To be or not to be

Vrijdag 29 april 2016

Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler

‘To be or not to be.’ Hier moest ik aan denken bij het recentelijk verschijnen van het IBO-rapport, het Interdepartementale Beleidsonderzoek naar de kosteneffectiviteit van maatregelen die gericht zijn op de klimaatdoelen en CO2-reductie.

‘To be or not to be that is the question’ (Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie). Vanaf de eerste regel is het duidelijk dat Hamlet aan de dood denkt. Hij doet dit echter op een rationele, logische manier. De hele monoloog is een indringende beschouwing over de aard en de voordelen van de dood. Hamlet’s vraag blijft uiteindelijk onbeantwoord. Hij kan alleen vaststellen dat de “lange slaap” van de dood de mensen afschrikt en dat de meesten zullen kiezen voor de zekerheid van een ellendig bestaan.

Door dit rapport is het voor mij duidelijk waar de dood nu ligt. Dit is het falen van het klimaatbeleid. Tot op heden zijn de protagonisten van de AGW-hypothese (‘Anthropogenic Global Warming’; door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming) er niet in geslaagd het bewijs ervan te leveren. Hun enige ‘resultaat’ beperkt zich tot de afgang van de hockeystickgrafiek en de sjoemelstatistiek met het betrouwbaarheidsgebied waarmee het IPCC ons steeds op vergast. Tja, de lange slaap van de dood schrikt meer af dan de zekerheid van een ellendig bestaan. Het trieste is dat de protagonisten de keuze voor een ellendig gelijkheidsbestaan de gehele mensheid proberen op te leggen door het waanbeeld over CO2 .

Ene Figueres is niet de enige. Deze lieden beseffen niet dat astronomische kapitaaloverdracht geen oplossing biedt, maar dat het creëren van gelijke kansen bieden dit wel doet. Ook toegang tot de vrije markt, de internationale handel en goedkope energie, zoals het Westen deze kent mede door de Industriële Revolutie en de Groene Revolutie, is geboden. Het is aan het menselijk vernuft binnen een vrije markt die kansen biedt aan de slimmeriken, de innovatieven, kortom de succesvolle hardwerkende ondernemers die door eigen verdienste en door natuurlijke ongelijkheid binnen menselijke talenten hun fortuin verdienen.

Het afpakken van dergelijke fortuinen door jaloezietaks en deze te dumpen in ontwikkelingslanden op basis van het valse argument van klimaatrampen, is te ziekelijk voor woorden. Het is een ontluisterende ontkenning van wat er maatschappelijk en politiek werkelijk moet gebeuren, namelijk de kansen voor individuen in ontwikkelingslanden verbeteren opdat de verschillen in talent bijvoorbeeld door toegang tot onderwijs zich later ook daadwerkelijk kunnen manifesteren. Ontluisterend is te constateren hoe de burger en politici zich door die anti-kapitalistische alarmistische propaganda bij de neus laten nemen. Gelijkheid van kansen bij de start is wat telt, niet gelijkheid van resultaten achteraf afdwingen zoals afroming van rijkdom verkregen uit de verdienste van beter talent en succesvollere ondernemersgeest. Er zijn nu eenmaal domme en slimme mensen met het bijbehorend verschil in benutting van hun kansen. Niets mis dus met de rijken. Ongelijke resultaten bij gelijke kansen is een fundamentele en economisch stimulerende kracht die je nooit door belastingmaatregelen moet willen gelijktrekken, wil je niet collectief verpauperen als natie.

Zo zijn er ook inferieure en superieure vormen van energieopwekking. Windmolens, zonnepanelen en biomassa zijn inferieur; fossiele en kernbrandstoffen zoals ook thorium en kernfusie, en wat nog verder wordt ontdekt!, zijn superieur. Deze natuurkundig gevestigde wetmatigheid is even onafwendbaar als die van het verschil tussen domme en slimme mensen. Dat technische verschil is net zo min door subsidies op te lossen, als resultatenongelijkheid door belastingmaatregelen. Na meer dan 20 jaar heeft hernieuwbaar zich niet bewezen zonder subsidie te kunnen. Dan moet dit stoppen.

