De Kennis van nu
Zondag 6 september 2015
In het NTR programma ‘De Kennis van nu’ dat op 28 augustus op NPO 1 werd uitgezonden werd professor Pier Vellinga door Karin van den Boogaert geïnterviewd.
In ruim een uur tijd werd Vellinga doorgezaagd over zijn specialiteit, de klimaatverandering. Prof. dr. Ir. Pier Vellinga is als hoogleraar klimaatverandering verbonden aan Wageningen Universiteit.
Op de website van Climategate is een transcriptie van het complete interview gepubliceerd. Diverse lezers van Climategate hebben ieder een deel van de bandopname beluisterd en hun notities aan het papier toevertrouwd.
Op de volgende link is het transcript vrijwel integraal te lezen:
http://climategate.nl/2015/09/06/pier-vellinga-op-radio-1-fact-checker/
Omdat het bestuur van de Groene Rekenkamer van mening is dat prof. Vellinga er zich er op sommige moment met een Jantje van Leiden van af maakt hebben we gemeend een reactie te moeten geven die u hieronder aantreft en is geschreven door Jeroen Hetzler, onze secretaris.
Reactie van de Groene Rekenkamer
Er staan bedenkelijke opmerkingen in het interview. Ik schrik ervan te lezen dat wind- en zonenergie concurrerend aan het worden zijn, of dit al zijn. Uit niets blijkt dat de leidende windmolenproducenten en exploitanten (vrijwel) zonder subsidie kunnen op zelfs maar de middellangere termijn. De SDE+-regeling stijgt na 2020 exponentieel. en uit niets blijkt dat wind- en zonenergie hier niet meer onder zullen vallen doordat ze concurrerend zijn geworden. Ook de concurrerende oplossing van de opslag, het voornaamste probleem, blijft in nevelen gehuld.
Voorts vind ik het bedenkelijk om te suggereren dat hernieuwbare energie, thans 2% van de primaire energie, een merkbare invloed heeft op de prijsontwikkelingen van fossiele energie. Hooguit kan er enige invloed uitgaan door de funeste inwerking van subsidies aan hernieuwbaar, zie de € 4,5 miljard aan Gemini-windpark, zoals in een planeconomie bijvoorbeeld door het uit de markt drukken van gascentrales ten gunste van kolencentrales.
Dat na bijna 30 jaar, hernieuwbare primaire energie het niet verder dan tot 2% heeft geschopt, roept vragen op over de levensvatbaarheid ervan.
De huidige ontwikkelingen betreffende olie zijn het gevolg van sterk toegenomen productie van schalieolie en de prijzenslag met Saoedi Arabië. En hiernaast spelen mondiale economische ontwikkelingen een belangrijke rol zoals de afnemende economie van China en Brazilië.
Verder verwonder ik er mij over met welk een gemak er met weersextremen wordt geschermd terwijl de ontwikkelingen van de afgelopen decennia op het tegenovergestelde wijzen. Ongetwijfeld zullen er regionale verschillen optreden, maar ik kan mij niet voorstellen dat dit reden is voor extreme zorg, wel voor goed vaderschap zoals door de Hoogheemraden sinds 800 jaar geleden. Klimaat verandert nu eenmaal permanent.
Tot slot gebruik ik mijn academisch gevormd boerenverstand bij wat ik observeer. En dit zegt dat bij zo veel discussie, ook onder klimaatwetenschappers, het falen van alle IPCC-klimaatmodellen, de weerlegde hockeystick-grafiek van Mann, de ‘hide the decline” affaire, de mythe van 97% consensus, zulke verschillen in meetresultaten en -methodes bijvoorbeeld over zeespiegelstijging, en vooral de toenemende welvaart en afnemende honger, dit alles de pessimistische boude beweringen, niet ondersteunt. Ze gaan sowieso voorbij aan de “onbekende” factor van het menselijk vernuft.
Wat mij ten diepste verontrust aan de teneur van de antwoorden en uitspraken van de geïnterviewde, en ook aan die van Jan Rotmans, James Hansen c.s., is de onwetenschappelijke emotioneel geladen ondertoon. Het is met name dit dat noopt vraagtekens te zetten bij hun, soms boude, beweringen en oproepen. Degelijk ouderwets academisch gevormde sceptisch gezond verstand, komt in opstand tegen dergelijke emotie. Gezonde scepsis wordt permanent gevoed door de uitkomsten van de meetgegevens of het uitblijven van catastrofes. Het onderstaande illustreert dit treffend:
Waar zijn die catastrofes nu? Ze nemen alleen maar af.
Laat ik er bij vermelden dat de heer Hansen van mening is dat sceptici door een tribunaal berecht zouden moeten worden voor misdaden tegen de menselijkheid (Urgenda beweert impliciet iets in deze trant, namelijk dat de burger beschermd dient te worden). Ik krijg niet de indruk hierbij te maken te hebben met wetenschappers, maar met emotie en met ideologie.
Het is nu 2015 en er is van wereldwijde catastrofes niets te merken van de boude uitspraken van de heer Hansen. Integendeel zelfs. Mij lijkt het verstandiger dat zelfbenoemde doemprofeten dan wel redders van de aarde, zich van emotie onthouden en zich alleen met hun wetenschappelijke professie bezig houden. Ik vrees dat de heer Vellinga dit onderscheid niet maakt. Geen bijdrage aan zuivere wetenschapsbeoefening. Helaas lijken goede wetenschapsbeoefening en klimaatwetenschap, de goeden niet te na gesproken, twee parallelle werelden.
Ik kan er nog aan toevoegen dat de Wet van Betz een ander verhaal vertelt over windmolens. Volgens deze wet kan er maximaal 59% van de wind ‘geoogst’ worden. Thans zitten we op 55% zodat windenergie feitelijk uitontwikkeld is. Ook het begrip vermogensdichtheid vertelt een heel ander verhaal. Die vermogensdichtheid is voor wind tussen de 1 en 3 Watt/m2 en voor zonenergie ongeveer 10 Watt/m2. Voor gas, olie en kolen is dit 1000 tot 2000 Watt/m2 en voor kernenergie 16000 Watt/m2. Deze grote verschillen laten zien dat hernieuwbaar een ticket is terug naar de Middeleeuwen.