor de graad van verscheidenheid aan levensvormen (soorten, genen,…) binnen een gegeven ecosysteem, bioom of een gehele planeet. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Daarvoor wordt de aanwezige biodiversiteit vergeleken met historische gegevens of gegevens uit vergelijkbare gebieden.

Biodiversiteit hangt nauw samen met het klimaat. Zo zijn onder de terrestrische habitats, de tropische regio’s typisch veel soortenrijker dan de polaire regio’s.

Het jaar 2010 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit.

Biodiversiteit van de aarde

Hoe groot de aardse biodiversiteit is, blijkt uit het feit dat het aantal beschreven levensvormen ongeveer 4 miljoen bedraagt. En aangezien de mens nog lang niet alle gebieden op aarde goed bestudeerd heeft, zullen er waarschijnlijk nog veel meer zijn. Biologen schatten de totale hoeveelheid verschillende levensvormen op ongeveer 40 miljoen soorten. De biodiversiteit staat echter onder druk. Het aantal soorten neemt door de jaren heen sterk af. Zo waren er in Nederland in 1950 1400 soorten hogere planten. Sindsdien zijn hiervan 70 uitgestorven en zijn 500 in aantal/oppervlakte ernstig achteruitgegaan. Het aantal broedvogelsoorten is in dezelfde periode met een derde afgenomen.

Taxonomie

Voor de beschrijving van de soorten is een ordening en een eenduidige naamgeving (de taxonomie) erg belangrijk. Eén van de eerste serieuze pogingen hiertoe, was in de 18e eeuw door de Zweed Linnaeus. Zijn indeling in respectievelijk klasse, orde en geslacht wordt nog steeds gebruikt. Dit geldt ook voor zijn naamgeving: eerst de naam van het geslacht, gevolgd door de soortaanduiding. Dit heet ook wel binominale nomenclatuur.

Opdeling

In de biologie en de ecologie kan de biodiversiteit op verschillende manieren worden gedefinieerd:

  • volgens niveaus:
    • eerste niveau: genetische diversiteit in populaties en soorten
    • tweede niveau: soortendiversiteit in levensgemeenschappen en ecosystemen
    • derde niveau: ecosysteemdiversiteit in landschappen en biomen
  • bij levensgemeenschappen en ecologische gradiënten:, maar ook volgens dynamiek
    • alfa-diversiteit: is de diversiteit van een levensgemeenschap. In de praktijk is dit de diversiteit van het monster, de vegetatieopname of de steekproef. Ook: diversiteit op een bepaald tijdstip
    • bèta-diversiteit, ook wel “species turnover”: de mate van verandering van de ene levensgemeenschap naar de de volgende langs ecologische gradiënten. Het kan beschouwd worden als een maat voor het verschil van de monsters langs de gradiënt. Bij een lange gradiënt hoort een hoge bèta-diversiteit met veel verandering in soortensamenstelling. Ook: diversiteitsverandering bij systeemverandering
    • gamma-diversiteit: de diversiteit van een landschap of een gebied. Deze diversiteit wordt in dezelfde eenheden gemeten als de alfa-diversiteit. Ook: totale diversiteit binnen een ecosysteem.

Onderzoek in Nederland en Vlaanderen

In Nederland wordt onderzoek naar biodiversiteit onder andere gedaan door Naturalis, het Nationaal Herbarium Nederland, het Centraalbureau voor Schimmelcultures, EIS-Nederland, het Zoölogisch Museum Amsterdam en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Beleid, initiatieven en maatregelen

Internationaal

Convention on Biological Diversity (cbd.int) (1992 Rio Earth Summit)

Europa

Natura 2000

Natura 2000, het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden binnen de Europese lidstaten, vormt de hoeksteen van het beleid van de Europese Unie voor het behoud en het herstel van de biodiversiteit.

Nederland

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

In Nederland wordt gewerkt aan een Ecologische Hoofdstructuur om de afname van de biodiversiteit in Nederland af te remmen. Dit beleid is gebaseerd op de eilandentheorie die stelt dat een groter aaneengesloten natuurgebied een relatief grotere biodiversiteit heeft. Natuurgebieden kunnen ook met kleine corridors (bv. ecoducten) aaneengesloten worden.

Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen

De Taskforce Biodiversiteit is in januari 2009 in het leven geroepen om het kabinet concrete maatregelen aan te reiken voor het behoud van biodiversiteit en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

De Taskforce heeft als doel een visie te ontwikkelen op de manier waarop Nederland zijn beslag op natuurlijke hulpbronnen kan verminderen. Ook zal de Taskforce de extra inspanningen die Nederland kan leveren voor het behoud van waardevolle ecosystemen in binnen- en buitenland in kaart brengen en samen met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven concrete projecten implementeren om het verlies aan biodiversiteit op de langere termijn tegen te gaan.

Het initiatief voor de Taskforce Biodiversiteit is genomen door een aantal natuurbeschermingsorganisaties en de ministeries van VROM en LNV. De leden zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, de wetenschap, maatschappelijke organisaties en overheid. Hans Alders is voorzitter van de Taskforce. In maart 2010 werd, vooruitlopend op de parlementsverkiezingen, een tussentijds advies uitgebracht aan de programmacommissies van de politieke partijen. In oktober 2011 volgt het eindadvies aan de regering, waarna het initiatief wordt opgeheven.

De Nationale Proeftuin

Stichting De Nationale Proeftuin heeft als doel Nederlanders actief te betrekken bij het onderwerp biodiversiteit, en het agro-cultureel erfgoed in het bijzonder.