Veronachtzamen van superieure vormen van energiebronnen is economisch, ecologisch en maatschappelijk onverdedigbaar. Het moge duidelijk zijn dat er veel meer aan de ontwikkeling van superieure energievormen gedaan moet worden. Europa begint, ook op dit punt steeds verder achter te lopen bij de rest van de wereld door het gemodder met hernieuwbare energievormen en de oplopend energieprijzen. Er is meer dan genoeg tijd vanwege ruim voorhanden fossiele brandstoffen en uranium. En al die haast (lees: Urgenda) is pure bangmakerij die door de feiten wordt ontmaskerd. Urgenda hunkert nu eenmaal naar aandacht.

Dan dat IBO-rapport. Figuur 3 laat o.a. zien dat de SDE+-regeling voor wind op zee royaal onder de € 200 per vermeden ton CO2 komt.

IBO-Knipsel

Dit staat nog maar te bezien, want als we kijken naar € 300 miljoen subsidie per jaar voor het windpark Gemini en de vermeden uitstoot, dan is het toch een stuk hoger. En dit is nog redelijk optimistisch..

Dit cijfer komt in de buurt van een andere berekening over de kosten van alle windplannen (land en zee). Ik citeer een andere site:

Kosten per ton CO2 reductie

Bij de minimale kosten van 55 miljard en zonder inpassingsverliezen mee te rekenen kost een ton CO2 reductie via windenergie € 213.
Inclusief inpassingsverliezen (€ 298/ton) en bij meerekenen van de extra kosten loopt dat op tot €524 per ton (bijlage 5).
De prijs van CO2 in het ETS (Europese emissie handelssysteem) ligt op het moment ergens in de buurt van € 5.

De baten van dit project zijn uiterst dubieus: de 10,5 GW aan windenergie levert op papier een ca. 3 % verduurzaming van ons energiegebruik op (bijlage 6).

Maar in de praktijk wordt onze voor € 200 tot ruim € 500 per ton gereduceerde CO2 via het ETS voor ca € 5 per ton opgekocht door Oost-Europese landen om er vervuilende bruinkoolcentrales mee te kunnen laten draaien.

Zie hier

En dit gaat dus over 3% van de beoogde 14% (2020 en 16% in 2023) verduurzaming. De Urgenda-zaak verlangt maar liefst 25%. Men hoeft geen rekenmeester te zijn om te beseffen dat onze SER-beleidsmakers met hun hoofd tegen een kostenmuur zullen aanlopen wat hun eventueel nog aanwezige hersens lelijk kan schudden. Dit besef klinkt tussen de regels door in het IBO-rapport:

De reductie van broeikasgassen die hier wordt weergegeven ziet louter op de reductie op Nederlands grondgebied (zonder waterbedeffect), dus ongeacht wat er in Europa gebeurt. Dit is in lijn met het oordeel van de rechter in de Urgenda-zaak dat de reductie binnen de Nederlandse grenzen moet plaatsvinden. Maatregelen kunnen dus op het eerste oog een aanzienlijke broeikasgasreductie laten zien binnen de Nederlandse grenzen en de kosteneffectiviteit kan daardoor redelijk hoog zijn, maar door de werking van het Europese ETS-systeem zal uiteindelijk op de Europese schaal geen broeikasgasreductie optreden.

En verder:

De eis van 25% reductie binnen Nederland verhoudt zich slecht tot het Europese kader van doelen voor ETS- en niet-ETS-sectoren. Extra maatregelen in de sfeer van energiebesparing en hernieuwbare energie zijn lastig, omdat er al vol wordt ingezet op volledig uitvoeren van het Energieakkoord. Voor de korte termijn blijven daardoor alleen relatief dure maatregelen over. Maatregelen kunnen vaak niet voor 2020 geïmplementeerd worden of leveren in 2020 nog geen maximaal reductie-effect. Andere maatregelen kunnen alleen in Europese context worden gerealiseerd.

