Emissiehandel

Emissiehandel is de handel in emissierechten. Emissierechten geven landen of bedrijven het recht om bepaalde broeikasgassen of andere schadelijke gassen uit te stoten. Het gaat daarbij om de uitstoot van bijvoorbeeld kooldioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O), chloorfluorkoolstofverbindingen (hfk’s) en bijvoorbeeld stikstofoxiden (NOx). Indien het aantal rechten beperkt is, wordt het voor bedrijven duur om emissies uit te stoten, hetgeen zou moeten leiden tot vergroening van het productieproces en investeringen in hernieuwbare energie. Meer officieel is emissiehandel de handel in emissieruimte. De emissieruimte geeft aan hoeveel een land of bedrijf van een bepaald gas mag uitstoten (emitteren).

In Nederland registreert en controleert de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) de emissiehandel van NOx– en CO2-rechten voor bedrijven.

Emissiehandel door Nederland

Deze emissiehandel vloeit voort uit het Kyoto-protocol. Nederland heeft zich verplicht om de uitstoot van broeikasgassen in de periode 2008-2012 met 6% te verminderen ten opzichte van 1990. In Kyoto is ook besloten dat industrielanden een deel van hun reductieverplichting via maatregelen in het buitenland mogen realiseren. Daarvoor bevat het Kyoto-protocol 3 instrumenten of mechanismen:

  1. het clean development mechanism (CDM),
  2. joint implementation (JI) en
  3. emissiehandel.

Er zijn 3 redenen voor emissiehandel:

  1. Nederland heeft in internationaal verband afgesproken de uitstoot van broeikasgassen (onder andere CO2) en verzurende gassen (onder andere NOx) verder terug te dringen. Emissiehandel vermindert de uitstoot van emissies. Daardoor levert de industrie met emissiehandel een bijdrage aan het behalen van de internationale doelstelling. Zo moet Nederland zijn broeikasgasemissies in 2008-2012 met 6% hebben gereduceerd ten opzichte van 1990 Dit als uitvloeisel van het Kyotoprotocol. Voor Nederland komt het neer op een emissiereductie van circa 13 Mton CO2-equivalenten ten opzichte van de uitstoot in 1990 van circa 213 Mton CO2-equivalenten. In dit protocol is ook een internationaal systeem van emissiehandel vastgelegd waarin landen onderling emissiereducties kunnen verhandelen.
  2. Ook is afgesproken dat Nederland in 2010 maximaal 260 kton stikstofoxiden mag uitstoten. Dat is vastgelegd in de zogenaamde NEC-richtlijn van de Europese Unie. De emissie-eisen uit deze richtlijn zijn verplichtend.
  3. Een handelssysteem is kostenefficiënt. Voor sommige bedrijven is het erg duur om hun uitstoot te verminderen, soms zelfs zo duur dat het nauwelijks opweegt tegen het milieueffect. Voor andere bedrijven is het reduceren van emissies relatief goedkoop. Ook zijn er bedrijven die al veel geld hebben gestoken in emissiebeperking en dus rechten over hebben. Ze hebben als het ware een overschot aan emissieruimte. Bedrijven waarvoor emissiebeperkingen duur zijn, kunnen emissierechten kopen van bedrijven die relatief weinig geld kwijt zijn aan maatregelen om hun uitstoot te verminderen. Daardoor worden emissies daar beperkt waar dat het goedkoopst is. Hierdoor wordt de uitstoot meer gereduceerd tegen lagere kosten.