De Duitse Energiewende, een kostbaar fiasco
Vrijdag 12 februari 2016
Een gastbijdrage van Gert-Jaap van Ulzen
Vanaf begin jaren ’90 is Duitsland bezig met een transitie naar een CO2 vrije energie voorziening. Toentertijd was dat beleid van de Groenen en de Socialisten. Daarna is dat beleid versterkt doorgezet onder dame Merkel (CDU) – in het bijzonder na het ongeluk met de kerncentrale in Fukushima. Die kwam electoraal op het meest ongelukkig denkbare moment. Merkel moest wat.
Duitsland geeft dan ook miljarden uit aan die Energiewende. Groene stroom kent een minimum prijsgarantie van circa 25 cent per KwH en dat voor tenminste 20 jaar. Dat lijkt wellicht klein bier, maar een windpark van enige omvang raapt zo toch een grappige €6 miljard op, gedurende die 20 jaar.
Daarnaast geldt er bijvoorbeeld een vergoeding van 95% voor groene windstroom die geleverd hád kunnen worden, maar niet geleverd mocht worden. Het stroomnet kan het niet aan. Er staan in voormalig Oost-Duitsland zelfs turbines die niet eens aangesloten zijn op het stroomnet om juist van die regeling te kunnen profiteren. Het kan voor de exploitanten van windparken zelfs rendabel zijn om te betalen om zo hun windstroom kwijt te raken, zolang de subsidie maar hoger is dan de negatieve marktprijs.
Dat is overigens maar één van de effecten die het subsidiëren van de energie transitie treft. In Spanje leverden zonneweides bijvoorbeeld ook ’s nachts stroom. De subsidie was hoger dan de kosten om de back-up diesel generatoren voluit te laten draaien. Zon onder – diesel generator aan.
Zo worden in de Baltische staten massaal bomen ‘gepelleteerd’ en gedroogd met behulp goedkoop Russisch gas. Anders vervoer je vooral water. Die hout pellets worden vervolgens in heel Europa gesubsidieerd in kolencentrales mee verbrand, alleen heet het dan duurzame Biomassa.
Omgekeerd mag houtafval vanuit het Amazone gebied – hoewel zon-gedroogd – niet als biomassa in Europa worden gebruikt. Ondanks dat daar een keurige FSC sticker aan vast gekleefd zit – verzet de publieke opinie zich daartegen. Het valt niet in te passen binnen de Greenpeace & WNF campagne, nota bene de bedenkers van dat FSC keurmerk. De indianen in het Amazonegebied verbranden dat houtafval dus maar gewoon in de open lucht. Je moet toch iets.
De Duitse overheid als groen voorbeeldland – lees de belastingbetaler – investeert riant in de zo vaak geprezen Energiewende. Voor rekening van de Duitse particuliere energieverbruiker, bedragen de groene stroom uitgaven over 2015 tussen €24,5 miljard en bijna €28 miljard. Zonder tussentijds aanpassing van dat energiebeleid, lopen die kosten op naar €30 miljard jaarlijks in 2018.
Zelfs wanneer Duitsland heel die Energiewende per morgen zou afschaffen, zijn ze dus nog altijd een slordige €500 miljard kwijt. 20 jaar maal €25 miljard per jaar, per Duits huishouden circa €20.000,-. Voor Nederland wijkt de grootorde van die bedragen niet serieus af. Het energie akkoord van 2012 heeft elk Nederlands gezin nu al €3.800,- gekost, verleng dat voor de resterende looptijd van het huidige energie akkoord en je komt zelfs nog iets hoger uit.
Maar levert de Duitse Energiewende ook wat op? CO2 uitstoot vermindering of de beloofde groene banen? We kijken eerst even naar de Duitse productie van groene stroom in 2015 …
De totale stroom productie van Duitsland in 2015 was circa 660 TerraWattUur. De groene adepten juichen dat Duitsland daarvan al 28% emissievrij produceert. Dat klinkt indrukwekkend, helaas is die 660 TerraWattUur stroom amper 20% van het Duitse energieverbruik – net zoals in Nederland. Stroom is in het energie landschap maar een marginale speler, de industrie en meer in het bijzonder het warmteverbruik van die industrie (en transport) zijn goed voor 80% van het energieverbruik.