Staatssecretaris Sjaron Dijksma heeft elders onlangs ook een luikje opengedaan:

Een belangrijk argument van de rechtbank is het gevaar dat door klimaatverandering ontstaat. De beleidsmatige koerswijziging die door de rechtbank wordt bevolen – meer reductiemaatregelen op korte termijn – heeft echter alleen betrekking op emissiereductie van broeikasgassen in Nederland. Het ‘emissie aandeel’ van Nederland in de wereld is met 0,35% zeer klein. De reductiekoers in de wereld wordt door nationale maatregelen slechts minimaal beïnvloed. Een modelmatige berekening toont aan dat de extra reductie zoals bevolen door de rechtbank 0.000045 °C minder gemiddelde wereldwijde opwarming tot 2100 tot gevolg zou hebben. Dit effect, dat wegvalt tegen alle onzekerheden die met een dergelijke berekening samenhangen, heeft geen meetbaar effect op het gevaar van klimaatverandering. Daarmee is niet gezegd dat Nederland niet moet bijdragen aan de wereldwijde reductie van broeikasgasemissie, maar wel dat Nederland de koers die in de wereld wordt gevolgd om tot emissiereductie te komen en de prioriteiten die daarbij worden gesteld, niet alleen kan bepalen.”

Bron hier

Tja, wereldwijd dus en als je die extra 9% (van 16 naar 25%) omrekent kom je met 0,143°C goed in de buurt van Lomborg’s 0,17°C mondiaal in 2100. Echt een temperatuur voor Urgenda’s Doos van Pandora om allerlei rampen op de wereld los te laten, toch?

In het IBO-rapport komt ook een passage voor waarin als nadeel van het sluiten van kolencentrales het verdwijnen van bijstook van biomassa genoemd wordt. Dit is een gotspe als men zich realiseert dat we dan bossen aan het verbranden zijn, zoals in de middeleeuwen. Grote delen van Europa waren ontbost tegen dat de Industriële Revolutie begon met steenkolen! Telt nu opeens het ecologische argument niet meer? En dan nog maar te zwijgen over wie nu echt de grootste vervuiler is. Zie hier en hier.

Telkens weer kan men zich afvragen waar onze beleidsmakers mee bezig zijn, omdat het, ook met gezond verstand, te begrijpen valt dat al dat hernieuwbaarheidsgedoe nergens toe leidt, anders dan tot planeconische collectieve verpaupering en een bedreiging van onze beschaving. Helaas is rationaliteit vervangen door emotioneel blind geloof en eigenbelang. Zie onderstaande figuur:

EROI

EROI betekent ‘Energy Return On energy Investment’. Bijvoorbeeld: hoeveel energie kost een energiecentrale om deze te bouwen, exploiteren en ontmantelen in relatie tot de factor geleverde energie tijdens de levensduur. Gas (CCGT), kolen en kern zijn natuurlijk hun eigen buffering (energieopslag). Het woestijnproject in de Sahara (solar CSP) is inmiddels ter ziele vanwege kosten, energieverliezen en afhankelijkheid van instabiele regiems zoals inmiddels de geschiedenis van de afgelopen paar jaar heeft bevestigd. Het roemruchte ter ziele gegane Desertec woestijnproject van zon in de Sahara was niet bepaald een verbetering ten opzichte van onafhankelijkheid van Russisch gas. Sahara-stroom wordt dan immers sharia-stroom, ofwel black out. De beste aanslag van IS dus op onze maatschappij. Bovenstaand overzicht bevestigt dat hernieuwbaar inclusief de noodzakelijke energieopslag niet in staat is onze Westerse maatschappij in stand te houden, economisch, ecologisch noch maatschappelijk. Zie hier.

