Mestfraude? Wil de echte fraudeur opstaan?
Zaterdag 15 april 2017
Een gastbijdrage van Henny Verhoeven, milieukundige
40% van de boeren fraudeert! Kopt het PBL. En dan ook nog vooral in Brabant en Limburg. Boeren duikelen over elkaar heen, actiegroepen zijn dankbaar en roeptoeteren het rond. En die boer die het in twijfel trekt: dat is een zwakkeling die niet tegen kritiek kan. Een kritische blik wordt door velen niet zo gewaardeerd. In deze tijd van social media is het veroordelen of veroordeelt worden. Toch is juist op het gebied van landbouw de kritische blik naar als feiten gepresenteerde cijfers keihard nodig! Neem het fosfaatprobleem. Eigenlijk is er geen fosfaatprobleem, maar leg dat de gemiddelde burger maar eens uit. Ongeloof is uw deel. En dat is begrijpelijk. Het overheidsbeleid is zo gekunsteld en zo ver weg van de praktijk, het is bijna niet voor te stellen dat een intelligent land als Nederland zo’n slecht beleid voert.
Vanwege het fosfaatprobleem moeten er 160.000 koeien weg. Het is dus logisch dat de argeloze burger denkt dat er een ongelooflijke hoeveelheid fosfaat op het land terecht komt. Maar er komt niet teveel fosfaat op de Nederlandse bodem. In Nederland werken we met zogenaamde gebruiksnormen, deze bepalen de hoeveelheid mest die per hectare mag worden uitgereden. De hoeveelheid mest die de boer zelf mag gebruiken dus. Dit is afhankelijk van de fosfaatklasse van de grond en de grondsoort. De hoeveelheid fosfaat in de grond is dus medebepalend voor de hoeveelheid fosfaat die de boer mag uitrijden.
Per saldo heeft Nederland een evenwichtsbemesting. Dat wil zeggen dat er net zoveel fosfaat via gewassen van de grond wordt afgehaald als er met bemesting wordt toegevoegd. Dat is moeilijk te geloven als je de beelden ziet van 160.000 koeien die weg moeten vanwege een fosfaatprobleem. Dit is echter een papieren probleem: als stok achter de deur is er in 2002 bij de derogatie-onderhandeling afgesproken dat er een fosfaatplafond gehanteerd zou worden. Derogatie is een verruiming van de hoeveelheid mest die uitgereden mag worden op het land. Het is een hogere gebruiksnorm, die in het zuiden overigens lager is dan in het noorden, omdat zand en loss erg doorlaatbaar zijn en dus eerder uitspoeling van nitraat geven. (Hetgeen dan in het grondwater komt, na een jaar of 30).
Dat fosfaatplafond is een landelijk plafond, dus een optelsom van de fosfaat in alle dierlijke mest. Nederland heeft zelf een indeling gemaakt per sector en de laatste paar jaar is de melkveehouderij over haar sectorplafond heen gegaan. Terecht zegt Brussel dat Nederland de afspraak heeft geschonden. Brussel is zeer geïrriteerd omdat tot aan december 2016 de Nederlandse overheid geen enkele maatregel in Brussel heeft neergelegd om te laten zien dat de overheid iets zou doen aan deze overschrijding. Het is niet Brussel die van ons vraagt om koeien te ruimen, dat is de Nederlandse oplossing.
In 2002 heeft men een aantal grote fouten gemaakt bij het vaststellen van het fosfaatproductieplafond. Het is namelijk een productieplafond en dat wil zeggen dat het niet uitmaakt wat er met het fosfaat gebeurd. Fosfaat is een kostbaar nutriënt dat van levensbelang is, maar door de gemaakte afspraak lijkt het eerder op gif dan op een noodzakelijke voedingsstof. Dat is een grote fout. Het fosfaat dat wordt geëxporteerd telt gewoon mee voor het fosfaatproductieplafond. Dit komt dus niet op de Nederlandse bodem of in het water. Van de kippenmest wordt ongeveer 95% in Moerdijk verbrand. Dit komt dus niet op de Nederlandse bodem en toch telt ook dit mee. Is er daadwerkelijk een fosfaatprobleem? Nee. Komt er minder fosfaat in bodem en water door het ruimen van koeien? Nee. Zijn we dan zinvol bezig? Nee.
Het wordt nog gekker: het fosfaatproductieplafond is een voorwaarde voor derogatie, maar juist de derogatiebedrijven halen de norm voor nitraat in het grondwater. En als je naar het ministerie gaat om bedrijfsspecifieke derogatie aan te prijzen (dat wil zeggen dat er derogatie wordt verleend per bedrijf afhankelijk van de waterkwaliteit van het bedrijf) dan zegt het ministerie ‘waarom zou je dat willen? We weten toch allang dat de problemen niet bij de derogatiebedrijven zitten?’. We weten het, maar we doen er niets mee.