Maar we blijven – vooraleerst – het groene gedachte goed volgen. 28% van die 660 TerraWattUur – zijnde 185 TerraWattUur is duurzaam geproduceerd. Met name door windparken, zonneweides en een stukje biogas. De marktprijs voor die stroom – de opbrengst voor onze duurzame producenten – lag gedurende 2015 gemiddeld rond de 3 cent per KiloWattUur, of te wel rond €30.000 per GigaWattuur. De marktprijs/opbrengst voor het totaal van de 185 TerraWatUur duurzaam geproduceerde stroom was dus een slordige €5,5 miljard. Er zijn dagen bij, dat ik het even niet bij mij heb.
Tegelijkertijd kan een ieder dus constateren dat onze oosterburen middels die Energiewende €20 miljard per jaar betalen (groene subsidies minus marktprijs/opbrengst) voor het vergroenen van minder dan 6% van het energieverbruik (28% groene stroom x 20%). En dan is al het laaghangend fruit wel geplukt.
In normaal Nederlands, blijkbaar is de Duitse belasting betaler bereid om jaar in – jaar uit – grofweg €20 miljard te spenderen aan het marginaal beperken van de CO2 uitstoot. Dan komt direct de vraag bovendrijven, hoeveel vermindering van CO2 uitstoot heeft onze Duitse consument daarmee dan bereikt? En ook die vraag laat zich beantwoorden.
De juichende groene pers in Duitsland vermeldt dat in 2015 de CO2 uitstoot ten opzichte van 2014 afgenomen is met 4%. Dus het marginaal bijplaatsen van groene stroom leidt binnen één jaar tot een gepresenteerde afname van 4%. Uiteraard feeërieke kolder. De Duitse CO2 uitstoot stijgt – per saldo – namelijk alleen maar. De 40% CO2 reductie doelstelling in 2030 is dan ook verder weg dan ooit.
Door zachte winters neemt die CO2 uitstoot enerzijds iets af, maar door toenemend transport (economische groei) neemt die toe. Het SPD smaldeel binnen de Duitse regering doet er van alles aan om de CO2 uitstoot cosmetisch te laten dalen, middels een keur aan CO2-boekhoudkundige trucs, maar de werkelijkheid is weerbarstig.
Zo doet de SPD minister van CO2, (mw Hendricks, de Sharon Dijksma uit het oosten) wanhopige pogingen om de CO2 uitstoot van bijvoorbeeld stroom-export buiten de binnenlandse CO2 tellingen te houden. In werkelijkheid heeft Duitsland alleen al in 2015 een slordige 50 TerrawattUur aan overbodige windstroom aan Nederland gesleten en daarvoor nog betaald ook. Inpassingsverliezen op het net en het laten pruttelen van de bruinkool centrales als backup, doen gevoeglijk de rest.
De zo gewenste groene werkgelegenheid is al evenzeer een farce. Minder dan 0,8% van de Duitse werkgelegenheid is vindbaar in de groene sector en met het ineenstorten van de zonnepanelen industrie, neemt dat nog eens versneld af. De Deense windturbine fabrikant Vestas kon ternauwernood – en met staatshulp – een faillissement voorkomen, maar de werkgelegenheid werd ook daar gemarginaliseerd. De €20 miljard groene subsidie verliezen per jaar, had Duitsland ook kunnen spenderen aan 500.000 onderwijzers, agenten of handen aan het bed. Desnoods in groen uniform.
De Duitse EnergieWende is dan ook een uiterst kostbaar fiasco gebleken. Nauwelijks groene energie (circa 6%), geen meetbare en merkbare CO2 uitstoot beperking maar zelfs een lichte stijging en verdringing van grofweg 500.000 reguliere arbeidsplaatsen. Een dure hobby.
De Duitse SPD/CDU coalitie doet dan ook wanhopige pogingen om zonder gezichtsverlies van de Energiewende af te komen. Zo worden – net zoals in de UK – de subsidies voor wind op land ingeperkt en wellicht afgeschaft. Het is überhaupt nog maar de vraag of de Erneuerbare Energien Gesetz (de equivalent van de Nederlandse Subsidie Duurzame Energie) in haar huidige vorm de volgende bondsdagverkiezingen in 2017 nog haalt.
Het leren van de Duitse Energiewende fouten is het enige wat nog wel gratis is. Maar in Nederland wil men middels het energie akkoord coûte que coûte leergeld blijven betalen – en wel het liefst de hoofdprijs. En ook die hoofdprijs laat zich naar aanleiding van het Duitse fiasco eenvoudig becijferen en zal tientallen miljarden bedragen. De Nederlandse economie bedraagt circa 14% van de Duitse en dan kom je uit op zo’n €70 miljard. Wat akelig nauwkeurig aansluit bij de berekeningen van anderen.
Dit artikel verscheen ook op http://gertjaap.van-ulzen.nl/blog/?p=1511