Wat in het IBO-rapport ontbreekt zijn de baten. Hoeveel beter worden de belastingbetaler, de economie als geheel en vooral de generatie na ons door al die plannen om de aarde te behoeden voor die door Urgenda voorgespiegelde rampen? Het stelselmatig negeren van ontwikkelingen ten goede zoals de vergroening door meer regenval in de zuidelijke Sahel, schept een eenzijdig beeld. Het stelselmatig ontbreken van de baten bij al die plannen en berekeningen moet eveneens te denken geven. Ons worden de vreselijkste rampen voorgespiegeld die als een waar klimato-Ebola-virus onze maatschappij tot in alle facetten besmet. Maar wat weet men nu eigenlijk om tot dergelijke uitspraken te komen? Mevrouw Minnesma van Urgenda stelt mij niet gerust. Zij doet mij denken aan ene Anneke Bleeker (vaccinaties) of mevrouw Kranendonk (misvorming door ioniserende straling), een en al emotie, maar geen enkele onderbouwing.

Hoe is het mogelijk dat dergelijke alarmisten zo veel invloed kunnen hebben? Het zegt beschamend veel over het gezond verstand bij de burger en vooral bij veler onze politici. Met name deze laatste categorie zou zich meer bewust moeten zijn van hun verantwoordelijkheden en zich minder door schreeuwerige emotie moeten laten leiden, bang voor stemmenverlies. Zij zouden beter moeten kunnen uitlegen hoe het echt zit, maar dit kunnen ze niet door gebrek aan kennis. Zoals eerder vermeld, het gaat dergelijke lieden niet om het behoud van deze aarde (de natuur regelt dit zelf al miljoenen jaren), maar over ideologische doelen.

De milieubeweging heeft niet het patent op morele verhevenheid en het daarbij behorende gezag. Integendeel, de milieubeweging treedt slechts op als hoeder van het eigenbelang en schuwt geen enkel middel om dit belang te dienen geheel in lijn van de 19e – eeuwse kapitalist zonder zich om maatschappelijke verantwoordelijkheid te bekommeren. De milieubeweging in de huidige vorm verdient geen enkel respect, laat staan gezag, vanwege haar maatschappelijk onverantwoordelijk gedrag.

Uit bovenstaande EROI-figuur moge duidelijk zijn dat kosteneffectiviteit het best gebaat is bij innovatie op het terrein en toepassing van moderne superieure energiebronnen. Dit weten de beleidsmakers ook. Daarom mijden ze het vermelden van de baten bij de hernieuwbaarheidsplannen, want die zijn er niet.

Nogmaals, het is te gek voor woorden dat verantwoordelijke beleidsmakers niet eerst om het echte wetenschappelijke bewijs vragen, maar het IPCC blind vertrouwen. Dit, waar het IPCC een politiek en anti kapitalistisch ideologisch geëngageerd administratiekantoor is dat onwetenschappelijke selecties toepast en manipulatie niet schuwt.

Al met al bekruipt mij een steeds onaangenamer beeld van de toekomst van Europa. De aanslagen door IS zijn kort en heftig. Echter, niemand lijkt zich bewust van de veel verwoestender sluipmoordenaar die hernieuwbare energie heet en de catastrofale effecten van de onzinnige klimaatdoelen op het voortbestaan van de Europese beschaving. Daar is IS maar een amateur bij, alleen al doordat onze Europese leiders zelf onze eigen ondergang in naïeve, zich moreel verheven achtende blijmoedigheid, ter hand hebben genomen onder leiding van met name Greenpeace en Milieudefensie. Een mooie taak voor de AIVD hier eens wat aan te doen? Te zijn of niet te zijn, dood of een ellendig bestaan? Het antwoord lijkt mij evident: geen van beide, maar wel een vrije markt zonder het juk van de milieubeweging en met oog voor echt relevante innovatie.
Daar had zelfs Shakespeare nooit van kunnen dromen.