De koeienboeren doen het goed maar de koeienboeren krijgen wel de rekening gepresenteerd. Het ministerie rapporteert deze gegevens ook gewoon naar Brussel. Ook Brussel weet het dus. Maar we kijken naar de waterkwaliteit als geheel en die is niet goed genoeg. En dus is het niet de vervuiler betaald, maar degene die het het beste doet betaald. Het wordt nog gekker als je bedenkt dat ook bedrijven die niet mee doen aan derogatie koeien moeten inleveren. Zij hebben dus helemaal geen hogere gebruiksnorm voor mest maar moeten wel inleveren zodat anderen meer mest kunnen uitrijden. Geen wonder dat de boeren over elkaar heen vallen. Het uitspelen van boeren tegenover elkaar is iets waar het ministerie uitermate goed in is.
Terug naar de fraude. Gelooft u dat 40% fraudeert? Ik ken boeren die frauderen. Tenminste boeren die volgens PBL en NVWA frauderen maar eerder slachtoffer zijn van een veel te ingewikkeld systeem dan dat zij daadwerkelijk fraudeurs zijn. Maar strikt genomen heeft NVWA vast gelijk, want elk vinkje dat je verkeerd zet is fraude. Dat je soms echt niet weet wat je in jouw situatie moet invullen dat doet niet ter zake. Heb je een verschil van mening bij RVO, dan loopt dat vaak jaren. Ondertussen moet je elk jaar naar eer en geweten (voor 15 mei) opgave doen van je grond, je gewassen, je dieren, je mest en waar dat gebleven is. Maar RVO laat verschillen van mening (lees bezwaarprocedures) rustig jarenlang lopen. Op 15 mei moet de boer wat invullen, zonder dat het eerdere dispuut is opgelost. Wat vult die dan in? Hoe moet dat met die grond die 2 jaar eerder niet werd erkend door RVO terwijl het wel grond van de boer is? Of grond die ineens een andere code krijgt waardoor de boer er minder mest op uit mag rijden. Deze boeren komen te boek te staan als fraudeurs. Als de boer voor 15 mei geen opgave doet, krijgt ie torenhoge boetes en kan ie zijn bedrijf wel staken. Die boer moet dus een keuze maken en moet naar waarheid iets invullen waarvan hij niet weet wat de waarheid is.
Wat te denken van die boeren van wie achteraf gezien de grondgebruiksverklaring wordt ingetrokken? NVWA maakt een babbeltje met de eigenaar van de grond. Die valt in de val van NVWA en zegt net het verkeerde: resultaat de boer mag ondanks de aanwezigheid van de grondgebruiksverklaring de grond niet meer meerekenen. Hierdoor voldoet de boer met terugwerkende kracht niet meer aan de derogatievoorwaarden. De derogatie wordt met terugwerkende kracht ingetrokken. Op papier is deze boer een hele grote fraudeur. In de praktijk was deze boer oprecht van mening dat hij zijn zaken op orde had.
Dit is niet verzonnen, ik ken de zaken, er zijn boeren bij waarvan je oprecht hoopt dat ze zichzelf niets aan doen. Ze zijn wanhopig, zien het niet meer zitten. De boetes zijn torenhoog en de boeren moeten hun bedrijf mogelijk sluiten. En dan het bericht van PBL, 40% fraudeert. Het PBL berekent namelijk hoeveel de koe of het varken poept. En als die koe dan wat minder poept, ook dan is de boer een fraudeur. PBL kijkt naar hoeveel de koe moet poepen en wat de Nederlandse boeren aan poep verantwoorden in de opgave die voor 15 mei binnen moet zijn en zie: dat komt niet overeen. Dus noemen we dat fraude. Hetgeen de koe poept is van nogal wat factoren afhankelijk, met name van het voer dat ze krijgt.
Als de fraude is opgelost is de waterkwaliteit vanzelf goed volgens het PBL en dus scherpen we de gebruiksnormen nog maar wat aan, zodat het mestoverschot weer groter wordt en de bodemkwaliteit nog verder achteruit holt. Want bij het PBL zijn ze allang vergeten dat mest een groeistof is, keihard nodig voor bodem, bodemleven en ook die leuke weidevogels!
Ik vraag me af wie hier de echte fraudeurs zijn? Als doelbewust een verkeerd beeld scheppen onder fraude valt dan hebben we nog heel wat fraudeurs aan te pakken!
Aldus Henny Verhoeven