Snode plannen

Zondag 26 april 2015

Een gastbijdrage van Pieter Lukkes, em. hoogleraar geografie

Ruim anderhalf jaar geleden werden wij opgescheept met het Energieakkoord. Dat is een bedenksel van zo’n 45 milieu–  en andere organisaties, die uit zijn op meer geld en meer macht. Op de PVV na heeft heel politiek Den Haag zich voor hun kar laten spannen.

Tezamen hebben ze de heer Henk Kamp tot uitvoerder van de snode plannen benoemd. De heer Ed Nijpels wordt zijn secondant. Mevrouw Melanie Schulz–van Haegen legt deze heren geen strobreed in de weg. Natuurlijk roept zo’n ingrijpend plan veel vragen op. Bij de beantwoording daarvan laat het trio zich kennelijk inspireren door de spierballentaal van ene heer Vladimir Poetin. Die taal is nodig om te verbloemen dat ze handel drijven in gebakken lucht. Zo kunnen nut en noodzaak van het akkoord niet worden aangetoond. Verder is het wel zeker dat het plan buitensporig duur is. Zo duur dat de politici niet willen, en de betalende burger niet mag weten wat alles gaat kosten.

Als doel van het akkoord wordt genoemd dat het er voor moet zorgen dat onze energie voor 14% uit hernieuwbare bronnen komt. Helaas kan niemand ons garanderen dat wij daar in enig opzicht ook maar een sikkepit mee opschieten. Wij zijn in deze puree terecht gekomen omdat de politieke partijen zo onnozel zijn geweest het akkoord klakkeloos aan te nemen.

Vraag deze partijen, de milieubewegingen, de ministeries of dwingeland EU niet het akkoord geloofwaardig te verdedigen. Want dat kunnen zij niet. Daarom is het een valse voorstelling van zaken als de minister verkondigt dat het akkoord moet worden uitgevoerd omdat anders een EU–boete dreigt. En wat dan nog? Die boete zal peanuts zijn vergeleken met de verliezen die wij anders lijden. Het komt er dus op neer dat alle hoofdrolspelers een lading boter op hun hoofd hebben. Onder die omstandigheid kan een misstand lang blijven voortbestaan.

Nu is de boter echter gaan smelten. Want onlangs heeft de Algemene Rekenkamer zijn neus in deze materie gestoken. Deze Rekenkamer verklapt dat de belangrijkste adviesorganen van de minister de 6000 MW windenergie op het land niet zien zitten. Natuurlijk kunnen deze adviseurs de minister niet in zijn hemd zetten. Ze laten het bij een vermindering met 1000 MW; twee keer de portie die aan Fryslȃn is opgedrongen!

Verder oppert de Rekenkamer de mogelijkheid dat de minister afziet van zijn beleidsdoelen. Een alternatief is overbodig maar als dat er toch moet komen, dan zal dat moeten worden gezocht bij overschotten aan hernieuwbare energie in andere EU–landen. Dat is goedkoper en dan hoef je onze kostelijke landschappen ook niet te verpesten met windturbines.

Zeer belangrijk is dat de Rekenkamer eindelijk boven tafel brengt dat het Energieakkoord ons tussen 2011 en 2023 zo’n 60 miljard euro’s aan subsidies gaat kosten. De klap op de vuurpijl komt echter als blijkt dat dit astronomische bedrag lang niet voldoende is om het doel van die luizige 14% hernieuwbaar te halen. Daar moet nog eens 13 000 miljoen euro’s bij!!!

Een ieder die op kosten van de gemeenschap voor zo’n bedrag blundert moet onmiddellijk opstappen. Zo ook bovengenoemd trio, gevolgd door het kabinet Rutte 2. Het is te wensen dat in de fase daarna een nieuwe Tweede Kamer meteen een parlementaire enquête start naar de grootste financiële en planologische miskleun in de geschiedenis van dit land: het Energieakkoord.

Dit artikel verscheen op 26 april op DDS en werd eerder in de Leeuwarder Courant van 22–04–2015 geplaatst.